Op 16 november 2018 zijn in Cambodja de voormalige Rode Khmer-leiders Nuon Chea en Khieu Sampan veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf wegens genocide. De genocide betreft de massamoord op Vietnamese inwoners en moslims in de periode 1975-1979. Al eerder in 2014 waren Nuon Chea en Khieu Sampan veroordeeld tot levenslang wegens “misdaden tegen de menselijkheid” waarbij in dezelfde periode anderhalf tot twee miljoen Cambodjanen om het leven kwamen. De berichtgeving over de recente uitspraak van het Cambodja Tribunaal noopt tot een tweetal kanttekeningen.
Socialisme In Alle Opzichten
Vrij consequent wordt geschreven dat de Rode Khmer in Cambodja een ‘boerenheilstaat’ wilden vestigen. Dat klopt helemaal niet. Het einddoel was inderdaad een heilstaat, een socialistische, maar zeker ook een industriële. In 1976 werd een plan opgesteld, het “Vierjarenplan Voor De Opbouw Van Het Socialisme In Alle Opzichten”. Dit plan beoogde van Cambodja in 1980 het meest socialistische land ter wereld te maken. Eerst moest weliswaar alles en dus iedereen op de rijstproductie worden gezet. Maar, met de opbrengst daarvan zou vervolgens het land in razend tempo worden geïndustrialiseerd. Een industrieel arbeidersparadijs, dát was de bedoeling.
Het plan was volkomen onhaalbaar. Met de chaotische situatie in het land werd geen rekening gehouden. De praktische uitwerking was pover. Nergens werd echt aangegeven hoe één en ander gedaan moest worden. Dankzij “het juiste politiek bewustzijn” kon alles bereikt worden. Niet dus. Het Vierjarenplan mislukte. In Alle Opzichten. Vietnamezen, intelligentsia, agenten van allerlei geheime diensten zouden de uitvoering van het Vierjarenplan gesaboteerd hebben. Op grote schaal werden voornamelijk in eigen rijen ‘verraders’ gevonden. Na de uitroeiing van de aanhangers van het oude regime en de massale sterfte tijdens de ontruiming van de steden, waren nu de kameraden aan de beurt. Een heilstaat, in wat voor vorm dan ook, leverde het niet op.
Massamoordenaar Kissinger
Betrekkelijk weinig belangstelling is er in de verslagen voor de verdediging van de twee aangeklaagden. Veel nieuws leverde de defensie van de mannen ook niet op.
Khieu Samphan stelde keer op keer dat hij, hoewel president, niet veel te vertellen had gehad en dus nooit erg schuldig kon zijn. En verder speelde hij vooral de ‘Vietnamese kaart’. Dat wil zeggen dat hij voortborduurde op nationalistische en anti-Vietnam-sentimenten. De Khmer hadden, om hun onafhankelijkheid tegen een verraderlijk Vietnam te verdedigen, af en toe wel stevig móeten optreden. Overigens verwees hij naar de Twaalf Geboden Voor Revolutionaire Soldaten die elke ochtend moesten worden opgedreund. Daarvan was het eerste gebod “Je dient de arbeidersklasse en de boeren lief te hebben, te eren en bij te staan.” Alsof die letters zouden zijn nageleefd.
Nuon Chea vertelde dat hij van veel misstanden niets wist en dat die zeker nooit zijn bedoeling waren geweest. Voor zover ze hadden plaatsgevonden, bood hij zijn verontschuldigingen aan. Hij rechtvaardigde zijn optreden door te wijzen op de misdaden van Lon Nol. Deze fascist was in 1970 door de Verenigde Staten aan de macht geholpen. Tijdens zijn bewind, ondersteund door gigantische Amerikaanse bombardementen, kwamen al 800.000 Cambodjanen om het leven. Moest hij werkloos blijven toekijken?
In het nieuws blijft de rol van de Amerikanen behoorlijk onderbelicht. Nergens is verwezen naar het gegeven dat de VS nog 10 jaar ná de val van de Rode Khmer in 1979 Pol Pot voor zijn guerrilla tegen de nieuwe door Vietnam gesteunde regering van wapens voorzag. Merkwaardig.
De wandaden van Lon Nol en de Amerikanen rechtvaardigen natuurlijk geen andere wandaden. En Lon Nol, Nixon en Reagan zijn al dood. Maar feitelijk zou voor het Cambodja Tribunaal nu naast Nuon Chea en Khieu Samphan minstens hun Amerikaanse collega en massamoordenaar Henry Kissinger (foto) hebben moeten staan.
Dit artikel verscheen oorspronkelijk op Grenzeloos.