Onder socialisten en links in het algemeen zijn er verschillende opvattingen over wat Trump vertegenwoordigt. Die variëren van: Trump is een abnormaliteit en de toestand zal weer ‘normaal‘ worden als hij eenmaal weg is, tot Trump werkt aan het vestigen van het fascisme.

Ik verwerp de eerste opvatting. Sinds 2008 heeft de politiek in de VS en een groot deel van de wereld een belangrijke verschuiving ondergaan. Er is geen weg terug.

Degenen die het laatste standpunt innemen wijzen op Trump’s openlijke racisme en vrouwenhaat, zijn dreigementen om nieuwe oorlogen te beginnen (zelfs nucleaire oorlog), zijn pleidooi voor beperkingen van democratische rechten, zijn openlijk Amerikaans nationalisme, de aansporing aan zijn publiek om demonstranten en verslaggevers aan te vallen, zijn aanvallen op de pers en ga zo maar door. De fascistische ideologie omvat inderdaad deze kenmerken, maar brengt ze tot het uiterste.

Fascisme

De Duitse socialistische leider Clara Zetkin, die met de sociaaldemocratische partij brak toen die het proletarische internationalisme verraadde door het Duitse imperialisme in de Eerste Wereldoorlog te steunen, werd na de Russische revolutie een belangrijke leider van de nieuwe Communistische Internationale. In 1923 schetste ze de kenmerken van het fascisme (zoals opgekomen in Italië) en hoe het te bestrijden. Dat werd de basis van de analyse van de Communistische Internationale, die in het licht van de opkomst van het Duitse nazisme en het Spaanse falangisme verder werd ontwikkeld door Leon Trotski.

Zetkin’s analyse houdt in dat het fascisme onlosmakelijk verbonden was met de ernstige economische crisis en de verwoestingen van de oorlog in Europa. Zowel in Italië als in Duitsland was er sprake van een enorme opleving van de socialistische arbeidersbewegingen als reactie op de crisis, en dat bracht de mogelijkheid van een socialistische revolutie met zich mee. Maar in beide gevallen slaagde het proletariaat er als gevolg van inadequaat of verraderlijk leiderschap niet in om de crisis op te lossen door de macht te grijpen en de maatschappij te reorganiseren.

Dit falen leidde tot demoralisatie onder de arbeiders en onder de verarmde middenklasse die de arbeidersklasse en het socialisme als uitweg uit de crisis zag. Zetkin zei dat deze krachten in de boeren en andere middenklasse hadden gehoopt dat ‘het socialisme globale veranderingen teweeg kon brengen. Deze verwachtingen waren pijnlijk verbrijzeld… Ze verloren niet alleen hun geloof in de hervormingsgezinde leiders, maar ook in het socialisme zelf’ en werden rijp voor fascistische demagogie.

De heersende kapitalistische klasse werd opgeschrikt door het potentieel dat de arbeiders hadden laten zien. Een andere factor was het bestaan van het revolutionaire Sovjet-Rusland en vervolgens van de Sovjet-Unie. Zij begon het fascisme als alternatief op te bouwen.

De triomf van het fascisme in Italië, Duitsland en Spanje leidde tot een regime van terreur tegen alle vormen van oppositie van de arbeidersklasse en de onderdrukten.

In de VS heeft er nooit een massale revolutionaire socialistische partij bestaan die de macht had kunnen grijpen, en dat is vandaag de dag zeker niet het geval. De stalinistische contrarevolutie slaagde er uiteindelijk in om de laatste overblijfselen van de revolutie weg te vagen en de USSR in 1989-91 omver te werpen en het kapitalisme te herstellen.

Bonapartisme

De heersende klasse heeft in de huidige omstandigheden het fascisme in de VS niet nodig. Hier wil ik een voorlopig en onvolledig voorstel doen over wat Trumpisme is.

Trumpisme en wat het voortbrengt is vandaag de dag een groot gevaar. Tussen de reguliere burgerlijke democratie en al haar tekortkomingen en het fascisme bestaan tussenvormen, zoals een militaire dictatuur. Er zijn ook een aantal mogelijke vormen van wat Marx het bonapartisme noemde.

Marx analyseerde dit met de opkomst van Louis Bonaparte, de neef van zijn beroemde oom Napoleon Bonaparte. In tegenstelling tot Napoleon was Louis een middelmatige politieke figuur, zoals Trump vandaag de dag. Maar net als Trump was hij een slimme manoeuvreerder en demagoog.

Er zijn ook andere overeenkomsten. Louis werd eind 1848 tot president van Frankrijk gekozen. In februari had er een revolutie plaatsgevonden tegen de monarchie, die deel uitmaakte van de democratische revoluties in Europa. In juni-juli kwamen, voor het eerst in de geschiedenis van het kapitalisme, de arbeiders aan de macht in Parijs. Dit werd door het leger bloedig neergeslagen.

Daarna waren de verschillende kapitalistische partijen in het parlement in wanorde, vechten met elkaar en in facties binnen de partijen. Louis Bonaparte presenteerde zich net als zijn oom als een sterke man die de verwarring kon doorbreken en de orde kon herstellen. Na zijn verkiezing was er een periode van drie jaar van ruzie tussen de kapitalistische partijen en facties. Louis manoeuvreerde zich er door heen. Soms leek het erop dat zijn macht werd ingeperkt of zelfs dat hij werd afgezet, maar hij won elke keer weer. De bevolking raakte steeds meer geïrriteerd. Louis Bonaparte bouwde zijn eigen machtsbasis op in het leger. Uiteindelijk bereikten de omstandigheden begin 1851 het punt waarop hij een staatsgreep kon plegen en zichzelf tot keizer Napoleon III kon uitroepen (Napoleon II kan genegeerd worden).

Trumpisme

Om verschillende redenen spelen in de huidige V.S. de bestaande arbeidersorganisaties weinig of geen rol in de politiek.

Toen Trump aankondigde dat hij zich kandidaat stelde voor de Republikeinse nominatie, presenteerde hij zich niet alleen als een openlijke racist, maar ook als de sterke man die ‘Amerika weer groot kon maken’. In de debatten tussen de 17 kandidaten, kleineerde hij, beledigde en beschuldigde hij zijn rivalen van zwakheid en stelde dat ze niet in staat waren om de gewaagde stappen te nemen die nodig zijn. Zijn vrouwenhaat was duidelijk toen hij een van zijn rivalen, een vrouw, aanviel over hhaar uiterlijk.

De achtergrond van zijn opkomst was het feit dat de Republikeinen een blanke racistische partij waren geworden, hoewel er zelden openlijk racistische termen werden gebruikt zoals Trump die vanaf het begin gebruikte: Mexicaanse immigranten waren verkrachters, drugsdealers en andere soorten criminelen. Van daar ging hij door naar zwarten, moslims, alle latino’s, buitenlanders (behalve blanken) en ‘hondenfluitjes’ van antisemitisme.

De armste 80 procent

Ook speelde een rol dat de lonen zo’n vier decennia lang gestagneerd waren en delen van de middenklasse ook te lijden hadden terwijl de rijken steeds rijker werden. Toen kwam de financiële crisis en de grote recessie van 2008, en het herstel kwam ten goede aan de rijken, terwijl de armste 80 procent van de bevolking bleef worstelen om de eindjes aan elkaar te knopen. Obama werd in 2008 gekozen, maar de Democraten hebben niet veel gedaan om deze feiten te veranderen.

Zowel Bernie Sanders als Trump hebben in 2016 deze realiteit van de armste 80 procent aangeboord, zij het van tegengestelde kanten. Sanders stelde hervormingen in het belang van de werknemers voor, terwijl Trump racistische demagogie gebruikte om de strijdende witte mensen voor zich te winnen. In de Democratische voorverkiezingen was het partij apparaat van de Democraten in staat om Sanders te breken, terwijl Trump er in slaagde om het establishment van de Republikeinen te verpletteren, en de Republikeinse Partij over te nemen.

In de verkiezing beantwoordde de toondove Hillary Clinton Trump’s ‘make America great again’ met ‘Amerika is al groot’, terwijl de armste 80 procent uit ervaring wist dat dat niet waar was.

Geweld en loyaliteit

In zijn bijna twee jaar als president heeft Trump zijn racistische retoriek en daden verhevigd, met het intensiveren van aanvallen op immigranten, het gedaan krijgen van een gedeeltelijk toegangsverbod voor de VS voor moslim, het belasteren van vrouwen, en al het andere dat we dagelijks zien. Zijn regering heeft het Milieu Agentschap (Environmental Protection Agency) op alle fronten ontkracht, inclusief maatregelen om de productie van fossiele brandstoffen te vergroten, is op weg om het onderwijs te privatiseren, steunt de aanvallen van blanke evangelische christelijken op vrouwen, en nog veel meer.

Hij geeft dekking aan het extreem witte nationalistische alt-rechts. Sommige van deze groepen hebben wel degelijk een fascistische ideologie, terwijl andere zich bezighouden met geweld tegen raciale en religieuze minderheden. Geïsoleerde individuen gebruiken ook geweld, zoals we onlangs hebben gezien in Kentucky, Pittsburgh en de pijpbompakketten. Trump moedigt dergelijk geweld aan met ‘hondenfluitjes’.

De fascistische bewegingen in Italië, Duitsland en Spanje waren ook gewelddadig. Een ander kenmerk van het fascisme, aldus Zetkin, is dat het een massabeweging is die zich bezighoudt met massaal georganiseerd geweld tegen de arbeidersbeweging en de onderdrukten.

De huidige fascistische organisaties in de VS bestaat uit vele kleine groepen, die met elkaar ruzie maken over ideologieën, en vooral over wie de ‘Duce’ of ‘Führer’ zou moeten zijn, omdat de leider van elke groep denkt dat hij dat is. Na Charlottesville vorig jaar vielen veel van de groepen die vorig jaar bij elkaar waren gekomen uit elkaar over verschillen over de tactiek – de ene groep pleegde een moord, waarvan andere groepen vonden dat dat contraproductief was.

Als deze groepen zich samenvoegen rond één leider en één ideologie, zouden ze een groter gevaar vormen, ook al staat het fascisme niet op de agenda.

Een aspect van Trump’s autoritarisme is zijn eis tot onvoorwaardelijke loyaliteit van zijn omgeving, niet alleen aan zijn beleid, maar ook aan hemzelf als persoon. Daarom blijft hij zijn kabinet herschikken. Hij eist ook dat de Republikeinen hem persoonlijk trouw blijven en straft degenen die afwijken.

Net als Bonaparte wil Trump een autoritair regime vestigen. Louis maakte zichzelf tot keizer, daarbij verwijzend naar het Napoleontische verleden van Frankrijk. Trump kijkt naar de geschiedenis van de V.S. en probeert het autoritaire regime te combineren met burgerlijke democratische uiterlijke kenmerken en tegelijkertijd de democratische rechten sterk in te perken, met zichzelf aan de top.

Ik zou Trumpisme karakteriseren als een bijzondere vorm van Bonapartisme. Dat zien we ook in Europa. In Hongarije is de regering van Viktor Orbán zo’n regering, een racistische, nationalistische en autoritaire regering met sterk gecontroleerde democratische kenmerken.

Marx noemde de bonte oppositie tegen Louis Bonaparte de Partij van de Orde. Onze Partij van de Orde bestaat vandaag de dag uit de meeste democratische politici, sommige republikeinen en andere ambtenaren. Een tegenstrijdig bontgekleurd gezelschap. We zullen zien hoe deze strijd zich in de komende tijd ontwikkelt.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk op Europe Solidaire Sans Frontières. Nederlandse vertaling: redactie Grenzeloos.