Op 11 november keurde het Grieks parlement een wijziging van het strafwetboek goed dat een ware intimidatie betekent voor journalisten. Onder het mom van strijd tegen ‘fake news’ kan elk bericht dat de overheid niet bevalt aanleiding geven tot sancties, gevangenisstraf inbegrepen. Journalistenverenigingen, waaronder de Europese Federatie van Journalisten, hadden eerder al gewaarschuwd voor de geplande aanpassingen van de strafwet, maar deze werden dus toch goedgekeurd door een parlement gedomineerd door Nea Dimokratia, de partij van premier Mitsotakis. Human Rights Watch, de Griekse journalistenvereniging ESIEA en het Internationaal Persinstituut vrezen voor de persvrijheid en willen de terugtrekking van veel te vage bepalingen.
Oordeel zelf. Volgens de geamendeerde strafwet wordt bestraft:
“iedereen die publiekelijk of via het internet, op een of andere manier fout nieuws verspreidt of doorgeeft dat kan leiden tot bezorgdheid of vrees bij het publiek, of dat het openbaar vertrouwen ondermijnt in de nationale economie, de defensiecapaciteit van het land of de openbare gezondheid.”
Overtreders zullen gestraft worden met een boete en een gevangenisstraf van minstens drie maanden. Bij herhaling volgt een gevangenisstraf van minstens zes maanden. Het laakbare van zulke berichtgeving wordt nog eens onderstreept doordat deze wetgeving in verband met berichtgeving deel uitmaakt van strengere bestraffing van gruwelijke misdaden als verkrachting of seksueel misbruik van jongeren.
Het is duidelijk dat het hier niet zomaar gaat over fake news, het begrip wordt in de wet ook niet omschreven, maar alles wat regeringsonvriendelijk is kan geïnterpreteerd worden als misleiding van de publieke opinie. Reporters Zonder Grenzen meldde in februari nog dat Mitsotakis aan openbare zenders de opdracht had gegeven om een filmpje niet te tonen waarin hij zelf de coronamaatregelen overtrad.
Deze wetgeving heeft in feite nog het voordeel dat ze zwart op wit vastlegt waar de regering naartoe wil. In februari bekendgemaakte richtlijnen voor journalisten wanneer ze verslag uitbrengen over demonstraties zijn in feite nog geniepiger, en doen denken aan de behandeling van journalisten in oorlogsgebieden door militaire overheden. Bij demonstraties kan een journalist zich niet vrij opstellen waar hij of zij wil, maar moet politieaanwijzingen volgen en voor zijn informatie afgaan op een politie-verbindingsofficier. Een andere inbreuk op de persvrijheid, die geen parlementaire goedkeuring nodig heeft, vormt het optreden van politie tegen journalisten die verslag proberen uit te brengen over de behandeling van vluchtelingen.
Mitsotakis is geen kolonel, wel een gewezen financieel analist (Chase Bank, McKinsey…). Beide categorieën delen blijkbaar hetzelfde misprijzen voor democratie. Het valt af te wachten wat de Europese Unie, behoeder van de rechtsstaat, hier zal tegen doen.
Herman Michiel is actief in Ander Europa. Dit artikel verscheen oorspronkelijk op Ander Europa.
Trackbacks/Pingbacks