De Palestijns-Amerikaanse journalist Shireen Abu Akleh is op 11 mei vermoord door een Israëlische scherpschutter. Abu Akleh deed voor Al-Jazeera al sinds de jaren ’90 kritisch verslag van de Israëlische bezetting. Ze was 51 jaar oud.
Abu Akleh werd neergeschoten terwijl zij verslag deed van een Israëlische inval in de stad Jenin op de Westelijke Jordaanoever. Ze droeg een felblauw vest waarop in grote blokletters ‘press’ te lezen was. Israël legde meteen de schuld bij de Palestijnen, maar ooggetuigen hebben gezien hoe Abu Akleh, temidden van haar collega’s, door een scherpschutter is doodgeschoten. De pers bevond zich open en bloot langs een muur en er was geen Palestijnse verzetsstrijder in de buurt. Een regelrechte moord dus, op een journalist die al jaren kritisch verslag deed van Israëlische wandaden in Palestina.
Dit is niet de eerste journalist die ten slachtoffer valt aan Israël. Sinds 2000 zijn er al 55 Palestijnse journalisten gedood door de Israëlische gewapende macht. Allen droegen duidelijk gemarkeerde perskleding. Recentelijk is Israël door de International Federation of Journalists bij het Internationaal Strafhof aangeklaagd voor het systematisch doodschieten en verwonden van Palestijnse journalisten. Het stelselmatig uitmoorden van kritische journalisten zou normaal een oorlogsmisdaad genoemd worden, maar Israël weet telkens de dans te ontspringen.
Inmiddels heeft Israël al aangegeven dat er geen strafrechtelijk onderzoek naar de moord komt, omdat er geen aanwijzingen zouden zijn dat militairen strafbare feiten hebben gepleegd.
Propagandamachine
De Israëlische propagandamachine kwam eerst op gang met een korrelig filmpje dat schijnbaar van social media geplukt was. In het filmpje is iemand te zien die een paar keer door een straat schiet, waarna iemand in het Arabisch zegt dat ze iemand hebben geraakt. Volgens het Israëlische leger was dit het bewijs dat een Palestijn de journalist heeft doodgeschoten. Maar de straat waar de schutter in het filmpje staat lijkt niet op de plek waar Abu Akleh is doodgeschoten. Door de geodata van de filmpjes te achterhalen blijkt uit verschillende reconstructies, onder andere van B’Tselem – de Israëlische mensenrechtenorganisatie – en Bellingcat, dat de schutter inderdaad een heel andere kant op schoot. Ooggetuigen, collega’s van Abu Akleh, waarvan er eentje zelf ook is geraakt, bevestigen dat de kogel vanuit de optrekkende Israëlische troepen kwam.
Toen elke zichzelf respecterende journalist gaten prikte in de propaganda, leek Israël weer terug te nemen dat Abu Akleh door een Palestijnse kogel was gedood. Een Israëlische luitenant-generaal liet weten dat ‘we op dit moment niet kunnen bepalen wiens kogels haar hebben geraakt’. Het zionistische Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI) stond op social media al vanaf het eerste moment te roepen dat Palestijnen schuldig zijn aan de dood van Abu Akleh. Toen deze beschuldiging zelfs voor Israël niet vol te houden was, heeft CIDI die tweets toch maar verwijderd.
Benny Gantz, de Israëlische minister van Defensie, heeft gezegd dat er een onderzoek wordt gestart, ondanks dat er al filmpjes en foto’s beschikbaar zijn waarop duidelijk te zien is dat journalisten niet in de buurt waren van het vuurgevecht en dat Abu Akleh er specifiek is uitgepikt. Met deze uitspraak van Gantz is de toon gezet voor iedereen die zich vrijblijvend wil uitspreken over de dood van Abu Akleh. Zo is Minister van Buitenlandse Zaken Wopke Hoekstra naar Israël afgereisd om daar te zeggen dat er een ‘diepgaand onderzoek’ nodig is.
Zelfs journalisten, collega’s van de vermoorde, doen dergelijke vrijblijvende uitspraken of nemen het verhaal van de Israëlische regering klakkeloos over. Sommigen voegen hier nog aan toe dat de dader streng vervolgd moet worden. Vermoedelijk is dit om extra kracht bij te zetten, maar de uitspraak blijft wat het is: een laffe miskenning van de feiten, een manier om iets te zeggen zonder daadwerkelijk iets te zeggen. Vandaar dat zulke reacties in bijna elke Nederlandse krant te lezen zijn.
Begrafenis
De Israëlische politie stond Abu Akleh niet eens een rustige uitvaart toe. In haar geboortestad Jerusalem heeft de politie de rouwstoet aangevallen door in te slaan op de menigte, tot aan de kistdragers aan toe. Rouwende Palestijnen, waarvan er zo’n 10.000 waren komen opdagen, kregen te maken met batons en flitsgranaten. Ook probeerde de politie Palestijnse vlaggen van omstanders af te pakken en zelfs van de grafkist af te trekken.
Wederom begon Israël leugens te verspreiden dat dit gedrag goed zou moeten praten. Een opvallend verzinsel was bijvoorbeeld dat er zich iemand ónder de kist zou bevinden die stenen aan het gooien was. De reden dat zionisten systematisch wegkomen met moord en bizarre leugens is dat Israël nog altijd onaantastbaar is in het Westen. De laffe reacties, onder andere vanuit de Nederlandse Vereniging van Journalisten, ondersteunen deze onaantastbaarheid.
‘De dochter van Palestina’, zo werd Abu Akleh genoemd. Onder de bezetting was zij de stem van de onderdrukten. Aan het slot van haar tv-uitzendingen zei ze steevast dat ze rapporteerde vanuit een bezet Palestina. Een simpele waarheid die veel journalisten vandaag de dag niet eens over hun lippen kunnen krijgen. Shireen Abu Akleh is vermoord voor haar rapportage van die waarheid, over het zware leven van de Palestijnen onder zionistische bezetting.
Dit artikel verscheen oorspronkelijk op socialisme.nu.