De uitslag van de eerste ronde van de Braziliaanse verkiezingen op 2 oktober is gemengd. Zeker, Lula, de kandidaat van de Arbeiderspartij (PT), loopt met 48,4 procent van de stemmen aan kop. Maar de hoop op een overwinning in de eerste ronde is vervlogen en vooral: Lula wordt op de voet gevolgd door Jair Bolsonaro, de neofascistische kandidaat, met 43,2 procent – veel meer dan de peilingen voorspelden. Er komt dus een tweede ronde op 30 oktober die, behoudens een onverwachte ommekeer, door Lula zou moeten worden gewonnen. De aanhangers van Bolsonaro lijken echter het parlement en verschillende regionale regeringen in handen te hebben. Kortom, de neofascistische stroming zal waarschijnlijk het presidentschap verliezen, maar blijft een uiterst machtige politieke kracht.
De dominante klassen in Brazilië hebben nooit veel op gehad met democratie. Als erfgenamen van drie eeuwen Europese kolonisatie en vier eeuwen slavernij hebben ze in de afgelopen honderd jaar een sterke voorkeur voor een autoritaire staat getoond: van 1930 tot 1945 onder de persoonlijke macht van de caudillo Getulio Vargas; van 1964 tot 1985, een militaire dictatuur; in 2016 een pseudo-parlementaire staatsgreep tegen de gekozen president Dilma Rousseff en van 2018 tot 2022: de neofascistische regering van Jair Bolsonaro. De min of meer democratische periodes lijken slechts de pauzes tussen twee autoritaire regimes.
De vier jaar van het presidentschap van Bolsonaro zijn een enorme ramp geweest voor de Braziliaanse bevolking. Gekozen met de steun van de burgerlijke pers, het bedrijfsleven, landeigenaren, banken en kerken van de pinksterbeweging, maakte hij gebruik van het feit dat Lula, de enige tegenstander die hem zou kunnen verslaan, op valse beschuldigingen in de gevangenis was gezet. De voormalige kapitein Bolsonaro heeft zijn droom om opnieuw een militaire dictatuur in te stellen en ‘dertigduizend communisten’ neer te schieten niet kunnen verwezenlijken. Maar hij heeft elk gezondheidsbeleid tegen covid gesaboteerd, met meer dan 600 duizend doden tot gevolg; hij heeft de kwetsbare openbare diensten van Brazilië verwoest (gezondheidszorg, onderwijs, enzovoort); hij heeft tientallen miljoenen Braziliaanse vrouwen tot armoede gebracht; hij heeft de vernietiging van het Amazonegebied door de ondernemers in sojabonen en vee actief gesteund; hij heeft neofascistische, homofobe, vrouwenhatende en klimaatsceptische ideeën bevorderd; hij heeft de paramilitaire milities gesteund (verantwoordelijk voor de moord op Marielle Franco); en hij heeft niet opgehouden te proberen een autoritair regime in te stellen.
Zullen de verkiezingen van oktober 2022 een einde maken aan deze nachtmerrie? Lula zal waarschijnlijk winnen in de tweede ronde op 30 oktober. Maar Bolsonaro heeft naar het voorbeeld van zijn politieke voorbeeld, Donald Trump, al aangekondigd dat hij een ongunstige uitslag niet zal erkennen: ‘Als ik verlies, is dat omdat de stemming vervalst is.’ Een deel van het leger, sterk vertegenwoordigd in zijn regering, lijkt hem te steunen: zal het zover gaan dat het het initiatief neemt tot een militaire staatsgreep tegen de gekozen president, dat wil zeggen tegen Lula? Die hypothese kan niet worden uitgesloten, ook al lijkt dat niet de meest waarschijnlijke: het Braziliaanse leger is niet gewend te handelen zonder groen licht van het Pentagon en het State Department. Maar op dit moment heeft Biden er geen belang bij een tropische Trump aan het roer van Brazilië te steunen. Bolsonaro probeerde zijn aanhangers te mobiliseren – politie, militieleden, gepensioneerde generaals, dominees van de pinkstergemeenten, enzovoort – om een crisissituatie te creëren die vergelijkbaar is met die welke Trump veroorzaakte rond het Capitool na zijn verkiezingsnederlaag. Zal hij hetzelfde succes hebben als zijn Noord-Amerikaanse idool?
Ondanks de uiterst twijfelachtige keuze van een reactionaire bourgeois politicus (Geraldo Alckmin) als zijn running mate voor vicepresident, is het duidelijk dat Lula-Luis Inacio da Silva, voormalig metaalarbeider, vakbondsleider van de grote stakingen in 1979 en oprichter van de Arbeiderspartij, momenteel de belichaming is van de hoop van het Braziliaanse volk om een einde te maken aan de neofascistische episode van de afgelopen vier jaar. Hij wordt gesteund door een brede coalitie van krachten, die niet alleen de meeste organisaties van links en de sociale beweging omvat – vakbonden, de landlozenbeweging, de daklozenbeweging – maar ook brede sectoren van de industriële bourgeoisie, die in tegenstelling tot de landeigenaren, die trouw blijven aan Bolsonaro, tot de conclusie zijn gekomen dat de ex-kapitein geen goede optie was voor het bedrijfsleven. Erkend moet worden dat de verkiezingsstrijd niet zoals in Colombia werd voorafgegaan door een toename van de volksmobilisatie.
De Partij van Socialisme en Vrijheid (PSOL), de belangrijkste kracht van radicaal en/of antikapitalistisch links in Brazilië – waarvan verschillende stromingen in de een of andere vorm verbonden zijn met de Vierde Internationale – besloot, na een lang intern debat, Lula vanaf de eerste ronde te steunen. Een kleine dissidente stroming, geleid door de econoom Plinio de Aruda Sampaio Jr, die het niet eens was met deze keuze, verliet de partij, maar de belangrijkste linkse stromingen van de PSOL – zoals de Beweging van Socialistisch Links (MES), waarvan de woordvoerster, Luciana Genro, in 2014 de presidentskandidaat van de PSOL was – hebben, ondanks hun wens voor een eigen kandidatuur van de PSOL in de eerste ronde, het meerderheidsbesluit geaccepteerd en actief deelgenomen aan de campagne ter ondersteuning van Lula.
De meeste PSOL-activisten maken zich geen illusies over wat de regering onder leiding van Lula en de Arbeiderspartij zou zijn: waarschijnlijk een nog onevenwichtigere versie van het sociaal-liberale beleid van klassenverzoening van eerdere ervaringen onder auspiciën van de PT. Toegegeven, deze experimenten hebben enige sociale vooruitgang mogelijk gemaakt, maar het is niet zeker dat dit deze keer het geval zal zijn. Dat zal natuurlijk afhangen van het vermogen van radicaal links en vooral van de sociale bewegingen, van de uitgebuitenen en de onderdrukten, om autonoom en onafhankelijk in beweging te komen. Niettemin is het duidelijk dat de stem voor Lula een onvermijdelijke noodzaak is om het Braziliaanse volk te bevrijden van de sinistere nachtmerrie van het regime van Jair Bolsonaro.
Eenmaal verkozen zal Lula met veel moeilijkheden worden geconfronteerd: felle oppositie van sectoren van het leger, agriculturele firma’s, , pinkstergemeente kerken en fanatieke (vaak gewapende) aanhangers van Bolsonaro. Hij riskeert een vijandig Congres voor zich te krijgen, gedomineerd door reactionaire krachten; de huidige Kamer wordt geregeerd door de zogenaamde ‘4 B’s: beef, banks, Bibles, bullets‘: rundvlees, banken, bijbels en kogels, dat wil zeggen grondbezitters, financieel kapitaal, evangelische sekten en paramilitaire milities. Een van de beslissende gevechten van de toekomst zal die voor de redding van het Amazonegebied zijn, dat nu door het agro-kapitalisme wordt vernietigd.
Bovendien zal Lula, net als Dilma Rousseff, permanent worden bedreigd door een ‘parlementaire staatsgreep’. Dat is het gevolg van een rampzalige keuze voor het vicepresidentschap: Geraldo Alckmin, voormalig gouverneur van Sâo Paulo, de rechtse tegenstander die in 2014 door Dilma Rousseff werd verslagen. Lula koos hem waarschijnlijk om toezeggingen te doen aan de bourgeoisie en de rechtse oppositie te ontwapenen. Maar daarmee heeft hij de heersende klassen een beslissend wapen in handen gegeven. Als Lula enige actie onderneemt die de Braziliaanse oligarchen, die de meerderheid van het parlement controleren, niet bevalt, zal hij het voorwerp zijn van een impeachmentprocedure, zoals in 2016 het geval was met Dilma. In dit trieste precedent werd ze onder belachelijke voorwendsels gestraft en vervangen door vicepresident Temer, een reactionair van het zogenaamde burgerlijke ‘centrum’. Hetzelfde zou kunnen gebeuren met Lula: afzetting en vervanging door Alckmin. De Colombiaan Gustavo Petro was handiger en koos Francia Marquez, een Afro-Colombiaanse vrouw, feministe en milieuactiviste, als kandidaat voor het vicepresidentschap.
Dit gezegd zijnde, is de noodzaak van het moment, in oktober 2022, zonder twijfel de stem voor Lula. Zoals Trotski bijna een eeuw geleden zo goed uitlegde, is de breedste eenheid van alle krachten van de arbeidersbeweging de noodzakelijke voorwaarde om het fascisme te verslaan.
Dit artikel verscheen oorspronkelijk op New Politics. Nederlandse vertaling: redactie Grenzeloos.
Trackbacks/Pingbacks