In dit interview legt Ilya Budraitskis de visie van links op gedecentraliseerd bestuur uit en stelt dat de Communistische Partij van de Russische Federatie (CPRF) samen met Poetin moet opstappen.

De invasie van Oekraïne confronteerde de Russische samenleving met de gevolgen van een decennialange transformatie die onder meer begon met de invoering door Vladimir Poetin van een nieuwe Arbeidswet. De nieuwe arbeidswetgeving, aangenomen in december 2001, beknotte de rechten van vakbonden, wat bijdroeg tot de sociale atomisering en de afbrokkeling van de solidariteitspolitiek. Historicus en politiek commentator Ilya Boedraitskis maakt sinds de jaren negentig deel uit van de linkse politieke scene in Rusland. Meduza sprak met hem over linkse politiek in Rusland in oorlogstijd, de rol van de CPRF in het grote geheel van links in Rusland, het overleven van die partij in wat Budraitskis ‘de omstandigheden van de dictatuur’ noemt en de doelen die activisten nu kunnen nastreven om een gedecentraliseerd, democratisch toekomstig Rusland tot stand te brengen, waar de staat werkelijk de belangen van de meerderheid dient.

Uit welke elementen bestaat politiek links nu in Rusland?

Vanaf 24 februari 2022 is het huidige regime in Rusland het stadium van een flagrante dictatuur ingegaan, waardoor alle legale politieke activiteiten in het land op losse schroeven komen te staan. De politieke groeperingen en bewegingen die tot die datum bestonden, splitsten zich dan ook in twee grote kampen: het ene kamp steunde de zogenaamde ‘speciale militaire operatie’ in Oekraïne, het andere kamp veroordeelde en protesteerde ertegen. Hetzelfde soort verdeeldheid deed zich voor bij politiek links in het algemeen. Dat was een voorspelbare ontwikkeling, aangezien de tendensen die helemaal teruggaan tot 2014 hiermee werden voortgezet. Het Rusland van nu kent twee verschillende soorten links en het moet duidelijk zijn over welke van deze twee antagonistische bewegingen we het hebben.

Laten we beginnen met het pro-oorlogsblok. Kunnen we het gevestigde parlementaire links, vertegenwoordigd door de CPRF, als een echte linkse kracht beschouwen?

Oorlogsgezind links wordt in de eerste plaats vertegenwoordigd door de leiding van de CPRF en door degenen die haar standpunt steunen. Het Links Front van Sergej Udaltsov bijvoorbeeld heeft een pro-oorlogsstandpunt ingenomen en is in feite verbonden met de CPRF. Ze zien de oorlog en het conflict met het Westen als een radicale uitdaging voor het vroegere sociaal-politieke model van Rusland, een uitdaging die het land onvermijdelijk in de richting zal duwen van wat zij graag ‘socialisme’ noemen.

Het grootste probleem met hun standpunt (afgezien van de moraliteit en uitvoerbaarheid ervan) is dat het niet aangeeft wie het onderwerp moet zijn van de politieke verschuiving naar hun ‘socialisme’. Ze kunnen het niet hebben over de massa’s, de georganiseerde arbeidskrachten, want die mogelijkheid is in Rusland uitgeroeid. Het hele openbare politieke leven, inclusief de vrijheid van vergadering, is vernietigd. Stakingen komen niet meer voor. De Russische samenleving bevindt zich in een maximaal depressieve en vernederde staat. In het Rusland van Poetin is geen ruimte voor enige vorm van vooruitgang in de richting van sociale rechtvaardigheid.

Vanuit het oogpunt van pro-oorlogs links is het onderwerp van de ‘socialistische’ verschuiving de huidige heersende elite. Haar strategie bestaat er dus in de elite over te halen de weg van sociaal-economische hervormingen in te slaan. Het motief voor die veranderingen (we hebben het over zaken als nationalisatie van grote industriële concerns, of een meer ‘rechtvaardige’ herverdeling van de middelen van het land) zijn de objectieve behoeften van een land dat geconfronteerd wordt met een acuut extern conflict. Vandaar de oriëntatie op gemilitariseerd socialisme, inclusief planning van bovenaf om te voldoen aan de behoeften van voortdurende oorlogsvoering.

In de feitelijke omstandigheden van de dictatuur, is Poetin de enige geadresseerde geworden van alle CPRF-propaganda. De partij moet hem overtuigen om de hervormingen die ze voorstaat door te voeren. Zo verklaarde de voorzitter van de CPRF, Gennady Zyuganov, tijdens de ontmoeting van de president met de parlementaire fracties in juli 2022 dat zijn partij de politieke koers van Poetin volledig steunt, maar dat ze graag een ontwikkeling in de richting van het socialisme zou zien. Poetin antwoordde, enigszins schertsend, dat dat een interessant idee is, maar dat het goed zou zijn om eerst met enkele inschattingen te komen over hoe het socialisme er in de praktijk uit zou zien.

Er zijn hele goede redenen om te betwijfelen of de CPRF en haar bondgenoten kunnen worden omschreven als een bonafide linkse politieke kracht, aangezien het socialistische standpunt is gebaseerd op het idee dat de rechteloze massa de politieke en economische macht moet terugnemen door zelforganisatie aan de basis. Socialisme in deze klassieke linkse betekenis is iets dat door het volk wordt geïnitieerd, dat een nieuwe sociale orde vestigt ten gunste van de velen in plaats van de weinigen.

De huidige CPRF en haar bondgenoten hebben dat idee verworpen, omdat ze de massa’s met hun belangstelling voor verandering van onderop niet zien als een onderwerp, of een motor, van verandering. Zyuganovs idee van socialisme vereist geen deelname van de massa’s; in zijn visie is activiteit aan de basis eigenlijk ongewenst, omdat het gedrag van gewone mensen onvoorspelbaar is en daarom kan worden uitgebuit door de vijanden van Rusland, die hen kunnen verleiden met hun valse waarden. Het is veel veiliger om hervormingen door te voeren met het oog op de belangen van de staat.

Heeft de CPRF echte politieke macht? Ook al heeft ze de basisideeën van de linkse politiek verlaten, heeft de partij echte invloed op de hervormingen in het land?

De CPRF heeft zojuist haar 30e verjaardag gevierd, en met veel bombarie. Dat maakt de partij onder leiding van haar onveranderlijke leider Gennady Zyuganov praktisch gelijk aan het post-Sovjet politieke systeem zelf. Opmerkelijk is dat haar plaats in dat systeem nogal dubbelzinnig is. Als partij van ‘geleide democratie’ heeft ze nooit aanspraak gemaakt op echte politieke macht, waarbij ze elke stap coördineert met het Kremlin en de laatste tijd diens expliciete richtlijnen volgt.

De partij heeft nooit geprobeerd iemand de straat op te krijgen. Het gaat haar niet om wat er buiten het parlement gebeurt, maar om een herverdeling van de zetels in de Doema en in regionale besturen. Met andere woorden, de partij heeft geen grote politieke ambities. Ze onderhoudt slechts zichzelf en haar eigen apparaat en biedt een carrièreladder voor politici.

Er zijn tal van mensen die gouverneur of volksvertegenwoordiger zijn geworden uitsluitend omdat ze hun eerste jaren op de hiërarchische ladder van de CPRF hebben doorgebracht. Neem de gouverneur van Oryol, Andrej Klytsjkov, of afgevaardigden van de Moskouse Stadsdoema zoals de kleinzoon van Gennadij Zjoeganov, Leonid Zjoeganov, of de gouverneur van Chakassië, Valentin Konovalov. Ze hebben allemaal carrière gemaakt in de CPRF, waar ze hun bescheiden aandeel in de politieke macht kregen. Binnen het huidige politieke systeem brengt de CPRF je waarschijnlijk niet verder dan de post van afgevaardigde of een plaats in een lokale regering.

De niche van de CPRF in het systeem van de Russische politiek is een product van haar functie, namelijk het absorberen van protesterende dissidente kiezers tijdens verkiezingen. Mensen die op de CPRF stemmen, doen dat niet omdat ze willen dat de kleinzoon van Zjoeganov carrière maakt, of omdat ze willen dat hun partij elke nieuwe onderneming van Poetin steunt. Ze stemmen op de CPRF omdat ze ontevreden zijn over het Russische leven in verschillende aspecten, waarbij het sociale aspect voorop staat. Ze zijn ontevreden over ongelijkheid en armoede.

Gedurende 30 jaar heeft de CPRF consequent de belangen verraden van de mensen die op haar hebben gestemd. In elke fase van de hedendaagse politieke geschiedenis van Rusland zagen we die kloof tussen de kiezers en degenen die hen uiteindelijk in de regering vertegenwoordigden. Neem 2011, toen na de verkiezingen voor de Doema die ten gunste van Verenigd Rusland waren vervalst, naast de protestbeweging Bolotnaya de beweging ‘Eerlijke Stem’ begon. Bij die verkiezingen waren de stemmen specifiek van de communisten gestolen. De liberale oppositie nam ofwel niet deel aan die verkiezingen, ofwel waren haar resultaten veel bescheidener dan die van de communisten. De Eerlijke Stem protesten waren grotendeels een uiting van verontwaardiging van degenen die op de CPRF hadden gestemd. Maar de partij zelf deed niet mee aan de protesten; in plaats daarvan deed ze mee aan de vervolging van de demonstranten.

Een ander voorbeeld is de verkiezing van de Doema in september 2021. Vooral dankzij de ‘stem verstandig’-strategie van het Navalny-team gaven de meeste oppositiekiezers hun stem aan CPRF-kandidaten. Een aanzienlijk deel van die kandidaten won hun district, maar kon toch geen zetel in het parlement bemachtigen vanwege grootschalige vervalsingen, waaronder de manipulatie van online stemmen. Het standpunt van de partijleiding was intussen: zeker, er zijn wat schendingen geweest, maar niet zo groot dat de verkiezingsuitslag in twijfel moet worden getrokken of dat men tegen het regime in het geweer moet komen.

Die ambivalentie van de CPRF, een gevestigde partij die kiezers aantrok die geneigd waren te protesteren, kwam ook tot uiting in haar samenstelling. De CPRF was een magneet voor mensen die serieus werk wilden maken van linkse oppositiepolitiek zonder toegevingen te doen aan het Kremlin, die de belangen van hun kiezers wilden verdedigen en die volksbewegingen wilden ontwikkelen. Gedurende haar hele bestaan heeft de CPRF deze twee tegenstrijdige groepen met totaal verschillende motieven vertegenwoordigd. De leiding bestond echter altijd uit mensen die met het Kremlin samenwerkten en de CPRF als een partij van het establishment zagen. Ondertussen trokken de lokale afdelingen van de partij vaak mensen aan met heel andere verwachtingen.

In 2021 zagen we deze tegenstelling in de praktijk toen de ‘stem verstandig’-strategie steun opleverde voor CPRF-kandidaten als Mikhail Lobanov in Moskou, niet in de laatste plaats dankzij het feit dat ze oprechte, consistente anti-establishment standpunten innamen. Toen de oorlog uitbrak verklaarden slechts enkele afgevaardigden van de Doema zich tegen de oorlog, maar al degenen die hun stem lieten horen waren leden van de CPRF.

Hebben de CPRF-activisten ondanks deze interne tegenstellingen resultaten geboekt?

Als je gemeentelijk of regionaal afgevaardigde wordt, biedt dat bepaalde mogelijkheden. Die zijn natuurlijk heel beperkt, aangezien elke gevestigde oppositiepartij, inclusief de CPRF, een minderheid vormt. Toch is een afgevaardigde iemand die de stem van lokale gemeenschappen aanzienlijk kan versterken, zoals in het geval van afgevaardigde Evgeny Stupin in de Moskouse stadsdoema, die toevallig lid is van de CPRF.

Laten we het hebben over het andere linkse kamp, dat de invasie niet steunde. Als iemand zich niet verbonden voelt met de CPRF, welke andere linkse opties zijn er dan?

Onder de linkse organisaties die de invasie veroordeelden, is er een aantal kleine groepen die in wezen als massamedia opereren. In een situatie waarin praktisch elke pacifistische of anti-oorlogsactiviteit verboden is, zijn deze groepen nog net legaal. Politieke organisaties die een duidelijk anti-oorlogsstandpunt innamen zijn gedwongen ondergronds te gaan en moeten nu uiterst voorzichtig zijn. Dat vormt een ernstig strategisch probleem voor alle linkse groepen die voor de invasie in Rusland bestonden, of ze nu socialistisch of anarchistisch zijn. Er zijn verschillende basisstrategieën die ze kunnen gebruiken om zich aan te passen aan de huidige zware omstandigheden.

De eerste benadering is illegale directe actie, die moeilijk te omarmen is als je al een publiek figuur bent. De tweede is je activiteit beperken tot propaganda in kleine gemeenschappen zoals gesloten leesgroepen. Ten slotte is er de strategie van belangenbehartiging, die voorlopig legaal blijft. We hebben het over de koeriersbond Courier, de medische vakbond Deistvie en een aantal andere kleinere vakbonden waaraan anti-oorlogsactivisten deelnemen.

Hoe zijn de Russische vakbonden een politieke kracht geworden en komt daar nu verandering in?

Laten we beginnen met het feit dat Rusland zowel gevestigde als onafhankelijke vakbonden heeft. De gevestigde, officiële vakbonden krijgen heel weinig media-aandacht en de meeste van hun vermeende leden vermoeden zelfs nauwelijks dat ze bestaan. Toch is het een enorme bureaucratie. De Russische Federatie van Onafhankelijke Vakbonden (FNPR) fungeert al tientallen jaren als een verlengstuk van de regering op het gebied van arbeidsverhoudingen en als een instrument voor de controle van de eigenaren van bedrijven over de werknemers. Dat heeft duidelijk niets te maken met echte vakbonden. Als we zoeken naar historische parallellen, verschillende fascistische regimes hadden hun eigen staatsvakbonden en verenigingen voor zowel werkgevers als werknemers.

Wat de onafhankelijke vakbonden betreft, zijn de weinige overgebleven wegen van nog legale publieke activiteit (zoals de verdediging van vakbondsrechten, verbonden met de propaganda van zelfopvoeding) buitengewoon riskant geworden. Zo werd Kirill Ukraintsev, de leider van de koeriersvakbond, afgelopen voorjaar gearresteerd en gevangen gezet en hij is pas heel onlangs vrijgelaten.

We moeten begrijpen dat deze organisaties, ondanks hun lokale successen, niet kunnen worden beschouwd als volwaardige vakbonden, aangezien een echte vakbond in staat is collectieve overeenkomsten te sluiten met grote industriële werkgevers. In het huidige Rusland is dat echter praktisch onmogelijk en niet alleen vanwege de repressieve druk van de regering en de eigenaren van bedrijven. Een van de eerste initiatieven van Poetin toen hij aan de macht kwam, was de goedkeuring van een nieuwe arbeidswet die de bevoegdheden van de vakbonden beknotte.

Dat betekent dat een effectieve staking in het huidige Rusland praktisch onmogelijk is. De wettelijke mogelijkheden van vakbonden zijn vrijwel nihil. Verenigingen als Courier, Deistvie, of de Lerarenbond zijn uitstekende en heel belangrijke initiatieven, die niettemin dicht bij de basis opereren. Ze lijken meer op belangenorganisaties dan op echte vakbonden. Kijk ter vergelijking maar eens naar de protesten tegen de pensioenhervorming in Frankrijk, dan zie je het verschil.

Hoe zit het met de anarchisten? Ze zijn al lang onderworpen aan staatsrepressie; groeien anarchistische bewegingen nu als reactie op de invasie? Zijn het anarchisten die spoorwegsabotage organiseren en bureaus voor de dienstplicht in brand steken?

We hebben vrij weinig informatie over wie er werkelijk achter die initiatieven zit. Ik weet niet of anarchistische bewegingen groeien of krimpen, omdat ze onder enorme druk opereren, in een de facto ondergrondse modus. Maar het is heel moeilijk om te groeien als je ondergronds gaat.

Het regime heeft zich ingespannen om de verregaande invloed van anarchisten op de jongere generatie Russen te beperken. Ongeveer tien jaar geleden vestigde zich in Rusland een grote antifascistische subcultuur die zich sterk baseerde op anarchistische ideeën. Haar invloed was heel voelbaar. Het regime deed veel moeite om die antifascistische scene de kop in te drukken. Dat leidde tot de vervolging van Het Web (1)Het Web is een jeugdorganisatie waarvan de leden in Penza, Sint-Petersburg en Moskou werden vervolgd wegens terrorisme. Het meeste bewijs tegen hen kwam uit de bekentenissen van de deelnemers en is mogelijk onder dwang afgeperst. en vele andere politiek gemotiveerde strafzaken. Het regime slaagde erin een min of meer massale beweging te liquideren door simpelweg de belangrijkste activisten uit te schakelen.

Natuurlijk heeft iets van dat antifascistische element het overleefd, omgevormd tot partijgebonden groepen. De vraag hier is niet zozeer het heden als wel de toekomst. Hoeveel van wat deze groepen nu doen, zal in de toekomst nog betekenis hebben? Geïsoleerde acties, hoe heroïsch ook, zijn niet in staat de dynamiek van de huidige situatie te doorbreken. Maar ik denk dat als de Russische samenleving een vraag naar een massale anti-oorlogsbeweging presenteert, alle beschikbare vormen daarvan, inclusief de al bestaande, welkom zullen zijn.

Is het dan waar dat geen enkele linkse beweging in 2023 significant in aantal kan groeien? Is dit niet juist het perfecte moment om te streven naar groei?

Ik denk dat de dictatoriale omstandigheden in principe geen ruimte laten voor politieke- en burgerrechten. Ze staan geen enkele vorm van legale politieke activiteit toe, waardoor die bewegingen in feite geen nieuwe aanhangers kunnen verwerven of hun boodschap actief in de samenleving kunnen verspreiden.

De vraag is of de Russische samenleving veranderingen teweeg kan brengen die ernstig genoeg zijn om een nieuw soort politiek tot stand te brengen en ook wat links zelf te bieden heeft voor de ontwikkeling van het land na Poetin. Dat is de belangrijkste taak voor links op dit moment, evenals voor elke oppositiegroep in Rusland en dat betekent dat wat ze nu doen grotendeels is berekend op de lange termijn, in tegenstelling tot het onmiddellijke effect.

Hoe vat Russisch links dekolonisatie op en hoe zou die er in Rusland uit moeten zien?

Dat is een ingewikkelde vraag, want aan de ene kant is er de term ‘dekolonisatie’ in de context van postkoloniale studies en aan de andere kant zijn er praktische vragen over de politieke toekomst van Rusland na de impasse waarin het nu terecht is gekomen. En deze twee zaken staan volledig los van elkaar. Dus misschien is het het beste om ons te richten op de huidige politieke orde in Rusland als geworteld in zijn imperiale verleden.

Allereerst beseffen we dat de oorlog is gebaseerd op historisch revisionisme en het idee dat er voor Rusland geen authentiek bestaan mogelijk is binnen zijn huidige grenzen. Zoals het regime het ziet, moeten de grenzen van Rusland voortdurend worden opgeschoven om de zogenaamd ‘historisch Russische’ gebieden te ‘heroveren’. Helaas gaat die gedachtegang gepaard met een zekere traditie: ze is niet uitgevonden door Poetin, maar wordt bepaald door de hele pre-revolutionaire imperiale erfenis van Rusland, evenals door de ervaringen in het Stalin-tijdperk en het Sovjettijdperk na Stalin.

Die traditie heeft zich inmiddels geworteld in het bewustzijn van een groot deel van de bevolking, en dat maakt propaganda zo effectief. Om het Rusland van na Poetin in vrede met zijn buren te laten leven zonder andere landen te bedreigen, met inbegrip van de post-Sovjetstaten en Oost-Europa, moet de imperiale mentaliteit grondig worden herzien. We moeten niet alleen ons heden, maar ook ons verleden uitwerken en nagaan hoe ons volk de geschiedenis van Rusland en zijn betrekkingen met de omringende landen ziet. Dat is het eerste punt.

Het tweede punt heeft te maken met de huidige officiële status van Rusland als ‘federatie’, terwijl het in werkelijkheid een hypergecentraliseerde staat is waar alle middelen door Moskou worden toegeëigend om terug te sijpelen naar de regio’s op basis van hun mate van politieke loyaliteit aan het regime. Dat bepaalt het beleid van Rusland ten aanzien van zijn inheemse minderheden, omdat het hele bestaan van niet-Russische identiteiten in het land door het Kremlin als een bedreiging wordt gezien. Vandaar de onderdrukking van inheemse talen en van de resterende restanten van autonomie in regio’s met een aanzienlijke inheemse niet-Russische bevolking.

Dat beleid wordt al twee decennia lang door Poetin gevoerd en houdt rechtstreeks verband met het Moskou-centrische karakter van dat regime en het ontbreken van echte democratie in het land. In die zin is een serieuze herziening van de plaats van Moskou in het Russische bestuur noodzakelijk.

Zou dat noodzakelijkerwijs het uiteenvallen van Rusland als één politieke entiteit inhouden?

Het huidige Rusland houdt de ontwikkeling van zijn regio’s tegen met dwang en geld. Het heeft die regio’s geen positief programma meer te bieden. Daarom zullen we, zodra de politieke macht van het regime begint af te nemen en het geld begint op te drogen (en dat zal binnen afzienbare tijd gebeuren), een uitbarsting zien van centrifugale krachten binnen het land.

De resultaten zullen niet geheel comfortabel zijn voor degenen die in de regio’s wonen. Als we een gemeenschappelijke politieke ruimte willen behouden ‒ niet in de zin van gebondenheid aan één politieke macht, maar in de zin van een omgeving die een soort interculturele menselijke uitwisseling mogelijk maakt ‒ moeten we nadenken over de waarden, ideeën en beginselen die Rusland als zodanig de regio’s kan bieden. De ideeën van tolerantie, gelijkheid, een goed ontwikkeld sociaal beleid en het recht van de regio’s om hun eigen middelen te beheren, zouden bijdragen tot het behoud van deze ruimte in de vorm van een federatie of een gemenebest.

Als we tot het bittere einde blijven ontkennen dat centralisatie een probleem is, als we blijven proberen de etnische regio’s in een vast stramien te dwingen en alle tekenen van uniciteit beschouwen als een bedreiging voor de staat en zijn integriteit, zal dat leiden tot desintegratie. Het voortzetten van de huidige koers van Rusland kan mogelijk leiden tot een heel hard desintegratiescenario. Maar het is ook mogelijk die koers te wijzigen en desintegratie af te wenden.

Hoe staan de Russen in het algemeen tegenover linkse politiek? In hoeverre hebben die bewegingen een basis voor de toekomst opgebouwd?

Linkse politici hebben enig succes gekend in het Rusland van na de Sovjet-Unie. Zo zijn er de verhalen van Michail Lobanov en andere verkiezingsoverwinningen, evenals een hele reeks charismatische gemeenteraadsleden zoals Sergej Tsoekasov, die op een bepaald moment hoofd was van het Moskouse districtOstankino. Of neem de rol van de linkse politiek in sociale massabewegingen zoals de Shies-milieuprotesten in de regio Arkhangelsk. En er is het werk van onafhankelijke vakbonden en hun rol in lokale overwinningen zoals het effectieve werk van de Arbeiders Confederatie om tientallen Moskouse metromedewerkers, die in 2021 illegaal waren ontslagen, hun baan terug te geven.

Het afgelopen decennium kende Rusland een dubbele dynamiek. Enerzijds zagen we een toenemend politiek engagement onder jongeren, groeiende basisbewegingen en politiek protest en actieve deelname aan verkiezingscampagnes en verkiezingen. Anderzijds zagen we ook de groei van het repressieve staatsapparaat en de toenemende druk daarvan op die ontwakende samenleving. Met alles wat dit regime in reactie op de Maidan-revolutie in Oekraïne en tot aan de start van de invasie heeft gedaan, werden niet alleen doelen van buitenlands beleid nagestreefd, maar ook binnenlandse. Het hoofddoel van het regime was de samenleving volledig te onderdrukken, de bevolking te atomiseren en een sfeer van paniek en terreur te creëren ten aanzien van elke politieke activiteit.

Alles wat de afgelopen tien jaar in de linkse politiek in Rusland is gebeurd, maakte deel uit van deze dubbele trend. De situatie van 24 februari 2022 kan worden beschouwd als een triomf van de staat over de samenleving in deze specifieke historische periode. En aangezien links altijd partij kiest voor de samenleving, in tegenstelling tot de staat, is die triomf ook een nederlaag voor de linkse beweging.

Ik ben geen socioloog en kan geen specifieke cijfers presenteren, maar op basis van mijn eigen ervaring, waaronder activisme, kan ik zeggen dat de meerderheid van de Russen sociale ongelijkheid en onrechtvaardigheid als de belangrijkste politieke kwestie beschouwt. Een absolute meerderheid van de mensen zou het met u eens zijn als u zou spreken over herverdeling van de middelen en de rijkdom. Ze zouden het er ook mee eens zijn dat Rusland een echte welvaartsstaat moet worden die werkt in het belang van de meerderheid. Daarom is de linkse agenda hier zo belangrijk.

Zelfs de prestaties van de driemaal verbannen Alexey Navalny hebben veel te maken met zijn overname van sommige elementen van de linkse agenda in zijn eigen anti-corruptie retoriek. Ik zou zeggen dat de meerderheid van de kijkers beseft dat Navalny’s video’s niet alleen over corrupte staatsambtenaren gaan. Ze gaan echt over hoe een verwaarloosbare minderheid alle rijkdom in een verder berooid land heeft ingepikt. Deze situatie is flagrant onrechtvaardig. Of de functionarissen legaal of illegaal rijk zijn geworden is het laatste waar men zich zorgen over maakt, want de wetten die deze groep in staat hebben gesteld zich die rijkdom toe te eigenen, zijn door de overweldigers zelf geschreven.

Een ander belangrijk aspect van de linkse traditie is haar oriëntatie op democratie en niet alleen op formele democratie. Voor politiek links gaat democratie niet alleen over goed functionerende electorale instellingen. Het gaat erom hoe gewone mensen kunnen deelnemen aan de beslissingen die hun eigen leven beïnvloeden. Het socialisme zoals het zo’n 150 jaar geleden door zijn stichters was bedacht, was een intern consistente visie op democratie die tot haar logische grenzen werd doorgevoerd. Het was een idee van democratie als meerderheidsregel, niet alleen in de politiek, maar ook in de economie. Daarom zijn de democratische eisen die de afgelopen decennia zo belangrijk zijn geweest voor de Russische samenleving ‒ de eisen voor eerlijke verkiezingen, vrijheid van vergadering, vrije vakbonden en het stakingsrecht ‒ endemisch voor politiek links.

Ik denk dat als Rusland enige mogelijkheid tot een echt openbaar politiek leven had behouden, met de oprichting van een legale links-liberale partij die aan verkiezingen zou kunnen deelnemen, we al een opmars van de linkse politiek in dit land zouden hebben gezien. Alle voorwaarden waren het afgelopen decennium aanwezig en ook de gisting in de massa was heel gunstig.

Waren er naast de staatsrepressie nog andere factoren die verhinderden dat linkse bewegingen dieper in de samenleving doordrongen?

Ondanks de vraag van de Russische samenleving naar democratisering en sociale rechtvaardigheid, blijft het grootste deel politiek passief. De mensen hebben zich onvoorbereid getoond op actie en ik denk niet dat dat alleen te maken heeft met obstructie van zelforganisatie aan de basis of met de angst voor repressie.

In een harde marktmaatschappij waar iedereen voor zichzelf staat, waar geld synoniem is met macht en waar iedereen een of andere persoonlijke overlevingsstrategie onderschrijft, klinkt elke suggestie van gemeenschappelijke belangen als totale onzin. Dat vooroorlogse Russische ‘gezond verstand’ stond de linkse agenda en elke zelforganisatie aan de basis in de weg. Russische activisten konden heel moeilijk uitleggen waarom de huurders van een flatgebouw een comité moesten oprichten om hun rechten te verdedigen tegenover de plaatselijke beheermaatschappijen. Ook huurders hebben het moeilijk om te begrijpen wat georganiseerde collectieve strijd voor gemeenschappelijke rechten inhoudt.

In plaats daarvan vroegen ze zich af of de strijd hen meer voordelen of problemen zou opleveren. Dat was de realiteit in Rusland en het was grotendeels verantwoordelijk voor de apathie die we hebben gezien en voor de kwetsbaarheid van de bevolking voor militaristische propaganda.

De preoccupatie van links met lokale strijd tegen ongelijkheid lijkt haar te vervreemden van de massa. Tegelijkertijd stelt links geen enkele systemische hervorming voor, economisch noch anderszins. Is die opvatting onterecht?

Er is een echt probleem met de focus van de activisten op alledaagse praktische zaken. Mensen zijn gemakkelijker te motiveren als er iets is wat ze hier en nu kunnen doen. Dat is over het algemeen een goede zaak, omdat activisten er vaak in slagen iemand te helpen. Tegelijkertijd leidt de fixatie op het ‘hier en nu’ activisten weg van het conceptualiseren van politieke programma’s en voorstellen, van het ontwikkelen van grote, alomvattende verhalen die de sociale realiteit zouden verklaren. Maar gewone mensen hebben zulke verhalen nodig.

We zien dat de obsessie van de Russen met YouTube en met allerlei bekende figuren te maken heeft met deze vraag naar een alomvattend wereldbeeld: om te begrijpen wat ze moeten doen, hebben mensen iemand nodig die alle gebeurtenissen en ontwikkelingen in een samenhangend holistisch beeld samenbrengt. Vaak kunnen mensen die helemaal opgaan in het activisme zo’n beeld niet leveren. Ofwel vinden ze het allemaal niet zo belangrijk, ofwel hebben ze er de tijd en de middelen niet voor. Dat is schadelijk voor de linkse beweging zoals we die in het huidige Rusland kennen.

Maar dat is niet alleen een probleem van hoe weinig mensen grootschalige politieke programma’s ontwikkelen. Voorstellen die losgekoppeld zijn van de praktijk en van daadwerkelijke massabewegingen worden vaak abstract. Als liberale economen bijvoorbeeld beginnen te praten over ‘hoe Rusland te hervormen’, is er meestal enige duidelijkheid over wie ze vertegenwoordigen: ‘Poetin moet worden vervangen door een figuurlijke Evgeny Chichvarkin, die de economie naar eigen inzicht zal transformeren.’ Voor links is de kwestie van de macht radicaal anders. Het is de vraag hoe het politieke systeem te hervormen zodat het de meerderheid dient. Het antwoord op die vraag kan niet worden voorzien, of worden bereikt door een gedachtenexperiment.

Vladimir Lenin zei dat we er nooit in detail achter zullen komen hoe het socialisme eruit ziet, totdat de massa aan het werk gaat. Dat geldt nog steeds voor de linkse beweging. We zullen niet weten hoe een rechtvaardige samenleving eruit ziet, totdat dat idee miljoenen mensen bereikt en de massa’s besluiten dat ze het in de praktijk gerealiseerd willen zien.

Hoe kunnen we erachter komen welke langetermijndoelen prioriteit moeten krijgen in de linkse politiek in Rusland? Waarop moeten politici de nadruk leggen als ze gehoord willen worden?

Links moet lessen en conclusies trekken uit wat er met het land is gebeurd. We moeten heel duidelijk zijn dat dit regime niet onderhevig is aan evolutie. Het zal niet uit zichzelf veranderen en er is een tamelijk radicale transformatie nodig. Die transformatie zal plaatsvinden als Rusland een bestuurscrisis doormaakt die gepaard gaat met een actieve wil tot verandering van onderop.

Daarom moet links nadenken over hoe het aan deze toekomstige massabeweging wil deelnemen. Het huidige regime heeft verandering binnen het bestaande institutionele kader onmogelijk gemaakt. Het land heeft een nieuwe grondwet nodig, nieuwe wetten, nieuwe politieke partijen en de CPRF zal naar alle waarschijnlijkheid samen met de rest van het huidige politieke systeem in de vuilnisbak belanden.

De privatisering uit het verleden, die de basis werd van het huidige regime in Rusland, zal absoluut opnieuw moeten worden geëvalueerd. Er is behoefte aan een radicale herziening van het sociaal beleid, met een ontmanteling van de door Poetin ingestelde arbeidswet, met progressieve belastingen, met een nieuw begrotingsbeleid voor onderwijs en gezondheidszorg, die nu op een neerwaarts gerichte basis worden gefinancierd.

Bovendien heeft de samenleving niet alleen behoefte aan een herverdeling van de middelen, maar ook aan een herziening van de hele filosofie die ten grondslag ligt aan het huidige Russische sociale beleid. Nu wordt het geregeerd door het principe van efficiëntie: hogescholen, ziekenhuizen en musea zijn allemaal vrije marktspelers die inkomsten moeten genereren en zichzelf moeten financieren. Inefficiënte instellingen worden gesloten, zodat de staat nooit verlies hoeft te nemen. Dat uitgangspunt dat de staat altijd winst moet maken, dat hij meer moet krijgen dan wat hij uitgeeft, moet worden verworpen. De hele sociale welvaartssfeer moet worden bepaald door de behoeften van de samenleving, niet door marktefficiëntie of winstgevendheid.

Daarnaast moet er een programma komen voor gendergelijkheid, met een herziening van al die anti-LHBT-wetten en met nieuwe wetten tegen huiselijk geweld. Er moet een speciaal programma komen om van Rusland een echte federatie te maken, zodat het lokale bestuur de regionale begrotingen kan beheren. We moeten ook etnische minderheden in staat stellen hun talen en culturen te ontwikkelen, omdat die minderheden anders in een positie van machteloosheid en slachtofferschap worden geplaatst.

Al deze doelstellingen hangen zonder meer samen met de decentralisatie van het bestuur in Rusland. Welke vorm dat alles zal aannemen is een open vraag, maar ik ben er zeker van dat decentralisatie rechtstreeks verband houdt met democratie. Hoe meer macht mensen lokaal hebben, en hoe minder daarvan in het centrum blijft, hoe duurzamer de democratische instellingen van Rusland in de toekomst zullen zijn.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk op Meduza. Nederlandse vertaling: redactie Grenzeloos.

Voetnoten

Voetnoten
1 Het Web is een jeugdorganisatie waarvan de leden in Penza, Sint-Petersburg en Moskou werden vervolgd wegens terrorisme. Het meeste bewijs tegen hen kwam uit de bekentenissen van de deelnemers en is mogelijk onder dwang afgeperst.