Wat burgers, vakbonden of consumentenorganisaties ook mogen inbrengen tegen het Europese vrijhandelsbeleid, de Europese Commissie gaat onverstoord verder. Op 18 april meldde ze op een persconferentie de afronding van de vrijhandelsbesprekingen met Japan (1)Zie daarover: Ook met Japan onderhandelt de EU achter onze rug over een handelsovereenkomst en Twee brochures rond vrijhandelsovereenkomsten. en met Singapore. Zoals men kon vermoeden bieden deze weer buitengewone voordelen “voor onze bedrijven en voor onze burgers”, en zullen duurzame ontwikkeling en strijd tegen klimaatopwarming er beter van worden…
Het akkoord met Japan (JEFTA) is een “EU-only” overeenkomst, die enkel door de Raad en door het Europees Parlement moet goedgekeurd worden, niet door de lidstaten apart. De Commissie heeft haar les geleerd uit het (tijdelijk) “Waals verzet” tegen CETA, het handelsakkoord met Canada. Dit bevatte ook een investeringsgedeelte, dat via een uitzonderingsrechtbank (“ISDS”) buitengewone privileges toekent aan buitenlandse investeerders.
Omdat dit ook onder de nationale bevoegdheid valt moest het akkoord ook door alle nationale parlementen, en in België ook door de regionale, goedgekeurd worden. De Waalse PS heeft daar onder leiding van Paul Magnette een paar dagen spanning rond opgebouwd door te dreigen CETA niet goed te keuren.
“Dat nooit meer!” heeft men bij de Commissie gezegd; het akkoord met Japan werd dus in twee delen gesplitst, het ene over de vrijhandel als dusdanig, een bevoegdheid van de EU alleen waar geen instemming van de lidstaten voor nodig is, en het andere over investeringsbescherming. Dit laatste wordt nu verder onderhandeld en zal nationaal moeten voorgelegd worden; maar het eigenlijk vrijhandelsakkoord kan nu aan de veilige handen van Raad en Parlement toevertrouwd worden.
De Commissie hoopt op een spoedige afhandeling, zodat het reeds in 2019 van toepassing wordt en nog als trofee van haar huidig mandaat dient. Een analyse door de linkse fractie (GUE) in het Europees Parlement vindt men hier.
Het akkoord met Singapore, dat over een heel wat kleinere markt gaat dan dat met Japan (maar ook gezien wordt als een toegang tot de ASEAN, waar Singapore met de Filipijnen, Indonesië, Maleisië en Thailand deel van uitmaakt), bevat wel een ISDS-clausule, en zal dus door de nationale (en eventueel regionale parlementen van de EU-lidstaten moeten goedgekeurd worden.
Dit artikel verscheen oorspronkelijk op Ander Europa.
Voetnoten