Bij het begin van de Covid-19 crisis zagen we opnieuw racisme tegenover mensen van Aziatische afkomst, nu maken we opnieuw mee dat alle mensen van allochtone origine met de vinger worden gewezen. Eerst waren het de jongeren, nu de mensen uit de volkswijken, kortom iedereen die wordt beschouwd als buiten de nationale consensus staande.
De media, bepaalde politieke personaliteiten, extreemrechts en heel wat burgers die beroep deden op de ordediensten struikelen over elkaar om de “vele” inbreuken op de “ophokplicht” aan te klagen. Ze bouwden een gans discours op waarin het allochtone deel van de volksmilieus verantwoordelijk wordt gesteld, en wordt voorgesteld als ongedisciplineerd, gebrek aan bewustzijn tonend tegenover de ernst van het virus en weerspannig.
Dat allemaal in een context waarin de bevolking van deze wijken wel degelijk in huis blijven, ondanks de vele problemen die voortvloeien uit te kleine en ongezonde woningen en de bestaansonzekerheid waarin heel wat families zitten. Een context ook waarin heel wat van deze mensen verder moeten werken, niet enkel in niet-essentiële bedrijven, maar ook op allerlei terreinen van de “onzichtbare” reproductieve sectoren: heel wat personeel in de gezondheidszorg en de zorg (rusthuizen, familiale hulp), kassiers in de supermarkten, de kruideniers, slagers en bakkers in de wijken, de chauffeurs van het openbaar vervoer, het schoonmaakpersoneel en de vuilnisophalers, de mensen in de callcenters, de taxi- en Uberchauffeurs, de bezorgers van maaltijden en pakjes, enz. Of zijn het enkel de jongeren van allochtone oorsprong die de school hebben verlaten of stempelen die met de vinger worden gewezen?
Er is al veel gesproken over de volmachten om te strijden tegen de pandemie en om adequate sociaaleconomische maatregelen te kunnen nemen, maar er wordt heel wat minder gepraat over de kwestie van de controle op onze individuele rechten en op het recht op arbeid.
” Waar de burgers in het algemeen de boodschap goed begrepen hebben, zijn er toch die het niet willen snappen, terwijl de informatie toch via alle mogelijke en voorstelbare kanalen wordt verspreid, in alle talen, via de pers, de televisie, de sociale media, pamfletten, affiches, de post, via de megafoon, in de wijken zelfs mondeling… Nu worden we er toe gedwongen om naast preventieve ook bestraffende maatregelen in te zetten”, verklaarde de Défi-burgemeester van Schaarbeek Cécile Jodogne.
“De GAS, dat is een beetje de lichte cavalerie bij het controleren van het gedrag”, gaf Charles Picqué, PS-burgemeester van de Sint-Gillis dan weer toe. “We zitten in een toestand waarin we zeer snel met een sanctie moeten kunnen dreigen die zwaarder weegt dan een simpele waarschuwing. Ik denk dat het een bijkomend instrument is voor de gemeentes om de regels te laten respecteren”.
Zo gezegd, zo gedaan, de politiezonde Brussel Noord (Schaarbeek, Evere, Sint-Joost-ten Noode) kondigde aan dat ze op minder dan een week al 572 GAS uitschreef aan burgers vanaf 14 jaar die de maatregelen en de politiewaarschuwingen in de publieke ruimte niet respecteerden.
In het gerechtelijk arrondissement Mons-Doornik werd dan weer vanaf de aanvang in de eerste plaats voor een strafrechtelijke aanpak gekozen, eerder dan via GAS-boetes. Sinds het begin van de ‘ophokplicht’ werden al bijna 1500 processen-verbaal uitgeschreven door de 14 politiezones van het arrondissement. In Vlaanderen kregen bijvoorbeeld alleen al in Gent 756 mensen een proces-verbaal, 392 een waarschuwing en 31 een onmiddellijk te betalen boete van 250 euro, op 10 dagen tijd.
Na enige dagen van twijfel, nadat het College van openbare aanklagers van mening was dat deze inbreuken niet onder de wetgeving rond de GAS vielen, nam de regering op zaterdag 4 april een Koninklijk Besluit aan (een van de negen die dit weekend werden genomen) gericht op het “regulariseren” en “uniformiseren” van de GAS voor iedereen die de regels gedecreteerd door de regering niet respecteert.
De boetes zullen oplopen tot 250€ voor een volwassene (350€ in geval van herhaling) et 100€ voor een minderjarige (175€ in geval van herhaling) – daar waar de GAS tot nu toe slechts konden oplopen tot 50€. Bovendien kunnen de boetes onmiddellijk geind worden. Zulk bedrag staat gelijk aan tussen de 20 en 40% van het maandinkomen voor een gemiddeld eenoudergezin en/of arm gezin in Brussel. Als men deze gezinnen nog dieper in de miserie wil duwen, zou men het niet anders aanpakken. Vergeet nochtans niet dat je de boetes kan betwisten en in beroep kan gaan bij de Jeugdrechtbanken voor minderjarigen en bij de Politierechtbanken voor meerderjarigen.
Vanzelfsprekend richt onze politie die recent nog werd aangeklaagd voor haar etnische profilering haar controles in de eerste plaats op wijken en parken waar veel gekleurde, migrante en werkende mensen leven of komen. Het valt dan ook makkelijk te begrijpen dat die controles meer dan eens gepaard gaan met racistische opmerkingen of beschuldigingen van leugens.
Voor de pandemie waren de controles, GAS-boetes en politiegeweld al legio, vandaag wordt de Covid-19-crisis volop gebruikt om deze praktijken te rechtvaardigen. “In uw kot blijven”, is makkelijk in grote woningen met een tuin (je hebt er zelfs tijd en ruimte om te filosoferen over de zin van het leven en het lot van de planeet), maar het wordt een gans andere zaak voor wie opgesloten zit in kleine appartementen, zonder balkon of tuin. Die mensen moeten het sociaal en cultureel isolement, maar ook de dood, het ganse jaar maar aan kunnen.
Het hoeft dan ook niet te verbazen dat je mensen uit de volkswijken tegen komt in de straten en in de publieke ruimte. De staat en haar regering Wilmès legt met haar tegenstrijdige maatregelen aan de ene kant op dat mensen in hun woning moeten blijven en verruimt aan de andere kant haar lijst van bedrijven die mogen open blijven en van beroepsactiviteiten die verder mogen worden uitgeoefend. Allemaal om het kapitalistisch systeem verder te laten draaien.
In de volkswijken leven heel wat werkenden, mensen in bestaansonzekerheid en interimarbeiders die verder moeten blijven werken en daarbij hun gezondheid en die van hun families in gevaar brengen. Er leven ook heel wat mensen die hun baan verloren zonder recht te hebben op een werkloosheidsuitkering of steun vanwege het OCMW, of hun inkomsten ‘in ’t zwart’ verloren zagen gaan (bijvoorbeeld mensen zonder papieren of heel wat studenten die moeten bijklussen om hun studies te betalen).
We krijgen heel wat beelden te zien van mensen van kleur of van migrante oorsprong die blijven werken, maar niettegenstaande dat komt het racistisch discours weer goed van pas om het falen van onze regeringen in deze gezondheidscrisis op heel wat vlakken (ontbreken van maskers, ontsmettende gel, beschermend materiaal, medicijnen en testen) te verbergen. Net als het jarenlang falen van het stedelijk beleid, het onderwijs en het sociale beleid en het gebrek aan een afdoende aanpak van racistische discriminatie op vele terreinen. Het gaat echt wel om racisme, afkeer van jongeren en onvervalste haat tegenover de “lagere” klassen.