De Turkse president Erdogan maakte van de gemeenteraadsverkiezingen op 31 maart 2019 een referendum voor zijn presidentiële regime. Ondanks het feit dat meer dan 90 procent van de media gecontroleerd worden door de AKP, met staatszenders die meer fungeren als propagandazenders voor de president en zijn partij, draaiden de verkiezingen uit op een zware nederlaag voor de AKP.
Behoudens Bursa kwamen alle economisch belangrijke grootsteden (die instaan voor 62 procent van de economie), in handen van de oppositie, net als Ankara, de tweede grootste stad en tevens het administratief-politieke centrum van Turkije. En wonder boven wonder, zelfs Istanboel, de grootste metropool, met zestien miljoen inwoners, maar tevens het kloppende economische hart van Turkije, werd verloren aan de oppositie. En dat economisch hart staat in voor één derde van het BNP.
De Turkse president en Istanboel
Erdogan startte zijn politieke carrière in Istanboel, toen hij bij de gemeenteraadsverkiezingen van 1994 als burgemeester werd verkozen. Met een overweldigende meerderheid? Vergeet het. Erdogan, toen nog lid van de Refah, een islamitische partij, haalde 25,19 procent, dat is een kwart van de stemmen. Maar de grootste partij krijgt de sjerp, wat nu nog steeds het geval is.
Sindsdien was de partij van Erdogan, later omgevormd tot de AKP, onafgebroken aan de macht tot de verkiezingen van 31 maart 2019. Toen ging het mis. Door de enorme immigratiegolven die zowel van het platteland (begin tachtiger jaren) als vanuit de Koerdisch etnische gebieden (voornamelijk in de negentiger jaren) op gang kwamen, groeide de bevolking explosief.
Istanboel is eigenlijk een weerspiegeling van Turkije in het klein. Met zeer moderne en rijkere regio’s maar ook zeer conservatieve en armere regio’s. Dat geldt eveneens voor andere grootsteden, maar Istanboel heeft een sterkere aantrekkingskracht. De lonen liggen er hoger, de levensstandaard is hoger, maar dat geldt eveneens voor het peil van de prijzen.
De stad staat in de top tien van wereldsteden waar de meeste dollar miljardairs wonen. Wie zin heeft om een gunstig gelegen yali aan te kopen (villa aan de Bosforus) betaalt rond de twintig miljoen euro. Door de goedkope lira heb je koopjes. Voor de geïnteresseerden, in Bebek kom je toe met tachtig miljoen euro voor een villa met overal airco en aardgas, . Oppervlakte vierduizend vierkante meter. En dat in een land waar het minimumloon 306 euro netto per maand bedraagt. Na twintigduizend jaar werken kan zelfs de minimumloner in Turkije dit stulpje aankopen. En wees gerust, je hebt geen socialisten of communisten als buren.
Istanboel werd de proeftuin van de AKP
Na een kwarteeuw Istanboel onder AKP-bestuur is de stad enorm veranderd. Overal vindt je reusachtige afschuwelijke appartementstorens, overal zie je shoppingmalls, waarvan een aantal nu leegstaan want er is oververzadiging, enorme megalomane projecten die op verlies draaien en natuurlijk honderden nieuwe moskeeën. Eentje daarvan weerom een van de grootste ter wereld. Het lijkt op Trumpisme. De grootste, de beste.
Het was noodzakelijk de infrastructuur van Istanboel te verbeteren, niet alle projecten zijn zinloos of megalomaan. Maar het oude Istanboel is vernietigd door lucratieve contracten voor bouw- en wegenspeculanten. Stadsbestuur en Turkse staat, de stad sinds 1994, de staat sinds 2002, beide onder controle van de AKP, overtreden alle regels van ruimtelijke ordening of milieuvergunningen. In een symbiose zorgen zij ervoor dat de speculanten royaal hun zakken kunnen vullen. De wet op openbare aanbestedingen is sinds het aan de macht komen van de AKP meer dan honderd (!) keer gewijzigd. Dit om ervoor te zorgen dat de ‘vriendjes’ van de vetpotten kunnen smullen.
De stad Istanboel krijgt jaarlijks ongeveer 4 miljard euro. De schuldenlast van de stad Istanboel is eveneens 4 miljard euro. Een groot deel van dit geld wordt uitgegeven aan ‘vakifs’, dat zijn religieuze stichtingen. Het gaat over honderden miljoenen euro’s, en toevallig zitten in de raden van beheer zowel de zoon als de dochter van de president. Blijkbaar kent ‘ons ons’.
Daarnaast zijn enorm veel diensten geprivatiseerd waardoor de uitgaven na privatisering… een stuk groter zijn dan voor de privatisering. Ook hier likt de bek het spek. Maar bovenal, al deze stichtingen en aannemers, spekken de kassen van de AKP. Het is dus een goudmijn voor de partij. Over de PPI (Publiek Privaatrechterlijke Investeringen) ga ik dit keer niet schrijven. Ik beperk me ertoe te zeggen dat het een uitzuigmechanisme van de staatskas is geworden.
Het grote probleem is dat er nauwelijks controle is op de uitgaven van de stad Istanboel. Het ‘rekenhof’ zoals wij dat in België en andere Europese landen kennen, laat ons zeggen, de toezichthoudende overheid, is beperkt in haar mogelijkheden omdat vele informatie gewoonweg niet voorhanden is. Dat wil zeggen, gefoefel en corruptie zijn moeilijk opspoorbaar omdat je de werkelijke kosten van de uitgaven niet kan zien.
Daarom blijft het bestuur van Istanboel enorm belangrijk. Voor de oppositie om de corruptie aan de kaak te stellen, voor de AKP om hun gefinancierde politieke vetpotten te verbergen. Het verlies van Istanboel is een drama voor de AKP, een politiek drama.
It’s the economy, stupid
De AKP heeft haar groei en sterkte te danken aan een groeiende economie, een redelijke stabiliteit en de uitbouw van de ziekteverzekering. Dit hebben ze gerealiseerd toen ze aan de macht kwamen en het economisch programma uitvoerden van Kemal Dervis, een Turk die voorheen werkte voor de Wereldbank en lid werd van de CHP.
Het sprookje is echter ten einde en lijkt meer en meer op een nachtmerrie. De inflatie van voedselprijzen ligt op meer dan 30 procent op jaarbasis, de officiële werkloosheid ligt tussen de 14 en 15 procent, in de praktijk een stuk hoger, de Turkse lira is op anderhalf jaar meer dan 40 procent verloren tegenover de dollar en de euro en de schulden van de private sector, het merendeel in dollars en euro’s, zijn zo goed als onbetaalbaar geworden.
Intussen lopen de schulden op kredietkaarten van consumenten dagelijks op. Een deel van die schuld is de facto oninbaar, dus een slechte schuld die dit jaar nog zal verdubbelen. Los van de slachtoffers brengt dit ook de kredietwaardigheid van de banken in het gedrang. De economische groei is stilgevallen. Steeds meer bedrijven vragen schuldherschikking aan of gaan in vereffening.
Wie spaargeld heeft, zet het om in dollars of euro’s en verschillende bedrijven trekken hun geld terug uit Turkije. Als je geld zet op een Turkse bankrekening krijg je hoge intrestvoeten. Nou ja, zelfs al krijg ik meer dan twintig procent op een Turkse rekening, als ik het achteraf inwissel, ben ik twintig procent kwijt. En ook de bevolking weet dat. Bovendien trekken Turkse staatsbanken nu al drie procent af van de wisselkoersen. Dom, mensen beginnen te wisselen buiten de banken. En euros en dollars zijn geliefd. Maar juist nu heeft Turkije buitenlandse valuta nodig.
De voortdurende zuiveringen leiden tot een braindrain uit Turkije. De voorbije twee jaar ontvluchtten vele hooggeschoolden Turkije. Ongeveer 48 procent van de bevolking beschikt over een universitair diploma. Deze hooggeschoolden vinden makkelijker een baan in het buitenland, leren makkelijker talen en zijn, in tegenstelling tot andere politieke vluchtelingen, welkom. Het is een schande hoe Turkije een groot deel van haar intellect verdrijft naar Europa doordat er geen politieke vrijheid meer is in Turkije.
De AKP controleert zo goed als alle media. Nooit in de geschiedenis van Turkije was er zoveel censuur. Nooit in de geschiedenis werden zoveel dingen verboden als vandaag de dag. De enige vrijheid die nog bestaat, is die van de conservatieve islam, iedereen mag nu een hoofddoek dragen, op zich niks mis mee, maar alle andere vrijheden worden beperkt.
En de bevolking kreunt en lijdt. Eten in de chique uitgaansbuurten van Istanboel is peperduur, een heel stuk duurder dan in België. Ik kan mij dat niet permitteren want de prijzen zijn astronomisch. Tegelijk zie je mensen vuilnisbakken leeghalen. Twee miljoen kinderen zijn illegaal tewerkgesteld. Niet enkel in de seizoenindustrie, ook in de textiel en metaal industrie.
Vakbondsvrijheid is onbestaande. Mensen in de horeca werken twaalf uur per dag, zeven dagen op zeven en hebben dikwijls geen sociale zekerheid. Dat wil zeggen, voor minder dan één euro per uur. Het economische wonder van Turkije is zeker niet gebaseerd op sociale rechtvaardigheid. De verkiezingen zijn een farce. Dag in, dag uit, zie je ofwel de president ofwel zijn acolieten die het beeldscherm vullen. De oppositie komt nauwelijks aan bod. En als ze aan bod komen is er minstens twee of drie keer een weerwoord van de regerende AKP.
De realiteit voor de gewone mensen is de volgende. Vlees was vroeger al onbetaalbaar geworden. Over alcohol spreek ik niet meer, straks is het beter een fles raki te stelen dan een bank te beroven! Daarom ook dat overal illegaal gestookt wordt. Maar ook de groenten- en fruitprijzen rijzen de pan uit. Geïmporteerde producten zoals koffie, vergeet het. Zelfs een pak thee, toch de nationale drank van Turkije, kost minder in België dan in Turkije.
Het economische wonder van Turkije is gebouwd op schulden die niet meer kunnen gefinancierd worden. Er bestaan geen economische mirakels, op een bepaald moment nemen de wetmatigheden van het kapitalisme het spel over, en dan gaat de lamp uit. In dit geval de AKP-lamp.
Kritische berichtgeving over Turkse economie verboden
De president schuift de schuld van de rampzalige economische toestand op buitenlandse krachten, maar hij vergeet dat hijzelf aan de basis ligt aan deze rampzalige situatie. Zijn schoonzoon, de superminister van economie en financiën, is volgens de financiële instellingen een onbenul met een Guust Flater gehalte. Het grote verschil is dat we met Guust Flater mogen en kunnen lachen, terwijl wie kritiek durft uit te brengen op de economische politiek van Turkije het risico loopt om opgesloten te worden.
Het circus na de verkiezingen van 31 maart in Istanbul
Toen ik aan de televisie was geplakt op de verkiezingsavond van 31 maart 2019 trok ik grote ogen. Het werd duidelijk dat de oppositie de economisch belangrijke steden binnen rijfde. Alleen Istanboel bleef nog onduidelijk. Voor alle duidelijkheid, er is slechts één agentschap, Anadolu Agency, waarvan, hoe zou het ook anders kunnen, de CEO een goede vriend is van de president. Het andere agentschap werd na de mislukte staatsgreep verboden!
Om elf uur ’s avonds waren bijna 99 procent van de stemmen geteld. Het verschil tussen de AKP-kandidaat Binali Yildirim en de CHP-kandidaat Ekrem Imamoglu, is uiterst klein. En plots stopt AA met het uitzenden van de resultaten voor Istanboel. Intussen zendt het stadsbestuur van Istanboel het stadspersoneel uit met affiches en spandoeken. Tot op iedere telefoonpaal, over bijna elke brug, komen affiches met een lachende Yildirim en natuurlijk de president die de bevolking van Istanboel bedanken omdat zij hen de overwinning hebben gegeven.
Staats- en stadsgelden worden gebruikt om een overwinning, die er niet is, aan te kondigen. Het blijkt niet te kloppen. Om elf uur ’s morgens blijkt dat Imamoglu heeft gewonnen. Een klein verschil, iets meer dan twintigduizend stemmen.Het lijkt erop dat de president de overwinning eerst erkent, maar een paar dagen later verandert de toon. De YSK, de verkiezingsraad, krijgt klachten binnen van de AKP. In vele districten wordt herteld, maar het verschil blijft.
De YSK is in meerderheid samengesteld door AKP-MHP, het zijn rechters. De voorzitter, een AKP-er, stemt echter mee met de oppositie om de verkiezingen te erkennen. Vier stemmen voor, drie tegen. Imamoglu krijgt de burgemeesterssjerp. Dan worden de reserves opgeroepen, er is niemand ziek maar dit keer mogen de reserves meestemmen en dat geeft vier voor, zeven tegen. Er moeten nieuwe verkiezingen komen.
Er zou gesjoemeld zijn. Bewijzen zijn er niet. Maar in een land waar de president de meeste wetswijzigingen indient die daarna door zijn parlementaire meerderheid worden goedgekeurd, is alles mogelijk, er moeten nieuwe verkiezingen komen.
Imamoglu wordt de burgemeesterssjerp ontnomen, er komt een aangestelde burgemeester, de gouverneur. Heb zijn persconferentie gezien. Een catastrofe. Op een bepaald moment zegt hij dat waar de AKP de meerderheid heeft behaald er geen problemen zijn. Elders ligt het aan de Gülenisten. Men zou er een film over moeten maken. Het is ongelooflijk. Een schande voor de democratie, maar ja, die bestaat allang niet meer in Turkije.
Imamoglu – Erdogan
Eigenlijk was Imamoglu een nobele onbekende. Maar de president gebruikte de gemeenteraadsverkiezingen als een test om zijn dictatoriaal presidentschap te ondersteunen en was alomtegenwoordig op meetings die trouw werden uitgezonden door de media en uitgebreid gerapporteerd werden in de kranten.
In tegenstelling tot vele anderen was Imamoglu geen schreeuwer, hij verbond, hij weigerde te polariseren. Op dat vlak lijkt hij veel op Demirtas, de vorige voorzitter van de HDP, iemand die met argumenten komt, die eveneens weigert te polariseren. Ze mogen dan al politiek totaal verschillend zijn, ze dwingen ook respect af, zeker bij de zwevende kiezer die bereid is de oogkleppen af te zetten.
En eigenlijk is het Erdogan, die door zijn laag bij de grondse politiek, zijn demagogie, politici als een Demirtas en een Imamoglu op een voetstuk heeft gezet. Het grote verschil met Erdogan is dat Imamoglu stond voor een nieuw project, een halt aan de polarisering, meer gelijkheid, meer vrijheid en een betere economie. Imamoglu is geen progressief politicus, hij is veeleer conservatief, maar wel iemand die pleit voor gelijke rechten, die de corruptie wil aanpakken en niet in een ivoren toren wil leven. Eigenlijk volgde hij dezelfde strategie als Erdogan in de gemeenteraads-verkiezingen van 1994, zij het op een totaal andere manier. En natuurlijk speelde hij heel verstandig in op de ongelijkheid, de armoede, zodanig dat de sociaaldemocratie terug voor een stuk geloofwaardiger werd. Dit op zich is een goede zaak.
Guust Flater
Ik blijf erbij: ik denk dat de president zich eerst wou neerleggen bij de verkiezingsuitslag. Het had hem gelegitimeerd als iemand die de democratie respecteerde en hij had middelen genoeg om Imamoglu het leven zuur te maken. Maar de AKP-kopstukken in Istanboel zagen dat niet zitten. Zij vreesden dat er schandalen zouden uitbreken, dat hun rol in het toe-eigenen van overheidsgelden aan het licht zou komen en … zij zetten Erdogan onder druk.
Natuurlijk was de verkiezingsnederlaag in Istanboel voor de AKP een zware slag voor Erdogan. Maar hij hield nog altijd de touwtjes in handen. Na enkele dagen verandert hij van standpunt. In zijn achterhoofd speelde de gedachte aan de verkiezingen van juni 2015 toen hij verloor, maar in november terug de grote winnaar was.
De bewegingsruimte was echter beperkt. In Syrië zit Turkije geblokkeerd en niemand, noch de VS, noch Rusland, willen op dit moment een interventie van Turkije. Operatie claw, tegen de PKK in Noord Irak, was een poging. Maar deze operatie was een van de zovele.
Tegelijk was de bevolking van Istanboel boos dat er nieuwe verkiezingen kwamen. Konda, een van de meer betrouwbare peilingsbureaus, hoewel onder controle van de AKP, stelde vast dat 20 procent van de AKP-kiezers nieuwe verkiezingen onzinnig vonden.
Erdogan voelde de bui al hangen. Waar hij voorheen permanent aanwezig was in Istanboel, moest dit keer Yildirim de kastanjes uit het vuur halen. Dat lukte niet. Hij moet geweten hebben dat Yildirim het niet ging redden en de laatste week was hij weer prominent aanwezig. De conservatief islamitische trukendoos werd weer bovengehaald. Het was kiezen tussen Yildirim of Sisi. Veel heeft het niet uitgehaald.
De Koerden
De stad waarin de meeste Koerden leven, is niet Diyarbakir maar Istanboel. Demirtas is, je hoeft hem niet te steunen, een van de meest correcte politici van Turkije. Hij maakte een link tussen de linkerzijde van Turkije en de Koerden. En wie naar de verkiezingsuitslag kijkt van 2018, de parlementsverkiezingen, stelt vast dat de HDP de derde grootste partij is in Istanboel met meer dan 12 procent van de stemmen.
Ongeveer 18 procent van de bevolking in Istanboel zijn Koerden, zij stemmen verdeeld, een deel, de meer conservatieve vleugel, nog steeds op de AKP, maar een overgrote meerderheid op de HDP. Tegelijk krijgt de HDP ook van de linkerzijde een deel stemmen. Tijdens de verkiezingen van 2018 stemden velen op de HDP om ze in het parlement te krijgen en tegelijk zag je dat velen tegelijk voor de presidentsverkiezingen aan Ince, de presidentskandidaat van de CHP, hun stem gaven.
De HDP voerde een correcte politiek. Zij hebben geen eigen kandidaten ingediend in de grootsteden, en daardoor hebben zij de CHP aan een overwinning geholpen. Imamoglu besefte dit van bij het begin. Hij hield een inclusief betoog en stelde zelfs een aantal, zij het beperkte, hervormingen voor. Hiermee knoopte de CHP aan bij een traditie van 1989 waar zij in die tijd de meest progressieve partij waren die iets wou doen aan de Koerdische kwestie.
Tijdens de gemeenteraadsverkiezingen van 2014 haalde de HDP in Istanboel iets meer dan 4 procent van de stemmen. Het vredesproces, eind februari 2014 afgebroken, zat nog in het geheugen van vele Koerden waardoor de AKP ook uit de ruif van de Koerdische stemmen kon eten. Daarna ging het van kwaad naar erger, de vernietiging van Koerdische steden, massale opsluitingen van Koerdische militanten, parlementairen en burgemeesters, een steeds nauwer aanleunen bij de MHP, die zelfs nog moeite heeft het woord Koerd uit te spreken. Dit heeft diepe wonden geslagen bij de Koerden, ik zou zelfs zeggen, onherstelbare wonden.
Erdogan besefte dit ook. Daarom werd Abdullah Ocalan uit de kast gehaald. Of je het graag hoort of niet, Ocalan is een symbool voor de Koerden, net zoals Erdogan een symbool is voor de AKP en Ataturk voor de Kemalisten.
Ik ben geen fan van Ocalan, verre van. Maar iemand opsluiten in eenzame hechtenis en zonder toegang tot familie of advocaten, gaat in tegen alle democratische principes. De man heeft acht jaar niemand gezien, geen familie, geen advocaten, de enigen die met hem praten zijn mensen van de MIT, de binnenlandse veiligheidsdienst.
En plots krijgt Ocalan toegang tot zijn advocaten en geeft een persoonlijk brief af aan iemand die zelfs geen advocaat is, wel een sympathisant van Erdogan. Die brief wordt gepubliceerd in alle media. De eerste keer dat een brief of geschrift van Ocalan zonder censuur wordt geplaatst. Dan gaan er alarmbelletjes rinkelen. Hij roept op om niet te gaan stemmen in Istanbul. Tegelijk zegt hij dat de HDP zelf moet beslissen. De volgende dag komt Osman, de broer van Apo, aan bod. Eigenlijk betekent die man politiek niks, maar hij roept wel op om te stemmen voor de AKP.
Tegelijk, daar lees je niets van in de pers, blijft Demirtas oproepen om tegen de dictatuur te stemmen en voor Imamoglu. Zelfs Kariyalan, de leider van de PKK in Kandil, roept op om te stemmen voor Imamoglu. Hij, de leider van de PKK ter plaatse, weigert Ocalan te steunen.
Eind goed, al goed
Voor mij heeft de democratie gewonnen. De TKP (Turkse KP) weigerde op te roepen om te gaan stemmen, maar de TIP (Turkse Arbeiderspartij), toch een mantelorganisatie, riep duidelijk op om te stemmen voor Imamoglu. De Koerden hebben massaal Demirtas gevolgd. Dit is een bank vooruit voor de HDP die zich onafhankelijk en kritisch heeft opgesteld. Het bewijst eens te meer dat de HDP en de PKK niet hetzelfde zijn. De Koerden beseffen dat zij niks meer kunnen halen bij de AKP, althans de overgrote meerderheid.
Winnaars en verliezers
De grote winnaar is natuurlijk Imamoglu. Het weze hem gegund maar het zal moeilijk zijn. Hij heeft een districtsraad tegen hem, waar de AKP de meerderheid heeft. Ik geef hem het voordeel van de twijfel. Een tweede grote winnaar is Demirtas. Hij heeft bewezen een consequente politiek te voeren. Ook al kijkt hij aan tegen meer dan honderd jaar gevangenisstraf, hij zit trouwens in de gevangenis, hij is niet alleen een symbool voor de Koerden maar ook voor de linkerzijde in Turkije.
De grootste verliezer is de Turkse president. Het wordt duidelijk dat hij niet meer de almacht heeft van voorheen. Zijn Ottomaans droomkasteel is aan het desintegreren. De tweede grootste verliezer is de de alliantie tussen de AKP en de fascistische MHP. Bahceli was zeker niet gediend met de mislukte opening naar de Koerden. De derde verliezer is Ocalan. Hij heeft zich, bewust of onbewust, laten ge- of misbruiken in het politieke spel van Erdogan. Hij mag dan een symbool blijven voor vele Koerden, en los van de terechte vraag om zijn isolement te beëindigen, is het duidelijk dat de HDP de belangrijkste politieke vertegenwoordiger van de Koerden, en niet alleen van de Koerden, ook van een deel van de linkerzijde, is geworden.
De Turkse bourgeoisie is Erdogan beu
Maar laat ons niet het algemene plaatje uit het oog verliezen. Waar Erdogan gedurende geruime tijd steun heeft gekregen van een deel van de Turkse bourgeoisie, is de man vandaag afgeschreven en wil men duidelijk verandering. De Turkse bourgeoisie wil dat er een IMF-plan komt voor Turkije. Zij willen een stabilisatie van de schulden en een grootschalig soberheidsprogramma.
Het is duidelijk dat een deel van de grootste kapitalisten van Turkije verandering wil. Dat Ali Koc, de CEO van de grootste multinational en financiele holding, zijn privé-vliegtuig ter beschikking stelde van Imamoglu, kan sympathiek overkomen. Overigens, de werknemers van Tupras, zeg maar de olieraffinaderijen in Turkije, voorheen staatsbezit, vandaag geprivatiseerd en in handen van Koc, zijn momenteel in algemene staking, een staking die – raar maar waar – niet werd verboden.
Gevolgen van de verkiezingsuitslag
Tot vorige maand had een afscheuring van de AKP geen enkele kans. Door de flater om opnieuw verkiezingen te organiseren in Istanbul, gaan de belletjes rinkelen in de AKP-top. De kans dat er een nieuwe rechtse partij komt, is groot. Het zal misschien de AKP verder onder druk zetten.
Belangrijker is dat er een duidelijk links front komt, want de toekomst voor de gewone mensen, met of zonder nieuwe verkiezingen, ziet er triest uit. Tegelijk ben ik natuurlijk blij dat er blijkbaar nog verandering mogelijk is.