Het sterke moreel-ethische kompas van Monique Nagielkopf

Tot onze grote spijt is Monique Nagielkopf, in de nasleep van toenemende gezondheidsperikelen, vrij plots overleden op zaterdag 17 augustus 2019.

Bund

Monique heette eigenlijk niet Monique, maar wel Denise. Ze was een kleindochter van Pools-Joodse leden van de ‘Bund’, een socialistische organisatie van Joodse arbeiders en intellectuelen in het zogenaamde ‘Paalgebied’ – het gebied in het westen van Tsaristisch Rusland, waarbuiten Joden zich niet permanent mochten vestigen. Haar grootouders hadden een sterke moreel-ethische bewogenheid inzake het persoonlijk opkomen voor vrijheid, gelijkheid en solidariteit; bewogenheid die zij overdroegen aan hun kinderen en op die manier ook aan Monique. Die moreel-ethische ingesteldheid werd voor Monique een persoonlijk kompas in de complexe omstandigheden van het leven en van de samenleving.

Ballingschap

De verwikkelingen in de nasleep van de Russische Revolutie, gekoppeld aan de opkomst van het nazisme en de groeiende oorlogsdreiging, deden de familie uitwijken naar Frankrijk. Net zoals de grootouders in Polen, koos de familie voor seculiere integratie in de Franse samenleving, in de hoop zo een fatsoenlijk bestaan uit te bouwen. Wellicht gaven ze daarom hun dochters Franse voornamen. De hoop op probleemloze inschakeling in de Franse samenleving kon echter niet zomaar waargemaakt worden. Haar vader bleek niet ongevoelig voor de gokduivel, zodat het vooral haar moeder was die moest instaan voor het materiële welzijn van de familie. Al bij al bleef dat materieel welzijn dan ook erg relatief.

Onderduiking

De inval van de Wehrmacht in 1940 stortte de familie in nieuwe onzekerheden. Boorling Monique, in 1944 geboren, werd als onderduiker ondergebracht bij een Franse familie, met een schuilnaam. Aan die schuilnaam hield ze wellicht haar ‘nieuwe’ voornaam ‘Monique’ over.

Hervestiging

De Tweede Wereldoorlog had een grote impact op Monique en haar zus Hélène. Die impact zal er later toe leiden dat Hélène zich samen met haar echtgenoot aansluit bij het zionistische project voor Palestina. Uiteindelijk zullen zij zich ook vestigen in de zionistische staat Israël. Monique zelf kon zich (steunend op haar moreel-ethische kompas) niet vinden in die keuze voor het op zichzelf georiënteerde zionisme. Ze draaide de blik naar links en zocht gelijkgezinden. Die waren in het Frankrijk van de naoorlogse periode echter dun gezaaid. Haar materiële omstandigheden waren ondertussen ook niet om over naar huis te schrijven. Uiteindelijk zal ze Frankrijk verlaten en zich hervestigen in Antwerpen.

Café Den Engel

Zoals alle kinderen van Frankrijk kende Monique alle talen van de wereld, zolang het maar Frans was. Het moet voor haar niet gemakkelijk geweest zijn om zich de kennis van het Nederlands toe te eigenen. In die tijd was er geen sprake van al dan niet opgelegde inburgeringscursussen. Monique leerde beetje bij beetje haar nieuwe taal vanachter de toog waar ze werkte, in café Den Engel op de Grote Markt in Antwerpen. Dit volkscafé werd in die tijd ook gefrequenteerd door linkse activisten van allerlei slag, waaronder niet weinig aanhangers van de toenmalige, half-clandestiene trotskistische beweging.

De King Kong

Blijkbaar kon Monique het goed met hen vinden (en vice versa), want toen rond het begin van de jaren 1970 het ‘Kultureel Informatiecentrum Keizerstraat’ (K.I.C.K) werd opgericht, werd Monique gevraagd om mee te werken aan deze poging om een alternatief-links lokaal te openen in Antwerpen. Ze ging daarop in en werd een van degenen die er jarenlang achter de toog stond van het legendarische café King Kong op het gelijkvloers. In het gebouw bevond zich achteraan ook een zaal, waar vele films, theaterstukken, muzikale optredens en ook politieke meetings georganiseerd werden. Verder ook nog een boekhandel en op de bovenverdiepingen de kantoren van linkse theatergroepen, zoals de Mannen van den Dam en Het Trojaanse Paard, van de linkse filmcritici van De Andere Film en filmmakers Fugitive Cinema, terwijl ook de Revolutionaire Arbeidersliga (RAL, de voorloper van wat vandaag de SAP is) en de Socialistische Jonge Wacht (SJW) er huis hielden. Vele invloedrijke organisaties hebben in dit gebouw het levenslicht gezien, zoals de Groep Rooie Vrouwen (GROV), de Rooie Vlinder, het Kultureel Front en andere.

Scherpe tong

Monique werd in de King Kong gewaardeerd om haar inzet, maar tegelijk ook ietwat gevreesd omwille van haar soms scherpe tong. Haar moreel-ethische kompas was voor sommigen al te dwingend, vooral voor diegenen die bij momenten nogal losjes omgingen met de interne regels, zoals men die zou mogen verwachten in een linksgeoriënteerde vzw.

Brandstichting

De spoken uit het verleden deden opnieuw van zich spreken toen het gebouw, waarin de King Kong gevestigd was, slachtoffer werd van een brandstichting door fascisten. Het was de doodslag voor tal van linkse projecten en initiatieven (hoewel de meeste daarvan op dat ogenblik al op de historische terugweg waren). Voor Monique kwam er noodgedwongen ook een einde aan haar job. Ze vond snel nieuw werk in restaurant De Pottenbrug, maar de horeca zou niet lang meer haar roeping blijven.

Nieuwe carrière

Ze begon aan een nieuwe carrière, ditmaal als zelfstandig vertaalster. De Franstalig-Joodse Monique, die zichzelf Nederlands geleerd had, zal uitgroeien tot een van de meest gevierde omzetters van Nederlandstalige literaire teksten naar het Frans. Haar inspanningen om Nederlandstalige (vooral Vlaamse) theaterteksten te voorzien van Franse ‘ondertitels’ (d.w.z. van samengebalde zinnen, die geprojecteerd worden onder de vorm van een ‘lichtkrant’ boven het toneel) bleken een schot in de roos. Ook voor boeken draaide Monique haar hand niet om. Arne Sierens, David Van Reybrouck, Josse De Pauw en vele anderen danken hun faam in Franstalig België en in Frankrijk daardoor in grote mate aan Monique’s ijverige werk.

Ercola

Sinds het midden van de jaren 1970 woonde Monique in de artistieke woongemeenschap Ercola in de Wolstraat. Ze leefde er samen met vele anderen, waaronder ook haar partner Jean en dochter Ruth. Monique zal er uitgroeien tot een van de sterkhouders van dit merkwaardige samenlevingsmodel. Gaandeweg werd Monique de ware ‘éminence grise’ van dit soms roerige alternatieve artiestendom. Monique lag dan ook mee aan de basis van de uitbundige viering van het vijftigjarig bestaan van deze leefgemeenschap-annex-atelier; viering die uitmondde in een prachtig boek, met daaraan gekoppeld een succesvolle expositie in het Antwerpse MHKA. Het spreekt voor zich dat Monique een belangrijke rol speelde in de coördinatie van deze aanzienlijke inspanning.

Café De Kat

Als Monique wat tijd had, dronk ze na het werk graag een glas in café De Kat, schuin tegenover de leefgemeenschap in de Wolstraat. Ze hield ervan haar vertalingsproblemen (voor zover die er waren) te bespreken met oude bekenden. Gaandeweg gingen die gesprekken over naar meer algemene persoonsgebonden en maatschappelijke problemen en toestanden. Heel snel kwamen dan ook de moreel-ethische principes van haar persoonlijke kompas weer naar boven. Ze kon dan erg onbuigzaam worden, vooral als ze de wijn verving door wodka. Niet iedereen kon daar even goed mee overweg.

Mildheid

De laatste jaren ging de gezondheid van Monique er op achteruit. Ze kreeg hartproblemen en moest als diabeet op dieet. Recent kwamen er ook moeilijkheden met haar nieren. Monique wist dat haar niet veel meer jaren zouden gegeven worden. Ze werd daardoor ook milder. Hoewel ze haar moreel-ethische kompas trouw bleef, onderhield ze het contact met haar zionistisch georiënteerde familie en bracht ze ook meer begrip op voor het kleinmenselijke falen van anderen.

Hoop

Wij dragen Monique mee in ons hart en hopen dat we uiteindelijk zelf ook dichter mogen groeien in de richting van haar moreel-ethische opvattingen over persoonlijke verantwoordelijkheid in het individueel en maatschappelijk bestaan. Wij zullen haar niet vergeten!