De organisatoren van de voor 13 september in Brussel geplande betoging van personeelsleden van de gezondheidszorg hebben vernomen dat “de maatregelen van de Nationale Veiligheidsraad de betoging niet toelaten”. Ze doen een oproep aan Philippe Close, burgemeester van Brussel, en aan de andere politiek verantwoordelijken.
Deze open brief werd ondertekend door 620 zorgwerkers uit ziekenhuizen in gans België (in Le Soir vind je de volledige lijst van ondertekenenaars)
De manifestatie van de gezondheidszorg op 13 september is een kwestie van volksgezondheid. Verbiedt ze niet!
Meneer de Burgemeester, dames en heren,
We hebben met verbazing en verontwaardiging kennis genomen van uw intentie om onze “Grote Betoging van de Gezondheidszorg” op zondag 13 september tegen te houden. Deze al lang geplande actie eist meer middelen voor onze beroepen en van ons systeem van gezondheidszorg om op elk moment de toegang tot kwaliteitsvolle zorg te garanderen, evenals een echt welzijn op het werk.
De Covid-crisis heeft aangetoond in welke mate het in de afgelopen jaren gevoerde beleid ons vermogen heeft vernietigd om op een waardige manier zorg te verlenen. In dat kader is uw besluit voor ons onbegrijpelijk en maakt het ons bijzonder boos.
Uw rechtvaardiging is de gezondheidssituatie in het land. In ditzelfde land zullen we binnenkort echter 10.000 fans toelaten in het Sclessin stadion, we tolereren duizenden bezoekers per dag in pretparken en onbeperkt gebruik van winkelstraten zoals de Nieuwstraat in Brussel. Al deze risicovolle bijeenkomsten zijn toegestaan, maar tegelijk moeten we vaststellen dat het maatschappelijk protest gemuilkorfd blijft.
Veel grotere risico’s in het dagelijks leven
Laten we benadrukken dat de gebeurtenis waar we het hier over hebben, gaat over hulpverleners, de mensen die al maanden worden toegejuicht. Laten we duidelijk maken dat we in staat zijn om de regels van fysieke afstand en het dragen van maskers toe te passen en af te dwingen.
Maar laten we u er vooral aan herinneren dat we al maandenlang flexibel moeten zijn met de gezondheidsregels, die essentieel zijn in ons werk. We moesten werken met niet-conforme maskers, soms zelfs zonder maskers. Maskers die om de 4 uur moesten worden verwisseld, waren ineens een hele dag bruikbaar. We moesten werken zonder beschermende pakken, zonder tests … We moesten wekenlang gescheiden blijven van onze gezinnen en onmogelijke uren werken. We moesten leven met het risico, voor onszelf en onze patiënten. Laten we het niet eens hebben over wat we in de rust- en verzorgingstehuizen hebben meegemaakt.
Velen van ons hebben echt alles gegeven, fysiek, mentaal, en nu zijn we aan het einde van ons latijn. We willen geen helden zijn. Niemand zou moeten vrezen voor zijn of haar gezondheid op het werk. We zijn verzorgenden, mensen die andere mensen verzorgen. Maar we hebben stand gehouden. Omdat we onze beroepen belangrijk vinden, net als onze patiënten en onze collega’s. Omdat we eerst door de noodsituatie zijn gegaan, ondanks de onrechtvaardigheid ervan. We zijn flexibel, begripvol en ondersteunend geweest, zoals we dat al jaren zijn.
Nauwelijks lessen getrokken uit de tragedie…
De problemen van de onderfinanciering in de gezondheidszorg zijn niet nieuw. De huidige ramp had inderdaad voorkomen kunnen worden. Het had voorkomen moeten worden. Wij stellen al jaren de vernietiging van onze beroepen aan de kaak en de risico’s die dit met zich meebrengt voor onze patiënten, nu en in de toekomst.
Om iedereen te kunnen behandelen, moet er voldoende personeel zijn, met fatsoenlijke werkomstandigheden, om een humaan onthaal en opvolging te garanderen. Anders is het vanaf de eerste crisis, of het nu gaat om een kleine (ziekteverzuim, een gecompliceerd geval in een ziekenhuis, een uitgeputte collega…) of grote crisis, de bevolking, maar ook wijzelf die de prijs betalen.
Nog geen jaar geleden hebben onze directies ons uitgelegd dat we geduld moesten hebben, dat er geen geld was, dat het niet afhankelijk was van de directies maar van de ministers, maar dat we onze patiënten niet in de steek konden laten. Het is tragisch dat er een pandemie en duizenden zieke en dode mensen nodig waren om een blik te werpen op onze eisen. Toch is er, ondanks de schijnwerpers die sinds het begin van de crisis op ons zijn gericht, te weinig veranderd.
Leg ons niet het zwijgen op!
Een aantal van ons werkt in instellingen en ziekenhuizen die openbaar zijn of gedeeltelijk gefinancierd worden door de staat, de gewesten, de gemeenten… Het is dus ook in uw naam dat we in de gevarenzone zijn gestuurd. U behoort tot de werkgevers die in woorden hun solidariteit met onze situatie betuigen. Sommigen van u applaudisseerden op het balkon en u bedankte ons in uw toespraken.
Maar nu we ons recht om te betogen willen uitoefenen, bent u nergens meer solidair mee en probeert u ons zelfs tegen te houden! Als werkgever luistert u niet alleen niet naar ons, maar u wilt ons zelfs het zwijgen opleggen.
Erger nog, als politici bent u er zich niet van bewust dat onze mobilisatie essentieel is voor het welzijn van de hele bevolking en vooral van de armsten onder ons. Onze betoging is een kwestie van volksgezondheid. Zonder extra middelen voor de gezondheidszorg en de sociale zekerheid zal de bevolking overgeleverd zijn aan de gevolgen van de volgende gezondheidscrisis, omdat de gezondheidswerkers gewoonweg niet meer in staat zullen zijn om hun werk te doen.
Het is een verbod op de betoging die gevaarlijk is voor de volksgezondheid! Een verbod is niet te rechtvaardigen zijn, het is werkelijk antidemocratisch en eenvoudigweg onaanvaardbaar. We zullen daarom op 13 september betogen en we hopen iedereen te zien die voor ons heeft geapplaudisseerd en die ons heeft gesteund, waarvoor we jullie willen bedanken.
Meneer de burgemeester, dames en heren, wij willen nog steeds geloven, dat u zich zult herinneren dat wij flexibel zijn geweest en dat u zich ook zal kunnen aanpassen, net zoals wij dat hebben gedaan.
Dit artikel verscheen oorspronkelijk in Le Soir. Nederlandse vertaling: redactie socialisme.be.