Extreemrechts neemt in steeds meer landen machtsposities in. De weg voor het eerste PVV-kabinet werd geplaveid met het afbraakbeleid en het racisme van de kabinetten-Rutte. Nu maakt een gedeelte van die partijen zelfs een extreemrechts kabinet mogelijk. Wat staat links te doen?

In de week dat in Nederland het eerste PVV-kabinet werd beëdigd, won het Rassemblement national de eerste ronde van de Franse parlementsverkiezingen en werd duidelijk dat Donald Trump waarschijnlijk terugkeert in het Witte Huis. Extreemrechts is de afgelopen decennia uit haar politieke isolement gebroken; een isolement dat ontstond door de nederlaag van de nazi’s in de Tweede Wereldoorlog en de verschrikkingen van de Holocaust.

Op een zelfbewuste manier heeft extreemrechts deze macht opgebouwd. Zo brak Marine Le Pen met het openlijk antisemitische gedachtegoed van haar vader en veranderde ze de naam van haar partij. Geert Wilders vergrootte de ruimte voor extreemrechts door niet Joden, maar moslims als mikpunt te nemen. Hierin liep hij internationaal voorop. Nu deze vorm van racisme gemeengoed is, keren antisemitisme, ‘biologisch’ racisme en fascistische ideeën over het gezin weer terug.

Normalisering

Deze terugkeer van extreemrechts werd mogelijk gemaakt door het bezuinigingsbeleid van neoliberale partijen. Ook het steeds onmenselijkere grensbeleid heeft extreemrechts gelegitimeerd. Nu de PVV de grootste partij is, werken Dilan Yeşilgöz en Pieter Omtzigt in ruil voor boterzachte toezeggingen gewoon met haar samen. De complottheorie over omvolking werd omgedoopt tot een ‘zorgelijke demografische ontwikkeling’. En allerlei discriminatoire en racistische voorstellen zouden in de koelkast zijn gezet.

Het debat in de eerste week van het PVV-kabinet liet zien waar dit op uitdraait. Vanuit de zaal zette Wilders de aanval in op premier Dick Schoof, die de dag ervoor zijn ministers niet zou hebben verdedigd tegen de (volkomen terechte) benaming als racistisch. Dezelfde PVV-ministers zetten die dag de toon met een racistische aanval op GroenLinks-PvdA politica Esmah Lahlah. De PVV zal dit kabinet gebruiken om de machtsverhoudingen nog verder naar extreemrechts te verschuiven, maar moet hierbij uitkijken dat zij niet de schuld in de schoenen geschoven krijgt als het kabinet valt.

Het neofascistische FvD heeft deze lastigheid niet. In het eerste debat stelde Thierry Baudet zich op als loyale oppositie. Hij gebruikte het debat om te benadrukken dat er, in tegenstelling tot wat PVV-ministers onder publieke druk eerder hadden beweerd, wel degelijk doelbewust beleid zou schuilgaan achter het fascistische omvolkingsfabeltje. Daarnaast diende hij een motie in om over te gaan tot massadeportaties, wat hij ‘remigratie’ noemt. Soortgelijke plannen werden in Duitsland achter gesloten deuren bediscussieerd en toen deze uitlekten gingen er honderdduizenden mensen de straat op. In Nederland is dit ondertussen gewoon onderdeel van het debat, met dank ook aan de strategisch geplaatste PVV-kamervoorzitter Martin Bosma.

Reactie

Hoe moet links hiermee omgaan? Het meest gevaarlijke is om te denken dat dit kabinet uit zichzelf uit elkaar zal vallen. De opzet van het kabinet, waarbij Wilders van buiten de regering aanvalt, lijkt hier alle aanleiding voor te geven. Maar de andere coalitiepartijen staan er in peilingen niet zo goed voor als de PVV en zullen weinig te winnen hebben bij nieuwe verkiezingen. Een volgend neoliberaal middenkabinet zou prijsschieten zijn voor de PVV en FvD. En ook als het kabinet wel valt dan zitten we nog steeds met politieke machtsverhoudingen waarin extreemrechts de toon zet.

Links heeft in deze periode een aantal taken. De eerste is om ook daadwerkelijk een politiek alternatief naar voren te schuiven. Dit betekent een breuk met het ‘links’ dat bereid is onder druk van het bedrijfsleven steeds maar meer water bij de wijn te doen. Zo hielpen GroenLinks en PvdA de kabinetten-Rutte keer op keer aan meerderheden om verslechteringen door te voeren. Links heeft offensieve eisen nodig die de levens van werkende mensen verbeteren en de ruggengraat om dit door te drukken – tegen de belangen van het kapitaal in.

Het is goed dat partijen zoals de PvdD en de SP in het parlement van zich afbijten, maar uiteindelijk moet de macht opgebouwd worden door verzet van onderaf: op de werkplekken en op straat. Een verkiezingsprogramma zelf is niet genoeg. De succesvolle campagne van XR tegen de miljardensubsidies aan de fossiele industrie is hiervan een goed voorbeeld. Deze strijd kan werkende mensen van verschillende achtergronden samenbrengen en heeft de potentie om extreemrechts te ontmaskeren. De aangekondigde stakingen in het ov in de week voor Prinsjesdag zijn een goed begin.

Maar deze economische strijd op zichzelf is niet voldoende. Het centrale belang van racisme in zowel de opkomst van extreemrechts als het functioneren van het kapitalisme betekent dat links de strijd hiertegen als prioriteit moet zien. Het is wat dit betreft bemoedigend dat er in het eerste debat, en eerder ook bij de verhoren van de ministers, aandacht was voor het racisme en de complottheorieën van extreemrechts. Eerder had alleen radicaal-links hier aandacht voor. Dit zou de basis kunnen leggen voor massalere antifascistische mobilisaties, zoals we die op 28 juni in Essen zagen tegen de AfD.

Op zondag 22 september, het weekend na Prinsjesdag, organiseert het Platform Stop Racisme & Fascisme een demonstratie in Amsterdam tegen het extreemrechtse kabinet. Het is belangrijk dat verschillende delen van links zich hier achter scharen en dat dit zo groot mogelijk wordt. Laat het een opmaat zijn voor een hete herfst.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk op socialisme.nu.