‘Het is niet makkelijk een verhaal te vertellen dat de kracht van het collectief verduidelijkt.’

t Is niet dat ik me met Ken Loach wil vergelijken, laat staan dat ik me op zijn hoogte wil plaatsen, want hij is een meermaals gelauwerde filmmaker en ik ben een marginale blogger. Toch hebben we een en ander gemeen. Eerstens is er die gelijkaardige politieke keuze die ons gevormd heeft tot wie we zijn. Mij interesseert het te weten wat Loach daar op ’t einde van zijn leven over denkt, want ‘t is een kwestie die me, wat mezelf betreft, ook bezighoudt. Er is nog een vraag die we gemeen hebben: hoe maak je een goed verhaal.

Ken Loach (1)Op de website van The Nation las ik een lang interview met de Britse filmregisseur Ken Loach, inmiddels 82. Lorenzo Marsili stelde de vragen. Zelf vertaalde ik er de zinnen uit die ik hierboven heb afgedrukt. Mijn keuze werd bepaald door wat ik voor mezelf bruikbaar vind, maar het interview zelf is veel rijker dan mijn selectie, het is een aanrader en het staat hier. Mocht je al lezend fouten ontdekken in mijn vertaling, dan mag je me die altijd laten weten, ik zal met je opmerkingen zeker rekening houden. is een kunstenaar die gevormd is door het trotskisme.

Met stalinistische dictaten over kunst moet je bij hem dan ook niet afkomen: ‘Elke zin die aanvangt met “kunst zou moeten…” is verkeerd, omdat het de verbeelding of de perceptie is van zij die schrijven, schilderen of weergeven die bepaalt welke rol kunst speelt..’

Zoals dat bij elke kunstenaar het geval is, worstelt ook Loach met het probleem van vorm en inhoud, en hoe het ene het andere bepaalt: ‘Zelf denk ik dat het aanvoelen van collectieve kracht heel belangrijk is. En daar wordt het moeilijk. Het is niet gemakkelijk om een verhaal te vertellen waarin die collectieve kracht meteen duidelijk wordt. Het is grof en dwaas om elke film te eindigen met een vuist in de lucht en een militante oproep tot actie. ‘t Is een blijvend dilemma: hoe vertel je het verhaal van een arbeidersgezin, dat op tragische manier vernietigd wordt door politieke en economische omstandigheden, er tegelijk over wakend dat je de mensen niet in wanhoop achterlaat.’

Hij vertelt hoe hij dat in een welbepaalde scène heeft aangepakt: ‘Wanneer de vrouw, In I, Daniel Blake, een voedselpakket aan een andere vrouw geeft, een vrouw die niets heeft, zegt ze niet: “Hier is uw liefdadigheidsvoedsel”, neen ze zegt: “Kan ik u helpen bij het winkelen?” Aan de ene kant staat deze generositeit, en aan de andere kant zie je de staat, die welbewust op de meest wrede manier handelt, goed wetende dat het mensen naar de honger voert. De kapitalistische maatschappij zit gevangen in deze schizofrene situatie en het hangt van ons af om de solidariteit te organiseren.’

Kunst maken is niet gemakkelijk, maar aan revolutionaire politiek doen is dat nog minder. Hoe kijkt Loach terug op het politieke engagement dat hij met het marginale trotskisme deelt. Maakt hij daar op zijn leeftijd (82) een negatieve balans van op?

Dat lijkt geenszins het geval, want dit is wat hij zegt: ‘Onlangs sprak ik met enkele aardige mensen in Japan, die een artikel aan het schrijven waren, en ik legde de nadruk op het begrijpen van klasse en conflict. Een zeer lieve vrouw zei me “We gaan uw film aan de Japanse overheidsverantwoordelijken tonen.” Ik zei ‘Waarom?” en zij zei, “Wel, om hen van gedacht te doen veranderen,” en ik antwoordde, “Maar dat is juist het punt dat ik wil maken! Ze zullen niet van gedacht veranderen, ze zijn gebonden om de belangen van de heersende klasse te verdedigen. Ze moeten niet overtuigd worden, maar verwijderd!” Het is iets wat moeilijk uit te leggen valt, omdat de idee om een systeem te laten functioneren er zo diep ingebakken zit. Dat is een van de verschrikkelijke erfenissen van de sociaaldemocratie, die we moeten bestrijden. (…) Daarom is het nodig dat we de hele idee van overgangseisen weer tot leven wekken. We moeten eisen stellen die absoluut redelijk zijn, gebaseerd op de belangen van de arbeidersklasse.’

Oftewel: Ken Loach blijft trotskist tot in de kist. (2)Meer over Loach’ verbondenheid met het trotskisme hier.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk op De Laatste Vuurtorenwachter.

Voetnoten

Voetnoten
1 Op de website van The Nation las ik een lang interview met de Britse filmregisseur Ken Loach, inmiddels 82. Lorenzo Marsili stelde de vragen. Zelf vertaalde ik er de zinnen uit die ik hierboven heb afgedrukt. Mijn keuze werd bepaald door wat ik voor mezelf bruikbaar vind, maar het interview zelf is veel rijker dan mijn selectie, het is een aanrader en het staat hier. Mocht je al lezend fouten ontdekken in mijn vertaling, dan mag je me die altijd laten weten, ik zal met je opmerkingen zeker rekening houden.
2 Meer over Loach’ verbondenheid met het trotskisme hier.