Aan alle verontruste burgers, beleids- en opiniemakers die zich de voorbije jaren zorgen maakten over de opmars van ‘cancelcultuur’ en ‘woke’, die de vrijheid van onderzoek en meningsuiting zouden bedreigen, het is tijd om jullie te roeren, want jullie ergste nachtmerries lijken stilletjes aan realiteit te worden.

In de Verenigde Staten is de opgelegde censuur evenwel niet afkomstig van linkse studenten en professoren aan de universiteit, maar van de hogere bestuursechelons. In een van zijn recent uitgevaardigde decreten wil president Trump de zogenaamde “genderideologie” bannen uit overheidsdiensten en publieke administraties. Daardoor worden termen als ‘gender’, ‘transgender’, ‘lgbti’, ‘zwangere persoon’, ‘non-binair’, ‘biologische man’ en ‘biologische vrouw’ in sneltempo geschrapt van de websites, datasets en publicaties van prominente instellingen zoals het Nationale Instituut voor Volksgezondheid (CDC) en het Departement voor Gezondheid en Sociale Dienstverlening (HHS). Ook het gerenommeerde Nationaal Fonds voor Wetenschap (NSF), dat wereldwijd wetenschappelijk onderzoek financiert, werd geordonneerd om wetenschappelijke aanvragen met de woorden ‘inclusie’, ‘intersectionaliteit’, ‘trauma’ en ‘diversiteit’ terzijde te schuiven wegens “problematisch woke taalgebruik”.

Onder het merkwaardige voorwendsel vrouwenrechten te “verdedigen”, worden de resultaten van decennialang onderzoek in de natuur- en sociale wetenschappen over sekseverschillen, gender en seksualiteit zo uitgewist. De strategie sluit aan bij het ‘cancelen’ van levensnoodzakelijke kennis en fondsen voor klimaatonderzoek en ontwikkelingssamenwerking.

Deze compleet irrationele heksenjacht is louter politiek gemotiveerd. Ze is vooral gericht op een machtsovername van een kleine economische elite en op het zaaien van morele paniek en angst. Maar in de praktijk heeft zo’n orwelliaanse beslissing een desastreuze impact op het leven, welzijn en de gezondheid van miljoenen mensen. Veel van de communicatie van het CDC bevat immers standaardtermen als ‘gender/sekse’, ‘seksuele oriëntatie’ of ‘genderidentificatie’, gegevens die van wezenlijk belang zijn voor het diagnosticeren en begrijpen van gezondheidsproblemen, de opvolging van het ziekteverloop, de verspreiding van medische aandoeningen en het voorschrijven van geschikte medische zorg en therapie.

Zo zal het niet langer mogelijk zijn om met Amerikaans overheidsgeld te onderzoeken waarom medische symptomen bij vrouwen vaker niet herkend worden, zodat zij een hoger risico lopen om vroegtijdig te overlijden aan een hartstilstand. Of waarom mannen meer kans hebben om te sterven door een auto-ongeval. Het zal niet langer mogelijk zijn om te onderzoeken of en waarom mannen die seks hebben met mannen meer kans hebben om besmet te worden met het mpox virus. Het zal niet langer mogelijk zijn om te onderzoeken waarom trans jongeren buitenproportioneel vaak te kampen krijgen met mentale gezondheidsproblemen en zelfmoordgedachten.

Antiwetenschappelijke coup

Deze antiwetenschappelijke coup is niet alleen nadelig voor de echt bestaande levens van de zogenoemde ‘gender, seksuele en etnische minderheden’, maar van alle mensen en bevolkingsgroepen. Gender, racialisering, seksualiteit en intersectionaliteit zijn immers relationele begrippen die verwijzen naar de maatschappelijke machtsverhoudingen tussen verschillende groepen in de samenleving: man-vrouw, rijk-arm, wit-persoon van kleur, hetero-lgbti, trans-cis. De processen van discriminatie, in- en uitsluiting, onderdrukking, geweld en privilege die daaruit voortvloeien zijn dus geen ingebeelde discursieve fantasietjes of identiteiten die alleen bestaan in de hoofden van zogenaamde ‘wokies’, maar maken deel uit van de echte wereld. Ze zijn aanwezig op de kantoren en bureaus waar we werken, in de keukens en slaapkamers waar we leven (en ook werken), in de ziekenhuizen waar we zorgen en verzorgd worden en op de straten waar we wandelen. Ze tekenen onze arbeid, onze lichamen, ons vlees en ons bloed, zweet en tranen.

Reactionaire, patriarchale, autoritaire beleidsmakers zoals Trump en zijn consorten kunnen deze termen verbannen uit onze taal en communicatie, dat maakt deze processen niet minder reëel en de werkelijkheid niet minder objectief. Dit is dus een urgente oproep aan alle democratische krachten in onze maatschappij die bezorgd zijn om de academische vrijheid en het welzijn van de bevolking. We roepen ze vooral op om het publieke debat over en het academische onderzoek naar machtsongelijkheden meer dan ooit te ondersteunen en te promoten.

Want vergis jullie niet, wij – vrouwen, personen van kleur, lgbti-personen, trans personen, non-binaire personen, zwangere mensen, werkende mensen en/of anders gemarginaliseerde mensen – gaan nergens naartoe. Wij bestaan en wij zijn hier om te blijven. En zelfs als jullie beslissen om ons in de steek te laten en toe te geven aan radicaal rechtse populistische tendensen door onze taal en onze concepten te verbannen, dan introduceren wij gewoon nieuwe termen en woorden om dezelfde maatschappelijke realiteit te benoemen. Gender wordt dan roos, trans wordt paardenbloem, persoon van kleur wordt jasmijn, diversiteit wordt zonnebloem en klasse wordt madeliefje. Want zoals Shakespeare al zei: “a rose by any other name would smell as sweet”.

Ondertekend door Siggie Vertommen, Chia Longman, An Van Raemdonck, Carine Plancke, Carla Besora Barti, Katrien De Graeve, Martina Vitackova, Giulia Nazzaro, Neslihan Dogan, Nika Looman, allen verbonden aan Centre for Research on Culture and Roses, Universiteit Gent


Dit opiniestuk werd eerder gepubliceerd in de krant De Standaard, op 10 februari 2025.

Foto beschikbaar op Wikimedia Commons.