De verpletterende overwinning van het oppositiekamp bij de districtsverkiezingen op 24 november in Hong Kong kan worden beschouwd als een referendum over zowel de regering van Hong Kong als Beijing. De stem van het volk is een duidelijk en luid ‘nee’ tegen het harde beleid van het establishment.
De oppositie heeft gewoonlijk ongeveer 55-60 procent steun bij de parlementsverkiezingen en slechts ongeveer 40 procent bij de districtsverkiezingen. Het feit dat de oppositie nu 57% van de stemmen heeft behaald in vergelijking met de 41% van de pro-Beijing partijen is zeker een grote overwinning.
Het is een nog grotere overwinning in termen van daadwerkelijk behaalde zetels. De democraten wonnen in totaal 388 zetels – een stijging van 263 zetels ten opzichte van de vorige verkiezingen – terwijl de pro-Beijing-partijen 240 zetels verloren en in totaal 59 zetels behielden.
De populariteit van het democratische kamp is al voor de verkiezingen gebleken: 83 procent van de bevolking legde de schuld voor het geweld bij de regering, terwijl slechts 40 procent dacht dat het ook de verantwoordelijkheid van de demonstranten was.
Toch had niemand ooit gedacht dat de democraten bij de wijkverkiezingen met zo’n grote marge zouden kunnen winnen, zeker niet op een moment dat het radicale karakter van de beweging begon af te nemen.
In de week voor de verkiezingen belegerde de politie de door demonstranten bezette Polytechnische Univeristeit en terwijl enkele tientallen van hen bleven weigeren zich over te geven, konden zij of hun aanhangers buiten weinig doen. Geleidelijk aan hebben de meesten van hen zich overgegeven en zijn gearresteerd. Sommigen slaagden er toch in te ontsnappen.
De electorale overwinning versterkt ongetwijfeld het moreel van de oppositie. Het is ook bemoedigend dat meer dan zestig van de nieuwgekozen districtsraadsleden op 30 november naar de ingang van de Polytechnische Universiteit gingen om hun solidariteit te betuigen met de demonstranten die zich nog steeds binnen schuilhielden en om de bijdrage van de studenten aan de beweging te bevestigen. De politie kwam uiteindelijk op 28 november de campus binnen, maar er waren geen nieuwe arrestaties.
In feite is dit de tweede grote overwinning van de oppositie – sinds de laatste die Carrie Lam’s regering op 4 september dwong om de uitleveringswet in te trekken.
Met deze twee grote overwinningen kan in deze beweging een nieuw soort activisme ontstaan dat nieuw is voor Hong Kong. Ter vergelijking: de Paraplu-beweging werd in 2014 volledig verslagen, gevolgd door een lange periode van demoralisatie van de activisten. Met de mobilisatie van meer dan twee miljoen mensen heeft de beweging nu de kans om te leren van haar ervaringen uit het verleden.
Tot slot: er zijn minstens vijf pogingen geweest om een algemene staking te organiseren. Alleen de algemene staking van 5 augustus was een succes, waarbij de helft van de stad feitelijk werd stilgelegd. Dat was de eerste algemene staking in decennia en toont de macht van de arbeiders aan de bevolking.
Er zijn nu jonge activisten die zich bewust zijn van het belang van arbeidsstrijd en die oproepen tot toetreding tot, of de oprichting van nieuwe vakbonden.
Het unieke aan deze recente vakbondsinspanningen is dat ze radicaal gedecentraliseerd zijn en dat ze zichzelf organiseren door vrij anonieme deelnemers op online platforms zoals Telegram, in plaats van dat ze zich persoonlijk organiseren op de werkplek.
Het valt nog te bezien hoe duurzaam en effectief deze wil tot vakbondsvorming kan worden. De oproep van een jonge ambtenaar om een nieuwe ambtenarenvakbond op te richten, leidde tot een zeer goede respons: op het nieuws werd gemeld dat honderden ambtenaren zich hebben aangemeld.
Dit artikel verscheen oorspronkelijk op International Viewpoint. Nederlandse vertaling: redactie Grenzeloos.