Op Netflix is sinds tien oktober de film 22 July van Paul Greengrass te zien. De film gaat over de aanslag die Anders Breivik op 22 juli 2011 pleegde op het regeringscentrum van Oslo, maar vooral over de slachting die hij aanrichtte in een jongerenkamp op het eiland Utoya.
Er vallen die dag 77 doden. Later bezwijken nog 7 jongeren aan hun verwondingen. Eerder deze zomer kwam de Noorse regisseur Erik Poppe al met een film over deze gebeurtenis, Utoya 22 juli. Hij deed dat door intens in te zoomen op de belevenis van één meisje op dat eiland. Paul Greengrass kiest voor een bredere benadering. Bij hem komt óók het gedachtengoed van Breivik aan de orde en de gevolgen voor de gewonden, de nabestaanden en de effecten op de Noorse samenleving. Recensent Ab Zagt beschrijft in de Nederlandse krant AD 22 July als een “aanklacht tegen extreemrechts”, met oog voor de hartverscheurende nasleep van de aanslag.
De aanslag
In juli 2011 nemen ongeveer 500 jongeren deel aan een zomerkamp op het eiland Utoya. Het kamp is georganiseerd door de jongerenorganisatie van de Noorse sociaal-democratische Arbeiderspartij. In de loop van de middag horen ze dat er in Oslo een bomaanslag heeft plaatsgevonden in het regeringscentrum, waarbij 8 doden zijn gevallen en 17 gewonden. De pleger van deze aanslag is de rechtsextremist Anders Behring Breivik. Aansluitend op deze aanslag rijdt Breivik naar het 40 kilometer verderop gelegen Tyrifjord en neemt daar de veerpont naar het eiland Utoya. Vervolgens haalt hij uit een reistas diverse automatische wapens en begint een wilde jacht op de linkse jongeren die op Utoya verblijven. Uiteindelijk schiet hij in 1 uur en 12 minuten 69 van die jongeren dood. Naderhand bezwijken nog 7 van hen aan hun verwondingen. Breivik wordt gearresteerd en veroordeeld tot 21 jaar gevangenisstraf, met de mogelijkheid van een verlenging tot levenslang.
Schim
In juni van dit jaar bracht de Noorse filmregisseur Erik Poppe de moordpartij op het eiland in beeld in de film Utoya 22 juli. Hij volgt de volledige 72 minuten van de moordpartij in de persoon van het meisje Kaja (Andrea Berntzen). Kaja is een verzonnen personage van 18 jaar, waarin verschillende echt aanwezige jongeren zijn samengebracht. Met haar zien we het aanvankelijke ongeloof (rotjes?), de verwarring (schiet de politie op ons?), de angst en de wanhoop (we gaan er aan!) en de pogingen te ontkomen op het beboste maar te kleine eiland. Bloedstollend. Breivik blijft vrijwel uit beeld, we zien hem slechts enkele seconden als schim op een heuveltop. De film draait om de slachtoffers.
Erik Poppe laat niets zien van Breivik’s achtergrond. Zijn manifest, van maar liefst 1518 pagina’s, komt niet aan de orde. De overeenkomsten met de ideologie van een Wilders en een Baudet blijven buiten beschouwing. Het extreem rechtse gedachtengoed met zijn racisme en seksisme en gehoorzaamheid aan het grootkapitaal komt niet aan bod. De film is een postmodern product bij uitstek. Bredere verbanden en politieke opheldering ontbreken. De film zoomt volledig in op menselijke emoties onder gruwelijke omstandigheden. En doet dat diepgaand, oprecht en aangrijpend.
Aanklacht
In 22 July gaat Paul Greengrass wel uitgebreid in op de achtergronden en gevolgen. Overigens heeft ook hij, net als Erik Poppe, zich verzekerd van de instemming van slachtoffers en nabestaanden met zijn project. Paul Greengrass is een vrij politieke filmer. Naast de Jason Bourne-serie maakte hij films over de gijzeling van Captain Phillips, over de vliegtuigkaping van United 93 en over de moordpartij door het Engelse leger in Noord Ierland op Bloody Sunday. Hij zoekt opheldering en kiest partij.
Dat doet hij ook in 22 July. In een interview in het AD van 11 oktober 2018 keert hij zich scherp tegen het rechts extremisme: “Overal, noem maar een westers land op, groeien deze bewegingen. Vertegenwoordigers zitten zelfs in de diverse parlementen en kunnen hun denkbeelden spuien. Ik vind dat daarom dit gevaar met alle middelen aan de kaak moet worden gesteld. Een film kan daarbij helpen, hoewel ik niet de illusie heb de zienswijze van rechtse sympathisanten te kunnen veranderen. Maar de waarschuwing die in mijn film zit, moet wel worden gehoord.”
Netflix
Volgens Ab Zagt van het AD is Paul Greengrass in zijn opzet goed geslaagd. Hij beloonde 22 July met vier sterren. De film is slechts in enkele bioscooptheaters te zien, maar kan sinds 10 oktober door maar liefst 130 miljoen abonnees van Netflix in 190 landen worden bekeken.
Dit artikel verscheen oorspronkelijk op Konfrontatie.