De neofascist Bolsonaro in het licht van de pandemie
Een van de meest verontrustende verschijnselen van de afgelopen jaren is de spectaculaire wereldwijde opkomst van extreem rechtse, autoritaire en reactionaire regeringen, in sommige gevallen met neofascistische trekken: Shinzo Abe (Japan), Modi (India), Trump (VS), Orban (Hongarije) en Bolsonaro (Brazilië) zijn de bekendste voorbeelden. Het is niet verwonderlijk dat een aantal onder hen absurd reageerden op de coronapandemie, waarbij ze het gevaar op dramatische wijze ontkenden of onderschatten. Dit was het geval bij Trump in de eerste weken en bij zijn Engelse discipel, Boris Johnson, die zelfs voorstelde om de hele bevolking met het virus te laten infecteren, zodat de ‘groeps-immuniteit’ in de hele natie van kracht zou worden – natuurlijk ten koste van een paar honderdduizend sterfgevallen. Maar in het licht van de crisis moesten beiden zich terugtrekken en in het geval van Boris Johnson werd hij zelf ernstig ziek.
Het geval van Brazilië is daarom bijzonder, omdat regeringsleider Bolsonaro volhardt in zijn ontkenningshouding. Hij karakteriseert het coronavirus als een ‘griepje’: een omschrijving die het verdient om te worden opgenomen in de annalen, niet van de geneeskunde, maar van de politieke waanzin. Maar deze waanzin heeft zijn logica, de logica van het neofascisme.
Het neofascisme is geen herhaling van het fascisme van de jaren dertig, het is een nieuw fenomeen met kenmerken van de 21ste eeuw. Het heeft bijvoorbeeld niet de vorm van een politiedictatuur, maar respecteert bepaalde democratische vormen: verkiezingen, partijpluralisme, persvrijheid, het bestaan van een parlement, enzovoort. Uiteraard probeert het deze democratische vrijheden zoveel mogelijk te beperken met autoritaire en repressieve maatregelen. Ook is het niet afhankelijk van gewapende stoottroepen, zoals de Duitse SS of de Italiaanse fascisten.
Dat geldt ook voor Bolsonaro: hij is noch Hitler noch Mussolini en hij heeft niet eens de Braziliaanse versie van het fascisme van de jaren dertig van de vorige eeuw, Plínio Salgado’s integralisme, als referentiepunt. Terwijl het klassieke fascisme massale staatsinmenging in de economie verdedigde, vereenzelvigt Bolsonaro’s neofascisme zich volledig met het neoliberalisme en streeft hij naar een sociaal-economisch beleid dat gunstig is voor de oligarchie, zonder de ‘sociale’ pretenties van het oude fascisme.
Een van de resultaten van deze fundamentalistische versie van het neoliberalisme is de ontmanteling van de Braziliaanse openbare gezondheidszorg (SUS), die al behoorlijk verzwakt was door het beleid van voorgaande regeringen. In deze omstandigheden kan de gezondheidscrisis als gevolg van het coronavirus tragische gevolgen hebben voor de armste bevolkingsgroepen.
Een ander kenmerk van het Braziliaanse neofascisme is dat het, ondanks zijn ultranationalistische en patriottische retoriek, vanuit economisch, diplomatiek, politiek en militair oogpunt volledig ondergeschikt is aan het Amerikaanse imperialisme. Dit uitte zich ook in de reactie op het coronavirus, toen we Bolsonaro en zijn ministers Donald Trump zagen nadoen en net als hij de Chinezen de schuld gaven van de epidemie. Wat Bolsonaro gemeen heeft met het klassieke fascisme is autoritair gedrag, een voorkeur voor dictatoriale regeringsvormen, de cultus van de Leider en Redder van de natie, en haat tegen links en tegen de arbeidersbeweging. Maar hij is niet in staat om een massapartij of geüniformeerde stoottroepen te organiseren. Evenmin is hij voorlopig in staat om een fascistische dictatuur, een totalitaire staat te vestigen, het parlement te sluiten en vakbonden en oppositiepartijen buiten de wet te plaatsen.
Bolsonaro’s autoritarisme manifesteert zich in zijn ‘manier van omgaan’ met de epidemie, waarbij hij probeert aan het parlement, de deelstaatregeringen en zijn eigen ministers, een blind beleid op te leggen om de minimale gezondheidsmaatregelen te weigeren, die onontbeerlijk zijn om te proberen de dramatische gevolgen van de crisis te beperken (lockdown, et cetera). Zijn houding heeft ook sporen van het sociaal-Darwinisme (typisch voor het fascisme): het overleven van de sterkste. Als duizenden kwetsbare mensen – ouderen met een zwakke gezondheid – sterven, is dat de prijs die moet worden betaald: ‘Brazilië kan niet stoppen!’
Een specifiek aspect van het neofascisme van Bolsonaro is – in alliantie met zijn onvoorwaardelijke aanhangers, de meest achtergebleven sectoren van de evangelische Pinkstergemeente – het obscurantisme, de minachting voor de wetenschap. Deze houding, die de theorie dat de aarde plat is waardig is, heeft geen equivalent in andere autoritaire regimes, zelfs niet in die waarvan de ideologie een religieus fundamentalisme is (ISIS!). Max Weber onderscheidde religie, gebaseerd op ethische principes, en magie, het geloof in de bovennatuurlijke krachten van de priester. In het geval van Bolsonaro en zijn vrienden, de pastoors van de Pinkstergemeente (Silas Malafaia, Edir Macedo, enz.) gaat het echt om magie of bijgeloof: het stoppen van de pandemie met ‘gebeden’ en ‘vasten’.
Hoewel Bolsonaro niet in staat is geweest zijn dodelijke programma in zijn geheel op te leggen, kan een deel ervan – bijvoorbeeld een versoepeling van de beperkingen – zichzelf opleggen, door de onvoorspelbare onderhandelingen van de president met zijn militaire of civiele ministers.
Ondanks het waanzinnige gedrag van het sinistere karakter dat momenteel in het Palácio da Alvorada (presidentieel paleis) zit en de bedreiging die hij vormt voor de volksgezondheid, steunt een aanzienlijk deel van de Braziliaanse bevolking hem nog steeds, in meer of mindere mate. Volgens recente peilingen betreurt 17% van de kiezers die op hem hebben gestemd hun stem; en een meerderheid van de bevolking is ertegen dat hij uit zijn functie wordt gezet.
De strijd van links en de Braziliaanse volksorganisaties tegen het neofascisme staat nog in de kinderschoenen; er zijn meer dan een paar mooie protesten met het slaan op potten en pannen nodig om deze misvormde politieke formatie te verslaan. Oké, vroeg of laat zal het Braziliaanse volk zich bevrijden van deze neo-fascistische nachtmerrie. Maar wat zal de prijs zijn die daarvoor betaald moet worden?
Op 2 april heeft Bolsonaro een belangrijke verklaring afgelegd: ‘70% van de bevolking zal worden besmet door Covid-19, dat is onvermijdelijk.’ Natuurlijk, volgens de logica van ‘groepsimmuniteit’ (aanvankelijk voorgesteld door Trump en Boris Johnson, later door hen verlaten), zou dit misschien kunnen gebeuren. Maar het zou alleen ‘onvermijdelijk’ zijn als Bolsonaro erin zou slagen zijn beleid van het weigeren van inperkingsmaatregelen op te leggen: ‘Brazilië kan niet stoppen.’
Wat zouden de gevolgen zijn? Het sterftecijfer van covid 19 in Brazilië is momenteel 7% van de geïnfecteerden. Een kleine rekensom zou tot de volgende conclusie leiden: 1) Als 70% van de Braziliaanse bevolking besmet zou zijn, zouden dat 140 miljoen mensen zijn. 2) een sterftecijfer van 7% van 140 miljoen is ongeveer 10 miljoen. 3) Als Bolsonaro erin zou slagen zijn beleid op te leggen, zou het resultaat 10 miljoen Braziliaanse doden zijn.
Dit wordt, in de taal van het internationaal recht, genocide genoemd. Voor een gelijkwaardig misdrijf werden verschillende nazi-hoogwaardigheidsbekleders door het Tribunaal van Neurenberg veroordeeld tot ophanging.
Dit artikel verscheen oorspronkelijk op Global Ecosocialist Network. Nederlandse vertaling: redactie Grenzeloos.