Eind augustus komt het politiek leven in de EU weer op gang, en dus de discussie over het coronaherstelfonds dat de Europese Raad voor de zomer in de steigers zette. De eerste politieke schermutselingen geven aan dat de politieke draai naar “meer Europa” goed en wel genomen is.
Het Europees Parlement wil natuurlijk ook een vinger in de pap over de verdeling van de gelden uit het herstelfonds. In de huidige stand van zaken beslist de Europese Commissie, en kan een lidstaat een uitgave drie maanden blokkeren als zij de indruk heeft dat gelden anders dan bedoeld worden aangewend.
Uit een interview in Welt am Sontag met Manfred Weber, de Duitse fractievoorzitter van de Europese Volkspartij in het Europees Parlement, blijkt dat deze soep niet erg heet gegeten zal worden: het geld moet dienen voor groene en digitale modernisering, en bijvoorbeeld “niet voor het uitbetalen van pensioenen”, en het mag niet in corrupte zakken terecht komen.
Het Europees semester is voorlopig dus van de baan, wat logisch is vermits de Europese regels over de overheidsfinanciën alvast tot 2022 zijn opgeschort. Het is ook moeilijk voor te stellen dat in de huidige crisis een land als Italië aangepakt zou worden zoals eerder Griekenland.
Maar het Europees Parlement wil dus een vinger in de pap. Bovendien willen de verantwoordelijke rapporteurs in het Parlement het respecteren van de rechtsstaat weer in de discussie brengen, wat in Hongarije en Polen vast verkeerd valt.
Dit zou nog voor wat politieke ophef kunnen zorgen, maar uiteindelijk heeft het Europees Parlement niet veel ruimte om te manoeuvreren: het kan de meerjarenbegroting immers niet amenderen, enkel in zijn geheel aanvaarden of verwerpen. Verwerpen gaat het vast niet worden.
Echt interessant om volgen wordt dus hoe het geld daadwerkelijk gaat gebruikt worden, en hoe het bestuur van de EU zich rond deze financiële stromen ontwikkelt. Zo werkt de Europese Commissie aan plannen om via aandelen of leningen Europese sleutelbedrijven te ondersteunen die dreigen opgekocht te worden door kapitaalkrachtige spelers uit bijvoorbeeld China of de Golf (de VS worden vooralsnog niet vermeld).
De periode halfweg de jaren 1980 ingezet door de sociaaldemocratische Commissievoorzitter Jacques Delors, waarin “de markt” en “regels” de Europese eenmaking stuurden, lijkt definitief afgesloten. Het Europees regime voelt zich sterk genoeg om de Europese eenmaking politiek te sturen, wat onvermijdelijk tot nieuwe tegenstellingen zal leiden. Het wordt wel even wennen.
Dit artikel verscheen oorspronkelijk op Ander Europa.