Permanente oorlog?

Na het kostbare schouwspel van een top gehouden ter meerdere eer en glorie van Joseph Biden en Pedro Sánchez, is de voornaamste conclusie dat de NAVO een nieuwe sprong voorwaarts heeft gemaakt in haar oude project om op te treden als wereldwijde hoeder van de planeet ten dienste van het westerse kapitalistische blok. Haar ‘nieuwe strategische concept’ vormt een herdefinitie van vijanden en dreigingen die veel verder gaat dan die welke tot haar ontstaan in 1949 heeft geleid, of tot wat in de jaren tachtig de ’tweede Koude Oorlog’ werd genoemd.

Nu wordt niet alleen de wereldwijde oorlog tegen ‘het terrorisme in al zijn vormen en manifestaties’, die na 9/11 (1)Voor een analyse van wat die fase inhield, verwijs ik naar mijn bijdrage Geopolítica, guerras y ‘balcanes globales’ in een collectief werk dat ik coördineerde met José Ángel Brandariz: Guerra global permanente. La nueva cultura de la inseguridad, Catarata, Madrid, 2005, blz. 15-51. is begonnen, voortgezet, maar wordt Rusland, na de onderbreking in 2010, opnieuw gepresenteerd als ‘de belangrijkste en meest directe bedreiging voor de veiligheid’; China wordt beschouwd als een ‘strategische concurrent’ op alle gebieden op middellange en lange termijn (omdat het ‘systemische uitdagingen’ vormt voor ‘onze veiligheid, belangen en waarden’) en, het ernstigst, ‘illegale immigratie’ wordt omschreven als een ‘bedreiging’ voor de ‘soevereiniteit en territoriale integriteit’ van de lidstaten. Een lijst overigens waaraan de nieuwe kandidaten, Finland en Zweden, worden toegevoegd, mits ze ten nadele van de Koerdische ingezetenen in hun eigen land ingaan op de eisen van het Turkse regime, een andere winnaar op deze top.

Alsof dit nog niet genoeg is, staat het document vol met verwijzingen naar ‘autoritaire actoren’, ‘strategische concurrenten’ en ‘potentiële tegenstanders’ die hun toevlucht nemen tot ‘hybride oorlogsvoeringsstrategieën’ – waaronder ‘desinformatiecampagnes, het instrumentaliseren van immigratie en het manipuleren van de energievoorziening en het gebruik van economische dwang’ – en dat ‘conflicten, onstabiliteit en instabiliteit in Afrika en het Midden-Oosten rechtstreeks van invloed zijn op onze veiligheid en die van onze partners’.

Evenmin schroomt het document te erkennen dat het ‘defensieve’ karakter louter retoriek is, want ‘hoewel de NAVO een defensief bondgenootschap is, mag niemand twijfelen aan onze kracht en vastberadenheid om elke centimeter van het geallieerde grondgebied te verdedigen, de soevereiniteit en territoriale integriteit van alle bondgenoten te vrijwaren en tegen elke agressor te zegevieren’. Dit alles bovendien na de herbevestiging van kernwapens als haar ‘hoogste veiligheidsgarantie’.

In dienst van deze algemene militarisering, en naast het feit dat de Europese ruimte bijzonder bevoorrecht is door de versterking van de Amerikaanse aanwezigheid in het oosten en de groei van de snelle-interventiemacht van 40.000 tot 300.000 militairen, lijkt de verplichting van alle lidstaten om hun militaire uitgaven te verhogen tot ten minste twee procent van het BBP slechts ‘een bodem, geen plafond’, zoals de secretaris-generaal, Jens Stoltenberg, heeft verzekerd. Deze voorstellen zullen dus dienen om de winsten van het oude militair-industriële complex, dat door de Amerikaanse president Eisenhower aan de kaak werd gesteld, te verhogen en de bewapeningswedloop, met inbegrip van de nucleaire wapenwedloop, nieuw leven in te blazen.

Kortom, met de inval van Rusland in Oekraïne als alibi zijn de Verenigde Staten erin geslaagd de gevolgen van de nederlaag in Afghanistan snel te doen vergeten, hebben ze elk spoor van autonomie van de EU gedwarsboomd en hebben ze van de overgrote meerderheid van de Europese landen trouwe dienaren gemaakt van het project om de Amerikaanse hegemonie opnieuw vorm te geven. Dit streven richt zich tegen hun belangrijkste strategische vijanden – Rusland op korte termijn en China op middellange en lange termijn – maar ook tegen alles wat op termijn een bedreiging zou kunnen vormen voor de strategische belangen van de EU. Het heeft als vijand alles wat een bedreiging kan vormen voor de Amerikaanse geo-economische en politieke belangen, belangen die nauw zijn verbonden met de verdediging van het westerse witte suprematisme.

In het Spaanse geval wordt dit oorlogszuchtige scenario euforisch bekrachtigd door Pedro Sánchez, die zich haastte om opnieuw zijn dienstbaarheid aan de Amerikaanse vriend te tonen door middel van de ‘gezamenlijke verklaring tussen het Koninkrijk Spanje en de Verenigde Staten van Amerika’. Daarin bevestigen beide leiders, samen met verklaringen op de tribune over de ‘verdediging van de democratie’, dat ze ‘bondgenoten, strategische partners en vrienden’ zijn en stemmen ze in met ‘de permanente stationering van Amerikaanse oorlogsschepen in Rota’, waardoor het aantal Amerikaanse oorlogsschepen wordt verhoogd van vier tot zes. Daarbij komt nog hun gemeenschappelijke bereidheid om mee te werken aan het ‘beheer van onregelmatige migratiestromen’, met andere woorden, aan de necropolitiek van de migratie. Dat is een taak die ze delegeren aan hun gemeenschappelijke vriend, het Marokkaanse regime, dat onlangs verantwoordelijk was voor het brute bloedbad in Melilla, waarbij de meest elementaire mensenrechten werden geschonden. En, laten we dat niet vergeten, daarmee maken ze zich ook medeplichtig aan de illegale bezetting van de Sahara.

Een onveilige wereld(wan)orde

De ongegeneerde proclamatie van de NAVO als offensieve macht, zowel naar het Oosten als naar het Zuiden en gericht op het geopolitieke sleutelgebied Azië-Stille Oceaan, is niet nieuw, maar vindt plaats in de algemene context van een definitieve crisis van de kapitalistische globalisering, van toegenomen inter-imperialistische concurrentie op bijna alle gebieden en een tendens om nieuwe commerciële en militaire blokken te vormen.

We zijn dus getuige van de overgang naar een nieuwe multipolaire en asymmetrische wereld(wan)orde (2)Ashley Smith, After Russia’s invasion of Ukraine, Against the current, 26/06/2022. die de centraliteit van het Westen op de proef stelt, ondanks het feit dat het Westen vastbesloten is deze orde met alle ter beschikking staande middelen te handhaven, nu met een groter beroep op militair geweld. Deze nieuwe fase vindt plaats in de context van een ‘polycrisis’ (3)Adam Tooze, Defining the polycrisis: from the image to the matrix of the crisissinpermiso, 26/06/2022, die een lange lijst van uitdagingen omvat die door de oorlog in Oekraïne zijn versneld en verergerd. Het gaat onder meer om de klimaat- en energiecrisis, voedselcrises in een toenemend aantal landen en de daaruit voortvloeiende migratiebewegingen, stagflatie en de dreiging van een recessie, het vooruitzicht van een nieuwe wereldwijde schuldencrisis, de mogelijkheid van een nieuwe golf van pandemieën en gezondheids- en zorgcrises, en, last but not least, het risico van militaire escalatie die tot een kernoorlog leidt.

Een reeks crises die zullen bijdragen tot de versterking van de huidige autoritaire vormen van neoliberalisme (waarbij de grens tussen liberalen en niet-liberalen zal vervagen, met Turkije, Hongarije en Polen als de belangrijkste voorbeelden), geconfronteerd met protesten en opstanden van verschillende signatuur, en onder druk van een extreemrechts dat in veel centrale landen in staat is de agenda te bepalen. We moeten ons dus niet laten misleiden door de propaganda, die nu weer in zwang is, van degenen die, dankzij Poetin, de NAVO voorstellen als bolwerk van democratie tegen autoritarisme en die ons de geschiedenis zelf van deze militaire organisatie (4)Zie enkele van de werken die zijn gepubliceerd in het recente La OTAN, construyendo inseguridad global. en vooral van de Verenigde Staten proberen te doen vergeten.

Met haar ‘nieuwe strategisch concept’ vergroot en verergert de NAVO alleen maar de veelvuldige crises en ongelijkheden waarmee we al werden geconfronteerd vóór de ongerechtvaardigde en verwerpelijke bezettingsoorlog van Rusland tegen Oekraïne. Dit ‘concept’ toont de groeiende dreiging van militair geweld tegen een onbeperkte lijst van vijanden en bedreigingen.

Internationalistisch en solidair anti-imperialisme

‘De Europese beweging voor nucleaire ontwapening wil niemand gunstig stemmen, noch wil ze iets vergeten. Haar inzet is zich te verzetten tegen de militarisering van beide blokken’. E. P. Thompson, Zero Option, 1982: 139).

Hoewel we nu tegen de heersende stroming in de westerse publieke opinie en een groot deel van institutioneel links ingaan, is er voor alternatief links alle reden om de nieuwe westerse imperialistische strategie waartoe op de Top van Madrid is besloten en de reële bedreiging die ze vormt voor de volkeren van de wereld, duidelijk te verwerpen. Dit hoeft niet in strijd te zijn met de veroordeling van de Russische invasie en steun aan het recht van het Oekraïense volk om zich te verdedigen, met en zonder wapens. Steun aan dit recht is mogelijk zonder zich te vereenzelvigen met het pro-Atlantistische discours van Zelenski.

In weerwil van het partij kiezen voor zogenaamde ‘anti-westerse’ staten door sommigen en het neo-atlantisme van anderen, is onze taak om steun te verlenen aan de volkeren die worden aangevallen en aan allen die hun recht op toevlucht en asiel of, eenvoudigweg, op een waardig leven, ongeacht herkomst of toestand, opeisen. Alleen op die manier zullen we in staat zijn een transnationale beweging op te bouwen die in staat is de NAVO en alle imperialismen – groot of klein – te weerstaan. Alleen zo kunnen we een alternatief smeden voor de militaristische opvatting van ‘veiligheid’ die alle imperialisten delen en toepassen in de geopolitieke gebieden waar ze hun overheersing trachten uit te breiden. Tegenover deze bekrompen visie ten dienste van hun eigen belangen moeten we een idee van wereldwijde veiligheid stellen, dat in staat is te reageren op het geheel van bovengenoemde crisissen. In het licht van de chronische mondiale noodsituatie moeten we de verdediging van het leven en van de openbare en gemeenschappelijke goederen centraal stellen. We weten dat dit onverenigbaar is met het voortbestaan van het kapitalisme in al zijn varianten, of het nu gaat om het Westen, het Oosten of het Zuiden.

En links?

Tot slot denk ik niet dat het nodig is veel te zeggen over de implicaties van dit alles voor Spanje, maar één lijkt wel duidelijk: de toenadering van Pedro Sánchez tot de leider van de grote Amerikaanse mogendheid en zijn oorlogszuchtige discours kent nu geen grenzen meer. Dat werd tijdens deze top ruimschoots bewezen door de toezegging om de militaire begroting te verdubbelen en door de aanvaarding van de versterking van de militaire basis Rota. Aan deze besluiten is de laatste tijd schandelijk gedrag voorafgegaan, zoals dat van de regeringsvoorzitter jegens het Sahrawi-volk of, meer recentelijk, medeplichtigheid aan de massamoord op mensen uit Soedan, Tsjaad en andere Afrikaanse landen in Melilla.

Er kan op dit moment dan ook weinig twijfel over bestaan dat de PSOE rechtser wordt in haar openlijke strijd om het extremistische midden met de PP van Feijóo. Beide partijen nemen een steeds meer neoliberale, meer racistische en militaristische agenda aan. Geconfronteerd met deze ontwikkeling en de groeiende sociale onrust die ze teweeg zou kunnen brengen, is het waarschijnlijk dat de onvrede over de politiek zal toenemen, maar het is ook waarschijnlijk dat ontevredenheid tot nieuwe mobilisaties zal leiden. De vraag is in welke richting nieuwe protesten zich zouden kunnen ontwikkelen, rekening houdend met de definitieve uitputting van de 15M-Podemos-cyclus en het enorme politieke vacuüm dat, althans op nationaal niveau, links van de PSOE bestaat.  Het is dus dringend noodzakelijk een proces op gang te brengen voor de reorganisatie van een alternatief en autonoom links, in oppositie tegen deze regering en in permanente confrontatie met rechts. Een links dat bereid is om, samen met de meest actieve sectoren van de sociale bewegingen, een nieuwe golf van mobilisaties te bevorderen en ertoe bij te dragen dat deze een anti-neoliberale en radicaal democratische betekenis zullen krijgen.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk op Viento Sur. Nederlandse vertaling: redactie Grenzeloos.

Voetnoten

Voetnoten
1 Voor een analyse van wat die fase inhield, verwijs ik naar mijn bijdrage Geopolítica, guerras y ‘balcanes globales’ in een collectief werk dat ik coördineerde met José Ángel Brandariz: Guerra global permanente. La nueva cultura de la inseguridad, Catarata, Madrid, 2005, blz. 15-51.
2 Ashley Smith, After Russia’s invasion of Ukraine, Against the current, 26/06/2022.
3 Adam Tooze, Defining the polycrisis: from the image to the matrix of the crisissinpermiso, 26/06/2022
4 Zie enkele van de werken die zijn gepubliceerd in het recente La OTAN, construyendo inseguridad global.