Het Duitse Die Linke lijkt soms wel een tegenpool van de Nederlandse SP: sterk pro-EU, open voor vluchtelingen en migranten. Maar ook Die Linke deed het niet goed in de Europese verkiezingen. Die Linke zakt van 7,4 naar 5,5 procent, de eerste keer dat het landelijk een vijf voor de komma scoort. Dat is meer dan een psychologische drempel, want in nationale verkiezingen geldt een kiesdrempel van 5 procent.
Laten we eerst wat details geven over de score van Die Linke. De partij verliest in alle leeftijdsgroepen, behalve opmerkelijk bij vrouwen tussen 18 en 25 jaar. Zij scoort boven gemiddeld bij werklozen, mensen die de eigen economische positie als slecht ervaren, en niet-christenen. Zij scoort ook goed bij vakbondsleden. Zij scoort bijzonder slecht bij ambtenaren, zelfstandigen, katholieken, en – weer opmerkelijk – mensen met een lage opleiding. De verliezen zijn het grootst in het oostelijk deel van Duitsland, met name Thuringen en Saksen-Anhalt, al scoort zij in de regel nog steeds beter in het oostelijk dan in het westelijk deel van Duitsland.
Maar hoe dus het verlies te verklaren? We zetten een aantal factoren op een rijtje die we vonden bij het grasduinen in de eerste reacties in en rond Die Linke.
Europa
Door de grote partijen en de media werden de inzet van deze verkiezingen geframed als een dreigende catastrofe: populisten stonden op het punt de Europese Unie te destabiliseren en onbestuurbaar te maken.
Daardoor steeg de deelname aan deze Europese verkiezingen sterk: van 48,1 procent in 2014 naar 61,4 procent in 2019 (een trend eveneens in de rest van de EU). Bovendien verklaarde 69 procent van de kiezers deze verkiezingen belangrijk te vinden, tegen maar 48 procent in 2014. Het blijkt dat veel kiezers zich vooral zorgen maken over de toenemende spanningen in de wereld, en de EU zien als een soort schild. Zij zijn volgens de peilingen met een duidelijke meerderheid voorstander van een Europees leger. Rond andere aspecten van het Europees beleid zijn de kiezers meer verdeeld: Europese belastingen of niet, de grenzen van de EU beter afschermen tegen immigratie of niet, de EU bemoeit zich met te veel zaken of niet, over al dergelijke vragen zijn de kiezers verdeeld.
De verkiezingen gingen ook niet over dergelijke vragen. In de aanloop naar de verkiezingen was het debat sterk gepolariseerd “voor of tegen” de EU. Wat je dan ging doen in Europa raakte ondergesneeuwd. Deze framing heeft gewerkt in die zin dat het extreemrechtse eurosceptische AfD werd afgeblokt: vergeleken met de laatste landelijke verkiezingen verliest zij zelfs licht, en de opgaande schwung lijkt gebroken. Van de 20 procent die zij zichzelf begin dit jaar voorspiegelde blijft niets over.
Die Linke en de EU
Maar deze polarisatie heeft ook Die Linke stemmen gekost. Zij heeft een sterk pro-Europees profiel, maar niet zo sterk als bijvoorbeeld dat van de Groenen. Als je dan toch pro-Europa wil stemmen, kan je het best voor een grotere partij stemmen. Dat Die Linke andere plannen heeft in Europa dan de Groenen of de SPD kwam niet uit de verf. Die Linke stelde bijvoorbeeld dat de Europese Verdragen gewijzigd moeten worden indien men daadwerkelijk een koerswijziging wil in de EU, maar dat werd niet echt gehoord.
Kritische stemmen voegen daar aan toe dat het verhaal van Die Linke over een “sociaal Europa” op zich ook niet geloofwaardig was. Een Europese verdragswijziging ligt bijvoorbeeld ver achter de horizon van de mogelijkheden, aldus deze stemmen, en Die Linke overtuigde dus niet dat dit een reëel perspectief was. Geloofwaardiger is het misschien om te zeggen dat je niet zal gehoorzamen aan Europese wetten en bevelen wanneer die een koerswijziging ten goede in Duitsland onmogelijk maken. Bovendien bakt Die Linke in Europa nog steeds zoete broodjes met het Syriza van Alexis Tsipras dat capituleerde voor het Europees soberheidsbeleid. Een kritische balans van de Griekse crisis ontbreekt. Hoe geloofwaardig ben je dan met je sociale verhaal?
Klimaat
Milieu en klimaat speelden wel een belangrijke rol in deze verkiezingen, naast het “voor of tegen de EU”. De scholierenstakingen en andere grote mobilisaties zijn daar natuurlijk niet vreemd aan.
Half mei werd een enquête gehouden over de vraag welke thema’s de kiezers doorslaggevend vonden voor hun stem. Daarbij konden zij verschillende thema’s aanduiden. Het klimaat was de grootste stijger: 48 procent vond dit belangrijk, een stijging van 28 procent! Andere thema’s in volgorde van belangrijkheid: sociale zekerheid 43 procent (-5), vrede 35 procent (-7), migratie 25 procent (+12) en de economie 19 procent (-5).
Het zal niet verbazen dat de Groenen volgens peilingen het meest geloofwaardig waren inzake milieu en klimaat, terwijl Die Linke toch vooral als competent ervaren wordt inzake sociale rechtvaardigheid, en daarnaast inzake migratie. Maar als je vraagt welke kiezers zich het meeste zorgen maken over de negatieve gevolgen van het klimaat, dan staat Die Linke wel bovenaan.
Bernd Riexinger, één van de twee voorzitters van Die Linke, stelt in een eerste balans vast dat maar twee procent van de kiezers Die Linke competent acht inzake klimaat. Daarom moet volgens Riexinger Die Linke hard gaan werken om sociale rechtvaardigheid en klimaatbeleid als twee vanzelfsprekende speerpunten te zien, en inzake klimaat geen “ja, maar…” verhaal te vertellen.
Richtingenstrijd
Volgens diezelfde Riexinger heeft de maandenlange richtingenstrijd in de schoot van Die Linke, die gepaard ging met de nodige persoonlijke spanningen, de partij ook geen goed gedaan (Wagenknecht, Aufstehen,…). Met name het migratiestandpunt stond ter discussie. Daardoor kregen de Groenen in deze Europese verkiezingen het monopolie als partij met een open wereldblik en als alternatief voor het AfD. Wie tegen het AfD wilde stemmen stemde groen. De positieve trend in de ledenaantallen en de electorale vooruitzichten na de laatste landelijke verkiezingen voor Die Linke braken door de interne spanningen af, en de leden werden onzeker.
Nuttig stemmen?
Ook Katja Kipping, de andere mede-voorzitter van Die Linke en een tegenpool van Sahra Wagenknecht, kwam snel met een reactie. Zij legt er de nadruk op dat Die Linke meer een relevante partij moet worden. Daarvoor verwijst zij naar de goede uitslag van Die Linke in de deelstaat Bremen, waar Die Linke voor het eerst in westelijk Duitsland met twee cijfers voor de komma eindigde, terwijl die dag de Europese uitslag er niet veel beter was dan elders.
Bij de Europese verkiezingen heeft Die Linke inderdaad een relevantie-probleem (zie hoger). Dat blijkt ook uit het feit dat Die Linke relatief veel verliest aan kleine partijen, omdat er in tegenstelling tot landelijke verkiezingen geen kiesdrempel is. Zonder kiesdrempel is een stem voor Die Linke blijkbaar niet “nuttiger” dan voor deze kleinere partijen.
Dat zie je bij de kiezers van Die Linke. Zowat 56 procent van de kiezers van Die Linke staat nu positief tegenover het EU-lidmaatschap, dat is een stijging van 23 procent. Hun mening over Europese kwesties wijkt op veel punten niet betekenisvol af van de gemiddelden, ook niet over het Europees leger bijvoorbeeld. Maar dat betekent niet dat zij gaan stemmen! Van de kiezers van Die Linke vond maar de helft deze verkiezingen erg belangrijk, minder dan van welke andere partij dan ook. Kiezers van Die Linke vonden ook meer dan de andere dat vooral Duitse thema’s belangrijk waren, niet de Europese. Het is een vast patroon dat Die Linke bij Europese verkiezingen aanzienlijk lager scoort dan bij landelijke, omdat haar kiezers veel meer dan die van de andere partijen dan thuis blijven.
Hoe bij de Bondsdagverkiezingen dan wel relevant worden?
Het politiek klimaat in Duitsland werd de laatste maanden gunstig beïnvloed door mobilisaties van onderuit, zoals de klimaatstakingen, de solidariteit met reddingsoperaties op de Middellandse Zee, of bewonersacties rond de woonproblematiek. Daarop steunend moet Die Linke zich richten naar SPD en Groenen met het voorstel te bouwen aan een linkse meerderheid die het land de andere kant uitstuurt.
Daarmee lijkt het debat in de schoot van Die Linke geopend. Allicht is er nog wat tijd voor dat debat, want gelet op haar dramatische electorale resultaten lijkt het niet waarschijnlijk dat de SPD snel een einde maakt aan haar lopende regeringscoalitie met de CDU/CSU om snel weer voor de kiezer te verschijnen. Het debat is ook niet eenvoudig. Heel de linkerzijde in Europa worstelt momenteel niet alleen met de relatie met de EU, maar ook met hoe je in de samenleving andere meerderheden opbouwt en hoe je in dat kader omgaat met de politieke macht.
Dit srtikel verscheen oorspronkelijk op Ander Europa.