Judas and the Black Messiah verbeeldt de revolutionaire carrière en de gewelddadige dood van Fred Hampton, de voorzitter van de Black Panther Party in Illinois. De film, geregisseerd door Shaka King, is vooral gericht op de aanloop naar de moordaanslag op Hampton door de FBI. De hoofdrol wordt vertolkt door Daniel Kaluuyah met Lakeith Stanfield in de rol van de ‘rat’ Bill O’Neal.
‘We’re going to fight racism not with racism, but we’re going to fight with solidarity. We say we’re not going to fight capitalism with black capitalism, but we’re going to fight it with socialism.’ De film deinst er niet voor terug om Hamptons revolutionaire politiek te belichten. Gedurende de film zien we Hampton en de Black Panthers als zelfverklaarde revolutionairen. Het publiek leert dat hervormingen nooit een oplossing kunnen zijn: ‘hervorming is hoe meesters hun slaven leren om betere slaven te zijn.’
Het idee van een eenheidsfront wordt ook kort belicht in de film als Hampton samenwerking zoekt met de witte arbeidersbeweging The Young Patriots en de Latinxbevrijdingsgroep The Young Lords. Het wordt uitgelegd dat deze groepen – ondanks hun culturele verschillen en hun verschillende opvattingen over bijvoorbeeld de Confederate flag – samen zouden moeten werken, in ieder geval tot de regering ten val is gebracht.
De film laat ook zien hoe de Panthers samen proberen te werken met de fictieve groep The Crowns. De opvattingen en activiteiten van die groep worden echter niet uitgelegd. Dit laat de kijker wat verward achter, omdat niet duidelijk wordt hoe deze groep van de Panthers verschilt en wat de functie van de samenwerking is. Het wordt zo onvoldoende duidelijk dat The Crowns symbool staan voor de verschillende groepen die verenigd waren in de Rainbow Coalition en hun grote overwinningen blijven hierdoor onderbelicht. Hoewel het goed is om te zien dat er zo toch direct naar de Rainbow Coalition wordt verwezen, is het jammer dat de film er niet meer aandacht voor heeft – het is immers de kern van Hamptons politieke nalatenschap.
Panthers
De film heeft wel veel aandacht voor activiteiten van de Panthers zelf. Gedurende de film zien we een massale scholingscampagne waarin Hampton naar universiteiten en meetings gaat om te spreken over revolutie en bewegingsopbouw. We vangen een glimp op van het Free Breakfast Programma, al is het de vraag of dat duidelijk is voor kijkers die er niet al van wisten. Ook krijgen we zorginitiatieven van de Panthers te zien, zoals het opzetten van een kliniek.
Het wordt duidelijk dat deze initiatieven ten goede komen aan de werkende bevolking van Chicago in het algemeen en niet alleen voor supporters van de Black Panthers. Ze zijn namelijk onderdeel van pogingen om klassenbewustzijn en solidariteit te stimuleren. Het volk en de revolutie gaan vóór ieder individueel belang. Als Hampton vermoedt dat hij opnieuw naar de gevangenis zal worden gestuurd, draagt hij zijn kameraden op om geld te sparen voor de kliniek en het niet voor zijn borg te gebruiken.
Een van de sterkste punten van de film is, dat het politie en FBI-agenten afbeeldt voor wat ze zijn: pigs. Hampton wordt gearresteerd en gevangengezet zonder noemenswaardige misdaad (‘diefstal van een ijsje’). FBI-baas J. Edgar Hoover, gespeeld door Martin Sheen, geeft zijn bevel om de Panther Party te beëindigen zonder een duidelijke reden. Deze lijn loopt door tot aan de climax: de inval in het hoofdkantoor van de Panthers en de moord op Fred Hampton maken het racistische en moorddadige karakter van de FBI en de politie zelfs voor politiek neutrale kijkers glashelder.
Politiek
Nu de verhaallijn. Die focust op Bill O’Neal, de ‘rat’ die de Panthers voor de FBI infiltreert en in ruil daarvoor niet naar de gevangenis hoeft voor zijn kleine criminele overtredingen. Het is ergens jammer dat het verhaal niet meer aandacht heeft voor de activiteiten van de Panthers zelf. Maar met deze insteek ligt de nadruk op de massale manipulatie door de FBI van de publieke opinie en van zwarte werkende mensen in armoedige omstandigheden. Een op de realiteit van grote persoonlijke ontberingen onder zwarte mensen uit de arbeidersklasse. Die individuele ontberingen worden afgezet tegen de strijd van de gemeenschap. We zien ook Bills innerlijke strijd: op sommige momenten weten we niet meer aan wiens kant hij staat. Pas aan het einde wordt dat duidelijk. Uiteindelijk verwijst de film naar Bills zelfmoord en suggereert daarmee dat hij zich niet kon verenigen met de keuzes die hij maakte.
De film begint en eindigt met echt historisch filmmateriaal. Door interviews met Bill en met Hampton in de opening wordt de film in de werkelijke historische context geplaatst, wat belangrijk is voor kijkers die er niet bekend mee zijn. De film eindigt door uit te leggen dat de zoon van Hampton en zijn kameraad en partner Deborah Johnson tot de dag van vandaag leiding geeft aan de Black Panther Cubs. Hierdoor wordt de kijker uitgenodigd om te reflecteren op de hedendaagse context en de voortdurende strijd.
Judas and the Black Messiah is een succes. Hoewel de film buiten Hamptons geweldige speeches weinig politieke diepgang heeft, wordt het geweld van de veiligheidsdiensten en de noodzaak om daartegen te organiseren en zelfs te vechten duidelijk overgebracht. Door de kijker iets te leren over het werk en de politiek van de Panthers en de invloed die zij ooit hadden, wordt het makkelijker om je voor te stellen hoe een revolutie – met grote mobilisaties en in de juiste omstandigheden – succesvol kan zijn.
Dit artikel verscheen oorspronkelijk op socialisme.nu.