De heer Joren Vermeersch, voormalig adviseur communicatie van Theo Francken en vandaag adviseur ideologie van de N-VA, heeft een column in De Standaard. Hij schrijft die in eigen naam en niet als ideoloog van de N-VA. Joren Vermeersch is namelijk iemand die beschikt over het zeldzame voorrecht twee zielen in zijn borst te koesteren.
In werkelijkheid zijn Joren Vermeersch’ columns subtiele stukjes waarmee de ideeën van de huidige rechts conservatieve denkwereld worden verspreid, ook in een krant die niet veel opheeft met de N-VA. Neem de column die de 18 januari jongstleden verscheen onder de titel “Hokjes denken in het ancien régime”. Het stukje gaat niet zozeer over het oude, voor-liberale “feodale” regime, maar over de huidige neoliberale tijd waarin “links” nog niet helemaal uitgeroeid is, maar zich in stand houdt met wat rechts “cultuurmarxisme” noemt: positieve discriminatie in verband met sekse, huidskleur, seksuele oriëntatie en etnische afkomst en al wat wordt afgedaan als “woke”. Dit machtige “cultuurmarxisme” (Joren Vermeersch vermijdt wijselijk term) staat in tegenstelling tot de grondwet die de gelijkheid van alle burgers voor de wet vastlegt. Vermeersch herinnert ons eraan dat de discriminatie op basis van geslacht in 1976 uit het Belgische Burgerlijke Wetboek werd geschrapt en dat in 1994 het verbod op discriminatie artikel 11 van de Grondwet werd. En toch: “De overheid bekijkt ons niet langer als ‘burger’, maar stop ons in hokjes: man of vrouw, autochtoon of allochtoon. De gelijkheid voor de wet, hét kroonjuweel van onze westerse beschaving, bestaat niet meer.”
Besluit: wat zich links en progressief noemt (of door Vermeersch zo genoemd wordt), hoort eigenlijk thuis in het ancien régime van Lodewijk de XIVe, waar adel en geestelijkheid privilegies hadden, dus “positief gediscrimineerd” werden. Joren Vermeersch gebruikt een populistische truc: een andere betekenis geven aan de woorden, ze misbruiken. Progressief wordt conservatief en conservatief wordt progressief. Progressief dat zijn wij, Vlaamse nationale neoliberalen. Terwijl de column ons impliciet leert dat vluchtelingen, immigranten, vrouwen, transgenders etc. bevoorrecht worden, samen met de “progressieve” cultuurwereld en dit alles ten koste van de “normale” Vlaming en onze Vlaamse nationale canonieke esthetische waarden. Vlaamse waarden, Europese waarden, Westerse waarden: waarden zijn het vage sleutelbegrip dat graag gehanteerd wordt in de politieke volksverlakkerij.
Joren Vermeersch’ argumentatie rust op een smalle historische basis, dit ondanks zijn vorming als geschiedkundige, maar daar staat tegenover de sofisterij die hij heeft meegekregen in zijn opleiding als jurist, nl. de kunst van het spitsvondig overtuigen, hetzij met ware en/of valse argumenten.
De N-VA ideoloog vermijdt zich vragen te stellen bij wat hij zelf aanhaalt. Hoe komt het dat het juridische kroonjuweel pas in 1976 en 1994 de discriminatie veroordeelt? Hoe komt het dat de vrouwen pas volwaardige burgers worden op 26 juni 1949 als ze eindelijk mogen en moeten deelnemen aan de parlementsverkiezingen. Sinds wanneer wordt de homoseksualiteit niet meer beschouwd als een ziekelijke afwijking? Sinds wanneer wordt racisme officieel veroordeeld terwijl het een norm was waarmee de Belgische kolonie in Afrika werd bestuurd? Trouwens, aldus een vorige column, we moeten ook de positieve aspecten van de Belgische koloniale politiek waarderen en die wegen op tegen de negatieve.
Joren Vermeersch wil niet inzien dat de gelijkheid voor de wet een formele zaak is en dat het er in de maatschappelijke werkelijkheid heel anders aan toegaat. Rijk en arm staan niet gelijk voor de wet. Het stakingsrecht kan worden beperkt, het recht van een ondernemer om zijn fabriek te sluiten grondwettelijk niet. Joren Vermeersch wil niet toegeven dat er een diepgewortelde discriminatie in ons maatschappelijk systeem heerst dat men met formele rechtsgelijkheid niet kan bestrijden. Vandaar de noodzaak van positieve discriminatie.
De N-VA is de partij die, ondanks haar beroep op de gelijkheid voor de wet volhoudt dat Vlaanderen in het Belgisch staatsbestand niet gelijk behandeld wordt. Vermits er meer Vlamingen zijn dan anderen moeten de Vlamingen politiek de baas zijn. De huidige regering is daarom ondemocratisch. De N-VA hanteert hierbij een etnisch argument en verwerpt de civiele democratie waar de meerderheid beslist. Van rechtsgelijkheid is hier geen sprake vermits Vlamingen in de meerderheid zijn. De Franstaligen worden bijgevolg “positief gediscrimineerd”, terwijl er twee verschillende democratieën zouden bestaan, een Vlaamse en een Waalse. Zulke opvattingen zijn het gif waarmee het Vlaamse separatisme samen met een hele reeks rechts conservatieve ideeën gepropageerd wordt. Wat doet die column eigenlijk in De Standaard? Hoe moeten we ons inenten tegen het virus van het Vlaamse nationalisme?