Precies honderd jaar na Mussolini’s tweede mars op Rome kreeg Italië in oktober opnieuw een fascist als premier. De overwinning van Giorgia Meloni’s Fratelli d’Italia bij de nationale verkiezingen was jarenlang in de maak en vormt een acute bedreiging voor migranten, linkse activisten en de LHBTQI+-gemeenschap. Antifascistisch verzet en een heldere analyse van de reactionaire krachten in Italië zijn daarom van cruciaal belang.

Bij Italiaanse verkiezingen is het gebruikelijk dat partijen op voorhand een coalitie aangaan. De zogeheten ‘centrumrechtse’ coalitie, een giftige cocktail van extreemrechtse partijen, bestaat uit Meloni’s Fratelli d’Italia, Berlusconi’s Forza Italia en Salvini’s Lega Nord. Deze coalitie heeft met 44 procent van de stemmen de verkiezingen overtuigend gewonnen. Van een linkse parlementaire tegenmacht is geen sprake. Het blok dat de grootste uitdager voor rechts vormt wordt geleid door de neoliberale Partito Democratico en kreeg slechts 26 procent van de stemmen.

Het opkomstpercentage is met 64 procent nog nooit zo laag geweest bij nationale verkiezingen in Italië. Hierdoor kon de extreemrechtse coalitie een grote verkiezingswinst behalen, terwijl ze minder stemmen kreeg dan in 2018. Fratelli d’Italia maakte als enige grote partij geen deel uit van de technocratische regering onder EU-bankier Mario Draghi, die in juli uiteen viel. Italië is met 200 miljard euro veruit de grootste ontvanger van het coronaherstelfonds van de Europese Unie, maar in ruil daarvoor moesten een aantal forse bezuinigingen worden doorgevoerd. De bezuinigingen op sociale voorzieningen, de stijgende prijzen, stagnerende lonen en hoge werkloosheid hebben bij veel Italianen tot diepgewortelde afkeer van de gevestigde politiek geleid.

Door het monopolie op politieke oppositie hadden Meloni’s neofascisten vrij spel om te profiteren van die afkeer. Vooralsnog is de verkiezingswinst bovenal electoraal, maar dat maakt deze ontwikkeling niet minder gevaarlijk. Extreemrechts geweld groeit al jaren mee met extreemrechts zelfvertrouwen. Met Fratelli d’Italia als grootste partij gaat dat zelfvertrouwen een nieuwe, levensbedreigende fase in.

Fascisme

Het fascisme van Meloni en Fratelli d’Italia is zo openlijk dat zelfs liberale media niet aarzelen om het te benoemen. Zo wil Meloni het ‘uitsterven’ van het Italiaanse volk voorkomen door met overheidsingrijpen geboortecijfers omhoog te schroeven, onder andere door kinderen van migranten geen Italiaans paspoort meer te verlenen. Extreemrechtse complottheorieën, zoals de ‘great replacement’, vormden de kern van Meloni’s campagne, waarbij ze fel ageerde tegen ‘internationale speculanten’ die de christelijke Italiaanse bevolking zouden willen ‘omvolken’ met behulp van ‘massa- immigratie’. Ook is Meloni een zelfverklaard beschermer van het christelijke kerngezin en heeft ze niets dan lovende woorden voor Mussolini, hetgeen eerder regel dan uitzondering is bij haar partij.

De fascistische wortels van Fratelli d’Italia gaan dan ook ver terug. Het logo van de partij is voor elke Italiaan herkenbaar als een fascistisch symbool. Het stelt de vlam op het graf van Il Duce voor dat direct na de Tweede Wereldoorlog door de Mussolini-loyalisten van de Movimento Sociale Italiano (MSI) gebruikt werd. De MSI bouwde voort op de ideeën van zelfverklaard ‘superfascist’ en grondlegger van het neofascisme Julius Evola. Tijdens de gewelddadige ‘jaren van lood’, eind jaren 60 tot in de jaren 80, fungeerde de MSI als een springplank voor neofascistische terreurgroepen. Dat Fratelli d’Italia het oude MSI-logo rechtstreeks heeft overgenomen is niet alleen een openlijke omarming van deze bloedige traditie, maar reflecteert ook het toegenomen zelfvertrouwen van extreemrechts.

Voedingsbodem

De neoliberale partijen hebben een cruciale rol gespeeld om de opmars van het neofascisme mogelijk te maken. Decennialang konden neofascisten onder de hoede van neoliberalen opereren en bestaande normen oprekken. Vooral het premierschap van de autoritaire populist Berlusconi was hierin veelbetekenend. In 1994 hielp Berlusconi de MSI zelfs de regering in door met hen een coalitie aan te gaan. Giorgia Meloni zelf was tot 2011, een jaar voor ze Fratelli d’Italia zou oprichten, minister in Berlusconi’s vierde regering. Doordat de neofascisten telkens de uiterste consequentie belichaamden van hetzelfde antimigratienarratief van de liberalen zijn mettertijd de grenzen tussen rechts en extreemrechts vervaagd.

Meloni’s premierschap is de oogst van een decennialange normalisering van racistische haatzaaierij. Zo is solidariteit met migranten reeds een misdaad. Het is tekenend dat de fascistische terrorist Luca Triani een lagere straf krijgt voor de moord op zes migranten dan burgemeester Domenico Lucano kreeg nadat deze 500 ongedocumenteerde vluchtelingen opnam in zijn dorp. Dat extreemrechts geweld nog steeds in rap tempo toeneemt, werd in augustus pijnlijk duidelijk toen straatverkoper en vluchteling Alika Ogorchukwu op brute wijze werd doodgeslagen met zijn eigen kruk.

De overwinning van Fratelli d’Italia vormt ook een bedreiging voor de gehele Italiaanse arbeidersklasse. Meloni heeft al bevestigd dat ze van plan is om het nog geen vier jaar bestaande recht op een basisinkomen te zullen schrappen. Ook abortusrechten staan onder druk en migranten en linkse activisten zullen zonder een antifascistische massabeweging ongetwijfeld het slachtoffer worden van de immer toenemende geweldplegingen uit extreemrechtse hoek. Het is duidelijker dan ooit hoe gevaarlijk het is als links zich in het parlement en op straat niet los van neoliberalen weet te organiseren. Neofascistische organisaties en ideeën krijgen dan de vrije loop. Het is belangrijker dan ooit dat antifascisten overal ter wereld lessen trekken uit de gevaarlijke ontwikkelingen in Italië en bouwen aan een beweging om de fascisten te stoppen. Ze zijn al in Rome.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk op socialisme.nu.