De bezetting van autofabriek GKN in Firenze is de langstdurende ooit in Italië. Leonardo Marino sprak met Dario Salvetti over hoe dit initiatief de strijd voor werkzekerheid en een overgang naar groene productie probeert te combineren.

Al meer dan twee jaar hebben arbeiders in de autofabriek GKN in Firenze de productie stilgelegd. Ze hebben het gebouw overgenomen. Deze fabrieksbezetting is een inspirerend voorbeeld van hoe de strijd voor werkzekerheid en een overgang naar groene productie hand in hand kunnen gaan. Wat is de rol van het arbeiderscollectief Collettivo di Fabbrica in deze voortdurende strijd, hoe kunnen arbeiders dit verzet verbreden en wat is en het toekomstperspectief ervan?

Hoe is het Collettivo di Fabbrica (CdF) begonnen en hoe heeft het zich ontwikkeld?

Tussen 2008 en 2018 verzetten vakbondsafgevaardigden zich tegen de wereldwijde druk om de arbeidstijden te verlengen en de lonen te verlagen. Om deze druk te weerstaan, was het nodig om verenigd en compact te opereren, om op elk moment te kunnen staken, om in staat te zijn om een reeks overeenkomsten te sluiten en vooral om de participatie van werknemers te vergroten. We boekten talrijke successen in de periode 2008-2018, maar ondanks de effectieve en radicalere vakbondslijn hadden arbeiders de neiging om niet verder te kijken dan hun eigen fabrieken en passief te vertrouwen op vakbondsafgevaardigden.

Tien jaar lang broedden we op een alternatief vakbondsmodel. Toen in 2018 het Britse investeringsfonds Melrose Industries GKN kocht, richtten we onmiddellijk het CdF op: een soepele structuur waar iedereen lid van kon worden, ongeacht zijn vakbondslidmaatschap. Het CdF bewijst dat vakbondsvorming mogelijk is zonder het model van geprofessionaliseerde of geïnstitutionaliseerde vakbonden te doorlopen. Natuurlijk leeft CdF ook dankzij de kracht van de klassieke vakbondsstructuur: het kent een sterke interne aanwezigheid van de Italiaanse Federatie van Metaalarbeiders én de RSU, onze arbeidersraad.

Wat gebeurde er na de overname door Melrose?

Melrose wilde de fabriek leeghalen en veranderen in een lege huls. Zo begon de delokalisatie van de productie, waar we ons tegen verzetten. Daarna werd de productie op subtiele wijze geboycot door middel van irrationele investeringen en een doelbewust slechte planning, waar we ook tegen vochten. Ook werd duidelijk dat de nieuwe eigenaar zich niet hield aan de vele overeenkomsten die hij sloot, ondanks onze vaak sterke juridische positie. Als reactie hierop creëerden we samen met het CdF meer participatieve democratie in de fabriek. Dit bleek cruciaal: toen Melrose in 2021 de onmiddellijke sluiting van de fabriek aankondigde, hadden we al de basis gelegd voor vormen van arbeidersdemocratie die ons in staat stelden om een permanente vergadering op te richten die de fabriek sinds 9 juli 2021 in leven houdt.

Hoe probeerden de fabriekseigenaren jullie strijd te saboteren?

In eerste instantie versloegen we de ontslagen, maar tot op de dag van vandaag bevinden we ons in een onzekere situatie waarin geen arbeiders ontslagen worden en de productie niet opnieuw wordt opgestart. De fabriek staat er nog steeds; nieuw, met geavanceerde machines, maar verlaten door het kapitaal. We stelden dus een industrieel plan op als oplossing voor deze leegloop. Al snel kwam er echter een nieuwe eigenaar: een voormalig adviseur van GKN, die een andere tactiek tegenover ons aannam. In plaats van werknemers te ontslaan, wachtte hij zijn tijd af en beloofde hij de komst van een nieuwe investeerder die de fabriek zou herindustrialiseren.

Voor de publieke opinie leek het alsof de arbeiders van GKN hadden gewonnen. We werden in een moeilijke positie gebracht waarbij de indruk ontstond dat we zonder reden aan het vechten waren. Maar als we onze strijd hadden gestaakt, zou het bijna onmogelijk zijn geweest om hem opnieuw te beginnen. Daarom gingen we door met de permanente vergadering en tegen augustus 2022 slaagden we erin om de valse beloften van de nieuwe eigenaar te ontmaskeren: het was duidelijk dat hij geen echt herindustrialisatieplan had en dus probeerden we ons eigen plan in te voeren.

Kregen jullie steun van vakbonden of politieke partijen?

Met uitzondering van de uiterst rechtse Italiaanse regering heeft de gevestigde macht nog geen vorm van directe repressie tegen ons gebruikt, omdat we te sterk en te populair zijn geweest. Zowel politieke partijen als vakbonden hebben ons meestal formeel gesteund zonder iets concreets te doen om onze strijd te versterken, waarbij ze vaak onze successen gebruikten om afstand te doen van hun eigen verantwoordelijkheid.

Hoe en waarom hebben jullie de arbeidersstrijd uitgebreid?

Voor ons is samenwerking met andere bewegingen heel belangrijk. Ons motto ‘Insorgiamo’ [‘Sta op’] benadrukt dat de strijd in autofabriek GKN ook anderen aangaat. Na een paar maanden hebben we dit motto geactualiseerd als ‘Insorgere per convergere e convergere per insorgere’ [‘Sta op om samen te komen en kom samen om op te staan’], want een vergevorderde arbeidersstrijd kan alleen standhouden als verschillende bewegingen en sociale kwesties erin samenkomen. Enkel kwantitatieve solidariteit – zoals materiële hulp, fondsen of het bieden van vaardigheden ter ondersteuning van de strijd – is onvoldoende.

Zodra je deel uitmaakt van een fabriek die de productie heeft stopgezet, is je strijd niet alleen een arbeidsconflict, maar ook een sociale strijd die verbonden is met verschillende andere kwesties: de reorganisatie van de productie, de groene transitie, de kwestie van het collectieve versus het individuele perspectief.

Zonder een convergentie van bewegingen zou er niet genoeg tijd zijn om voldoende collectief bewustzijn te ontwikkelen. Dit bewustzijn moet direct binnen de strijd worden aangewakkerd. Het belang van onderlinge verbondenheid met de milieubeweging zou bijvoorbeeld een vrij abstract idee gebleven zijn als deze beweging zich niet bij onze strijd had aangesloten: toen duizenden klimaatactivisten deelnamen aan demonstraties om GKN te redden, werd het idee van samenwerking tegelijkertijd praktisch, theoretisch en ideaal – en kreeg het zelfs uiting in ons industriële plan.

Kun je meer vertellen over de duurzame elementen in het industriële plan?

Ons industriële plan is gebaseerd op twee duurzame producten: de bakfiets en zonnepanelen. Bakfietsen kunnen autonoom en met een lage investering worden geproduceerd, maar de kernactiviteiten van onze fabriek kunnen niet alleen hierop worden gebaseerd. De productie van zonnepanelen zou zelfs een grote fabriek rendabel kunnen houden, maar vergt een investering van bijna 26 miljoen euro om een productielijn op te starten met de koolstofgebaseerde technologie die wij willen gebruiken. In de toekomst zouden we met deze technologie ook batterijen kunnen produceren zonder materialen als lithium en kobalt.

Hoe willen jullie de toekomst van de fabriek veiligstellen?

Bij velen bestaat de illusie dat een staat of regering eenvoudigweg op een knop kan drukken en de GKN-fabriek kan nationaliseren. De waarheid ligt echter anders: de Italiaanse regering is duidelijk niet bereid om over te gaan op nationalisatie. Bovendien hebben we te maken met een burgerlijke staat, die niet eens meer weet hoe nationalisatie werkt. Het te verwachten antwoord van de regering is dat ze alleen zou instemmen met overheidsinterventie als er al een ondernemer bij het plan betrokken is.

De nationalisatie die we wensen is dus onwaarschijnlijk en in juli 2023 waren we daarom gedwongen om de coöperatie GFF (GKN For Future) op te richten, een rechtspersoon voor de herindustrialisatie van GKN. We vragen nu om overheidsinterventie, maar als dat zou gebeuren, zou de staat waarschijnlijk proberen om zijn eigen bestuursvertegenwoordiger te introduceren.

Deze verticale interventie moet worden bestreden met interventie van onderaf en open participatie in het eigendom van de coöperatie. De coöperatie zou gecontroleerd moeten worden door werknemers, maar de Italiaanse staat keurt goed dat coöperaties voor een derde gecontroleerd worden door investeerders – een kapitalistisch mechanisme. Daarom willen we dat investeerders uit zowel lokale solidariteitsbewegingen en gemeenschappen komen, als internationale solidariteits- en milieugerichte netwerken.

Wat staat jullie te wachten in de toekomst?

Het X-uur nadert: het moment waarop we – met ons ontslag – formeel worden losgekoppeld van de fabriek, die op dat moment geen fabriek meer is maar gewoon een leeg gebouw: niet vanwege de afwezigheid van machines, maar van arbeiders. We hebben niet veel tijd meer. Populair aandeelhouderschap en de verwezenlijking van ons industrieel plan zijn urgente en fundamentele uitdagingen en ze moeten zo snel mogelijk gebeuren.

Hoe kan de internationale gemeenschap GKN steunen?

Er zijn veel manieren om GKN te steunen en de huidige GKN-eigenaren te laten zien dat velen solidair met hen zijn; denk hierbij aan het delen van vertaalde en eigen artikelen, solidariteitsoproepen, en video’s. Ook kun je een bakfiets pre-orderen, onderdeel worden van onze aandeelhouderscampagne, en je kunt doneren. Daarnaast is het mogelijk om solidariteitsbijeenkomsten te organiseren, presentaties van onze bakfietsen te houden waarmee gerelateerd kan worden aan bestaande koeriersnetwerken, en onze strijd te verbinden aan die van andere bewegingen zoals de klimaatbeweging.

Dit interview werd afgenomen tijdens de Climate Jobs Conference begin oktober. Nederlandse vertaling: redactie socialisme.nu.