Aan de vooravond van een verlengde verkiezingscampagne – waarbij de campagne voor de gemeenteraden naadloos zal overlopen in de campagne voor de federale, regionale en Europese parlementen – trachten de rechtse federale en Vlaamse regeringscoalities alsnog hun afbraakagenda door te voeren. Ze doen dit door een frontale aanval in te zetten op het statuut van hun ambtenaren. Hun doel is de ‘harmonisering naar beneden’ van het ambtenarenstatuut met dat van de contractuele medewerkers. De plannen die op tafel liggen, zorgen voor grote sociale onrust.
Onafhankelijke ambtenaren?
Dat is ook terecht. Want met deze ‘harmonisering naar beneden’ dreigt de onafhankelijke positie van ambtenaren tegenover de politieke overheid in het gedrang te komen. Daarnaast mag er gevreesd worden voor minder stabiele jobs, met slechtere carrièremogelijkheden, met lagere lonen, een veel lager pensioen en een minder menselijke regelgeving ingeval van ziekte.
Grote actiebereidheid bij Vlaamse overheid
De vakbonden van het Vlaamse overheidspersoneel mobiliseerden hun achterban door middel van massaal bijgewoonde personeelsvergaderingen. Tegelijk werden door de ACOD in de loop van de zomer acties georganiseerd, waaronder de blokkade van verschillende sluizen van de Vlaamse binnenvaart. Op 18 september escaleerden deze acties tot een veralgemeende staking van de zee- en rivierloodsen en van de bemanningen van sluizen en bruggen, met grote impact, o.a. in de haven van Antwerpen. Deze stakingsacties maakten dan ook indruk en kostten privéondernemingen handenvol geld. Wie het wou zien zag het duidelijk: het personeel van de Vlaamse overheid was gemobiliseerd en de actiebereidheid was uitzonderlijk groot. De zogenaamde ‘gelatenheid’ van de Vlaamse werknemers bleek opeens niet meer dan een waanidee.
Ziekteregeling onder druk
Ook bij de federale overheid zijn de vakbonden al maandenlang bezig met onderhandelingen over een soortgelijke ‘harmonisering naar beneden’. Deze onderhandelingen verlopen bijzonder stroef en meermaals diende via mobilisatie druk te worden uitgeoefend op de minister ‘belast met ambtenarenzaken’ – Steven Vandeput (N-VA). Als klap op de vuurpijl kondigde de federale regering in haar meest recente ‘zomerakkoord’ bovendien aan dat er (naar Vlaams voorbeeld) ingegrepen zou worden in de regelgeving met betrekking tot het ziekteverlof. Met die ingreep zouden statutaire ambtenaren na 30 dagen ziekte terug moeten vallen op een (veel lagere) vergoeding door het ziektefonds. Terwijl ze vandaag nog kunnen rekenen op een gewaarborgd maandloon voor de duur van een ‘ziektekrediet’ dat wordt opgebouwd op basis van anciënniteit – wat vooral welkom is voor ambtenaren die door pensioenhervormingen jaren langer moeten blijven werken en daardoor vatbaarder zijn voor langdurige ziekten. Bij de federale overheid roept het gemeenschappelijk vakbondsfront daarom op tot een nationale betoging op 28 september.
Veralgemeende confrontatie?
Her en der wordt dan ook gesproken over een ‘hete herfst’ – temeer daar er ook in de Franstalige non-profitsector gemobiliseerd wordt. Maar is het ook terecht om te spreken over een ‘hete herfst’?Gaan we opnieuw naar een veralgemeende confrontatie tussen rechtse neoliberale afbraakregeringen aan de ene kant en verontwaardigde, sociaal gemotiveerde vakbonden aan de andere kant, zoals dat het geval bij het begin van de regeerperiode in 2014? Het valt te vrezen van niet.
Volwaardige onderhandelingen?
Voor het personeel van de Vlaamse zowel als de federale overheid is de inzet glashelder: zij willen de afbraakplannen volkomen van de tafel vegen. Voor de vakbondsleidingen speelt er echter iets heel anders. Zij willen vooral erkend blijven als ‘volwaardige onderhandelingspartners’. Daarom zijn de vakbondsleidingen bij de federale overheid vooralsnog niet van plan om de actie te laten escaleren. Er is niemand onder hen die oproept tot een algemene staking in het gehele federaal openbaar ambt. Bij de Vlaamse overheid stellen de vakbondsleidingen zich ondertussen tevreden met een belofte vanwege minister Liesbeth Homan (N-VA) om ‘constructief te onderhandelen’ in werkgroepen, zonder een limiet op de onderhandelingstermijn te stellen en met een verder niet ingevulde ‘garantie’ op ‘onderhandelingsmarge’. Deze vage ‘toezeggingen’ bleken voor de vakbondsleidingen voldoende om de voor 21 september aangekondigde algemene 24-urenstaking bij de Vlaamse overheid… ‘op te schorten’.
Een algemene 24-urenstaking?
Op het einde van de zomervakantie stelde ABVV-voorzitter Robert Vertenueil nog voor om op 2 oktober een algemene 24-urenstaking voor alle Belgische werknemers uit te roepen, zowel dus voor de openbare als voor de privésector. Hiermee zou een perspectief geboden kunnen worden aan het wijd verspreide ongenoegen tegenover de frequente aanvallen door de rechtse regeringen op de verworvenheden van de werkende bevolking. Zo zou het verzet ook terug op gang getrokken kunnen worden tegen de verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd naar 67 jaar, tegen de afbraak van de pensioenstelsels, van de werkloosheidsregeling en van de zorg, tegen de voortdurende aanvallen op het stakingsrecht (onder het mom van ‘minimale dienstverlening’), enz. Ook is het zo dat dit ordewoord van een algemene 24-urenstaking de verschillende aan gang zijnde strijdbewegingen kan een maken, zodat er niet meer naast elkaar, maar wel hand in hand, mét elkaar kan gestreden worden. Tegelijk wordt zo ook een krachtsverhouding opgebouwd tegenover het patronaat van de privésector, wat niet onbelangrijk is gezien er in het najaar opnieuw moet gesproken worden over een Interprofessioneel Akkoord, met name voor wat betreft loonsverhogingen.
Onderlinge verdeeldheid
Het bleek echter al gauw dat de leidingen van de verschillende ABVV-centrales, net zoals die van het christelijke ACV en het liberale ACLVB, niet warm liepen voor een algemene 24-urenstaking. De onderlinge verdeeldheid zorgde ervoor dat het voorstel van de ABVV-voorzitter afgezwakt werd tot een ‘actiedag’, gericht tegen de pensioenpolitiek van de federale regering. Waarbij de concrete uitvoering van deze ‘actiedag’ overgelaten wordt aan de lokale vakbondsinstanties. Het resultaat is een mozaïek aan uiteenlopende activiteiten, gaande van stakingen in het Luikse, tot betogingen in andere provincies. Voor die betogingen wordt geen algemene stakingsaanzegging neergelegd. Sommige sectoren en/of centrales zullen wel een stakingsaanzegging indienen (zodat hun leden voor de duur van de betoging ingedekt zijn voor hun afwezigheid op het werk). Andere sectoren en/of centrales vragen hun leden om voor de deelname aan de betoging een dag verlof of recup op te nemen (wat voor velen niet mogelijk zal zijn, omdat al hun verlof- of recup-dagen reeds opgenomen werden). Het valt dan ook te vrezen dat de mobilisatie hieronder zal leiden.
Koelere atmosfeer
De ‘hete herfst’ dreigt dan ook te eindigen in een veel koelere atmosfeer. Het scenario van eind 2014 dreigt zich dan ook te herhalen. Ook toen was er grote geestdrift bij leden en militanten van de vakbonden. Hun bereidheid tot actievoeren werd echter gefnuikt ten voordele van een belofte tot ‘constructieve onderhandelingen’. Wat uiteindelijk, naast een erg beperkt Interprofessioneel Akkoord in de privésector, enkel overwinningen opleverde voor… de rechtse regeringen. In de openbare sector is er vandaag geen enkele garantie dat de Vlaamse en federale regeringen alsnog hun nefaste afbraakagenda zullen laten varen. Het betrokken personeel dreigt dan ook het grootste slachtoffer te worden van de uitzichtloze overlegstrategie van de vakbondsleidingen. De werknemers in de privésector dreigen evenzeer op hun honger te blijven. Ondanks de lage werkloosheid en de relatief gunstige economische conjunctuur blijft het patronaat immers inzetten op loonmatiging. Waardoor het komende Interprofessioneel Akkoord eens te meer een maat voor niets of – in het beste geval – een doekje voor het bloeden zal blijken te zijn.
Krachtsverhouding?
In de rangen van de vakbondsmilitanten worden over die overlegstrategie wel steeds meer gemord. Helaas blijft deze ontevredenheid echter gefragmenteerd, net zoals de huidige strijdbewegingen. Vele militanten stellen hun hoop noodgedwongen op de komende verkiezingen, waarvan ze hopen dat de rechtse meerderheidspartijen er alsnog een nederlaag zullen leiden. Dit is echter allerminst gegarandeerd. Het ontbreken van een eengemaakt actieperspectief, samen met offensieve ordewoorden, verhindert ook op het politieke terrein de schepping van een gunstige krachtsverhouding.
Offensieve eisen
Daarom doen strijdvaardige syndicalisten er goed aan binnen hun vakbondsinstanties op te komen voor een eengemaakte strategie, met een geloofwaardig actieplan dat uitmond in een algemene staking rond offensieve ordewoorden. Voor wat betreft die inhoudelijke ordewoorden denken we onder meer aan het terugschroeven van alle reeds doorgevoerde soberheidsmaatregelen, het invoeren van een drastische arbeidsduurverkorting (zonder loonverlies en met compenserende aanwervingen), het herfinancieren van de openbare diensten en van de sociale zekerheid en het heffen van een draconische en progressieve crisisbelasting op de 10% rijkste inwoners van België.
Persbericht
Hieronder het persbericht van het gemeenschappelijk vakbondsfront bij de Vlaamse overheid over de opschorting van de aangekondigde stakingsactie:
PERSBERICHT van de drie vakbonden na onderhandeling met minister Homans deze namiddag: OPSCHORTING ACTIES
“Na de verschillende acties van Vlaamse personeelsleden, de bijzonder grote opkomst van het personeel op de 10 personeelsvergaderingen en het massaal ondertekenen van de voorgelegde petitie door duizenden personeelsleden, hebben we een akkoord behaald met minister Homans.
Het voorstel tot wijziging van het VPS zal van de agenda van het sectorcomité XVIII van 24 september gehaald worden. Dit biedt ons de mogelijkheid om op een constructieve manier naar een oplossing te zoeken.
Maandag 24/09 zal er gestart worden met een eerste werkgroep die wekelijks zal samenkomen. In deze werkgroep gaan we proberen een antwoord te bieden om de harmonisering tussen contractuele en statutaire personeelsleden voor te bereiden.
Concreet betekent dit dat er geen onderhandelingstermijn van 30 dagen vooropgesteld wordt. Dit geeft ons de nodige ruimte om tot constructieve oplossingen te komen. Bijgevolg worden vanaf dit moment alle acties opgeschort.
Wij gaan ervan uit dat de voorstellen die uitgewerkt zullen worden in de werkgroep ervoor zullen zorgen dat er een verbetering zal zijn van de arbeidsvoorwaarden voor alle personeelsleden van de Vlaamse Overheid.”