De extreemrechtse Alternative für Deutschland heeft het afgelopen jaar flink kunnen groeien. In de landelijke peilingen staat de fascistische partij op ruim 20 procent van de stemmen en in voormalig Oost-Duitsland is zij zelfs de grootste. Hoe valt dat te verklaren?

De Bondsregering van de sociaaldemocratische SPD, de Groenen en de liberale FDP heeft flink aan populariteit verloren. Bij de verkiezingen haalde de SPD nog 26 procent, de Groenen 15 procent, en de FDP 11,5 procent. Volgens de laatste peilingen moeten deze partijen samen met amper een derde van de stemmen genoegen nemen. Daarentegen groeit de aanhang van de CDU en vooral de AfD. Zo steeg het ledental van de AfD in het afgelopen jaar met 5.000 tot 35.000.

Halfhartig crisisbeleid

De onvrede heeft veel te maken met de stijgende economische druk voor het overgrote deel van de bevolking. De reële lonen zijn sinds de coronacrisis drie jaar lang gedaald en liggen nu op het niveau van 2015. Alledaagse kostenposten zoals energie en levensmiddelen zijn nog veel sneller gestegen dan het algemene prijsniveau.

De Bondsregering reageerde daarop met halfhartige hulpmaatregelen, zoals tijdelijke bovengrenzen voor energieprijzen, verhoging van de kindertoeslag en een toeslag voor verwarmingskosten. Ook maakte de regering het mogelijk voor bedrijven om een eenmalige inflatietoeslag van tot en met 3.000 euro belastingvrij uit te keren aan hun arbeiders. Terwijl de vakbonden daar genoegen mee namen, wisten rechtse media deze onvrede te mobiliseren met een campagne tegen het duurzaamheidsbeleid van de regering.

Migrantenhaat

Ook op andere vlakken waait er een rechtse wind. Sinds de Russische inval in Oekraïne grijpt het militarisme weer om zich heen. En nagenoeg alle media en partijen, van AfD tot en met de Groenen, bedienen zich van het narratief dat er te veel vluchtelingen zijn en pleiten voor een uitbreiding van de lijst van veilige herkomstlanden. Bondskanselier Olaf Scholz (SPD) gaf eind oktober de toon aan in een interview in Der Spiegel met de titel ‘We moeten eindelijk op grote schaal deporteren’.

Zo worden de stokpaardjes van de AfD genormaliseerd terwijl het hele politieke debat naar rechts verschuift. Terwijl Alice Weidel van de AfD in 2015 nog algemene verontwaardiging oogstte met de eis dat aan de EU-buitengrenzen op vluchtelingen moet worden geschoten, bleef de ophef uit toen CDU’er Jens Spahn afgelopen oktober opperde dat ‘ongeregelde migratie met fysiek geweld’ moet worden tegengegaan.

Maatschappelijk en georganiseerd radicaal links blijft echter consequent actief tegen de verrechtsing. Ook nu de grote mobilisaties tegen de AfD van voor de pandemie nog uitblijven, blijft het potentieel van een tegenbeweging bestaan.

Wat dat betreft helpt de breuk tussen de socialistische partij Die Linke en de rechtse vleugel rondom Sahra Wagenknecht, die geen haar beter is dan de CDU als het om migratie en vluchtelingen gaat. Dit herstelt de geloofwaardigheid van Die Linke onder activisten en stelt georganiseerd links weer beter in staat om antifascistische verbonden te smeden en op straat aan te voeren. Mocht dat het komend jaar lukken, dan staat links er ook beter voor om te strijden tegen het komende bezuinigingsbeleid en voor nieuwe sociale rechten.

Freek Blauwhof is lid van marx21 en actief bij Die Linke in Berlijn-Neukölln.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk op socialisme.nu.