De baard zei het destijds al in zijn kritiek op Feuerbach: in de wereld van de ideeën heerst van oudsher rechts. Dat was in het verleden zo, dat is nu nog altijd zo en ’t is heel zeker nog altijd zo in Vlaanderen. In zijn boek Vlaanderen, ontwaak! Tegen de grondstroom onderzoekt Eric Corijn nauwgezet hoe dat rechtse overwicht doorheen de tijd evolueert en hoe het er vandaag te onzent concreet uitziet.

“De Vlaamse antwoorden (…) blijven overwegend rechts. En bovenal: er is geen duidelijk ‘cordon’ tussen wat lang de centrumrechtse mainstream is geweest en het autoritaire uiterst rechtse vertoog.’ (…) ‘Mark Elchardus (…) poogt de resten van de sociaal- en christendemocratie in dat project te betrekken (…)”

En verder:

“Van Grieken, De Wever, Elchardus: ze gaan allen op zoek naar een herstart, een reset. Het maatschappelijk project van links — en welke structuurhervormingen daarvoor nodig zijn — blijft vooralsnog mistig.”

Ziedaar het rechtse overwicht. Dat wil uiteraard niet zeggen dat men ter linkerzijde niet nadenkt. Eric Corijn draagt z’n boek  aan zo’n kransje linkse Vlamingen op: Gie Goris, Lieven De Cauter, Thomas Decreus, Sacha Dierckx, Eric Goeman, Nina Henkens, Dirk Holemans, Meryem Kanmaz, Ico Maly, Vincent Scheltiens, Karel van den Broek, Wim Vermeersch, Jelle Versieren, Dominique Willaert… In dat kransje neemt Corijn zelf een uitgesproken positie in en hij is niet beschroomd om aan zijn maten juiste vragen te stellen:

“Indien men de gedeelde sociale doelstellingen (…) wil realiseren, kan dat dan met het behoud van de heersende economische logica? (…) Het lijkt wel of iedereen daar vandaag volmondig ‘ja’ op antwoordt, terwijl dat mijns inziens hypocriet schuldig verzuim is. Aan die ‘ja’ maakt eenieder zich schuldig die het heersende systeem niet in vraag stelt. Ziedaar alvast een grondig meningsverschil, met een scherpe ethische conclusie. Zeker een antagonisme waard.”

Corijn is dus een uitgesproken antikapitalist, maar ook binnen het antikapitalisme is zijn positie uitgesproken. In zijn boek heet het al op pagina 17 van: “De arbeidersbeweging heeft het onderspit gedolven.”

En op ’t einde:

“Historisch is de linkerzijde ervan uitgegaan dat de arbeidersbeweging in staat zou zijn om nieuwe uitdagingen en nieuwe strijdperken mee op te nemen. Dat is onjuist gebleken.”

Dat zijn boude beweringen. Het verhaal van de arbeidersbeweging is niet voorbij. ’t Is waar dat oude bolwerken aan de eurocentrische blik ontsnapt zijn, en ’t is ook waar wat Enzo Traverso hier zegt: “Het geheugen van links is een uitgestrekt terrein dat uit overwinningen en nederlagen bestaat: de eerste opwindend, maar in de meeste gevallen ook vluchtig, de tweede veelal duurzaam.”

Maar er groeien ook hier weer nieuwe loten, met vragen die om nieuwe antwoorden van de arbeidersbeweging schreeuwen. Die nieuwe antwoorden zijn geen evidenties, maar waren de oude dat dan wel? Het lijkt me meer dan zinvol om ook vandaag aan de boom van de arbeidersbeweging te schudden, bijvoorbeeld in debatten waaraan linkse intellectuelen als Eric participeren. (1)Momenteel lees ik een interessant boekje waarin een linkse intellectueel van de oude soort en een van de nieuwe lichting met elkaar in gesprek gaan; het ziet er niet naar uit dat zij de arbeidersbeweging daarbij links laten liggen. Édouard Louis & Ken Loach. Dialoog over kunst en politiek. Vertaald door Reintje Ghoos en Jan Pieter van der Sterre. 68 pp. De Bezige Bij A’dam. 2021. Ik post er eerstdaags een stukje over.

Corijn zoekt zijn heil evenwel elders:

“Een Europese stedenpartij met een ecologisch programma zou in staat zijn om de huidige neoliberale hegemonie te betwisten. Het lijkt de enige uitweg voor de brede historisch stroming van het socialisme die na de vele mislukte experimenten in de twintigste eeuw in de lappenmand ligt.”

Dat standpunt valt te begrijpen. Wikipedia schrijft dat Corijn in 1998 de titel van doctor in de sociale wetenschappen behaalt, waarbij stad & verstedelijking z’n ding is. Hij is oprichter van de academische onderzoeksgroep Cosmopolis die onderzoek verricht naar stedelijke en ruimtelijke planning. Hij wil zijn knowhow inzetten in een links project dat over de universiteitsmuren heen springt. Heeft dat kans op slagen? Wel, the proof of the pudding is in the eating. Of zoals Corijn het zelf zegt:

“Wat we nodig hebben is een links abracadabra!, (…) Een vriend vertelde me dat de term uit het Aramees stamt. In die taal betekent ‘abracadabra’ letterlijk abra: hij heeft gedaan, cadabra: zoals hij heeft gezegd.”

Eric Corijn. Vlaanderen, ontwaak! Tegen de grondstroom. 2022. 237 pp. Uitg. Ertsberg. €22,50.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk op De Laatste Vuurtorenwachter.

 

Voetnoten

Voetnoten
1 Momenteel lees ik een interessant boekje waarin een linkse intellectueel van de oude soort en een van de nieuwe lichting met elkaar in gesprek gaan; het ziet er niet naar uit dat zij de arbeidersbeweging daarbij links laten liggen. Édouard Louis & Ken Loach. Dialoog over kunst en politiek. Vertaald door Reintje Ghoos en Jan Pieter van der Sterre. 68 pp. De Bezige Bij A’dam. 2021. Ik post er eerstdaags een stukje over.