De massale acties voor het klimaat en vooral de indrukwekkende en spontane mobilisatie van de jongeren, veroorzaken schokgolven op alle niveaus van de maatschappij. Verenigingen, vakbonden, partijen, het staatsapparaat: ze zijn allemaal geschokt want niemand weet echt hoe op de grond van de zaak te antwoorden. Hoe kunnen we de klimaatcatastrofe die al bezig is, inperken en stoppen?

Die algemene verwarring is het resultaat van een contradictie die door Naomi Klein werd blootgelegd. Om de kapitalistische belangen te redden, hebben de regeringen 25 jaar lang (bijna) niets gedaan voor het klimaat. Zodat het nu onmogelijk is het klimaat redden zonder maatregelen die ingaan tegen de belangen van de kapitalisten (This changes everything. Capitalism vs.The Climate).

Met een sociale mobilisatie aan de basis en de verwarring aan de top, zien we allerlei soorten barmhartige Samaritanen hun diensten aanbieden. We kennen de ingenieurs die mirakeltechnologieën voorstellen die verondersteld worden – zonder te raken aan de groei en de winst – een energietransitie mogelijk te maken zowel in het voordeel van de kapitalisten als van al wie door hen wordt uitgebuit (mensen en de niet menselijk natuur). We kennen ook de economen die mirakeloplossingen voorstellen om deze transitie te financieren zonder pijn, door geld bij te drukken en met een kleine inspanning van iedereen. Nu komt er een nieuwe categorie ten tonele: de juristen.

“De bijzondere klimaatwet”: politici lopen storm

Eind januari hebben specialisten in milieurecht van diverse Belgische universiteiten (U-SaintLouis, UGent, UHasselt, UCL) een voorstel van “bijzondere klimaatwet” opgesteld. Deze tekst moet antwoorden op de vraag van de straat: dat de politieke machthebbers eindelijk, en snel – voor de ontbinding van het parlement – de nodige maatregelen nemen om aan de volgende generaties een planeet door te geven die niet al te zeer beschadigd is. En iedereen is blij, hier hebben we de oplossing, we moeten niet meer aarzelen, ja aan de klimaatwet!

Opgejaagd door de verkiezingskoorts grijpen de politici deze kans. De Groenen waren er het vlugst bij: Ecolo en Groen hebben het wetsvoorstel uitgewerkt door de universitairen neergelegd maar ze hebben één cijfer veranderd – een reductie  met 55% van de uitstoot van broeikasgassen in België tegen 2030 in plaats van de voorgestelde 65%. We komen hier later op terug want deze wijziging is typisch voor de steun van deze partijen aan het “groen kapitalisme”.

PS, SP.A, MR en CdH hebben geen andere oplossing gevonden dan steun aan deze tekst. Sommige verklaringen die we hoorden zijn monumenten van kwade trouw. De eerste prijs van politiek opportunisme gaat naar de arrogante en belachelijke Marie-Christine Marghem: zij had het lef om het “moederschap” van de tekst van de universitairen voor zich op te eisen! Maar ze wordt van nabij gevolgd door de leider van de MR Kamerfractie: David Clarinval – een notoire klimaatontkenner – kondigde de steun van zijn partij aan voor de tekst die door Groen werd neergelegd. Waarom? Omdat alle partijen, met de MR verkozenen voorop,  maar aan één zaak denken: de verkiezing in mei.

Aan Franstalige kant is er dus nationale eenheid PS-Ecolo-MR-CdH rond het wetsvoorstel van de academici. Die nationale eenheid is bijna volledig want de PTB, die terecht het recuperatiemaneuver van Ecolo-Groen aan de kaak stelt, steunt ook de tekst van de wetenschappers waarvan ze de oorspronkelijke versie zullen neerleggen – met de 65% vermindering van de uitstoot… Wil dat zeggen dat de wet zal gestemd worden? Helemaal niet. Aan Vlaamse kant is de situatie heel anders: NVA wil niet weten van een klimaatwet, Open VLD vindt dat de tekst teveel belang hecht aan de overheid en de CD&V, de  partij van minister Joke Schauvliege die de scholieren bedreigde en sprak over agitatoren die hen zouden manipuleren (ze moest voor die blunder ontslag nemen), verklaarde noch voor noch tegen een klimaatwet te zijn.

Wanner de bomen het bos verbergen

Wat staat er dan, in afwachting van het vervolg van deze politiek-parlementaire soap, in de voorstel van bijzondere wet? Iedereen kan zich een idee vormen, de tekst is vrij te raadplegen. (1)http://www2.usaintlouis.be/public/comcom/presse/proposition_de_loi_speciale-fr.pdf?fbclid=IwAR0fUUzmz_WMZ-WCFuszAMryI3mUXcJ7eeNkrLBzcGx4mR4b3bfyJiX-U6c Eén positief punt valt meteen op in de tekst: de doelstellingen van een vermindering van de uitstoot tegen 2030 en 2050 zijn echt ambitieus, ze beantwoorden aan wat nodig is om van de huidige catastrofe geen cataclysme te maken. Maar de boom mag het bos niet verbergen. Er zijn geen bakens gezet en de omvang van de doelstellingen kan bedrieglijk zijn. Dat gevaar is reëel omdat de algemene toon van de tekst duidelijk is en niet radicaal. Kort samengevat komt de tekst hierop neer:

  1. Het klimaatakkoord van Parijs is een goed akkoord
  2. De politiek van de Europese Unie om het akkoord uit te voeren, is een goede, “ambitieuze” politiek
  3. België past deze politiek niet toe
  4. De bijzondere wet wil ons land weer op het goede spoor zetten onder de leiding van een ”experten comité” aangeduid door de universiteiten

Maar het akkoord van Parijs is geen goed akkoord. De tekst wil wel dat de temperatuurstijging “ver beneden de 2°C blijft en dat er inspanningen worden geleverd om beneden de 1,5°C te blijven”. Maar dat is alleen maar een intentieverklaring. De regeringen zijn dat niet aan het concretiseren, met hun “klimaatplannen” gaan we naar een opwarming van 3°C of meer. De duivel zit hem dus in de details.

Die duivel is namelijk het volgende: het akkoord van Parijs vertrekt van het idee dat uitstoot en absorptie van koolstof op wereldschaal tegen 2050 in evenwicht moeten zijn, dat bedoelen ze met “koolstofneutraal”. Maar de tekst legt niet uit welke absorptie er voor dit evenwicht in rekening moet worden gebracht.

Marktmechanismen en technologische wondermiddelen

Twee redenen waarom dit zo belangrijk is.

Ten eerste: het akkoord van Parijs behoudt de mogelijkheid voor de vervuilers in het Noorden om “emissiekredieten” te kopen in het Zuiden. Waar komen die kredieten vandaan? Het gaat om de absorptie van koolstof door de bossen of door industriële boomaanplantingen of ook door een vermindering van de uitstoot dank zij “investeringen in niet vervuilende productie” door de bedrijven uit het Noorden .

Voor alle duidelijkheid: bedrijven uit de “ontwikkelde landen” mogen koolstof blijven uitstoten op voorwaarde dat ze dit compenseren door rechten voor vervuiling te kopen. Waarom is dat een probleem? Omdat er talrijke bewijzen zijn dat die compensatie ten koste gaat van de volkeren uit het Zuiden, boeren en inheemse volkeren die van en in het woud leven en het ook onderhouden. Er zijn ook talrijke bewijzen van het feit dat vermindering van de uitstoot dank zij “niet vervuilende investeringen” vaak kunstmatig is. Zo kunnen bedrijven uit het Noorden mooie winsten opstrijken onder het voorwendsel van de bescherming van het klimaat.

Ten tweede: het akkoord van Parijs sluit niet uit dat “technologieën met negatieve emissie” en geo-engineering worden gebruikt. Wel integendeel, het gebruik van deze technologieën staat impliciet in het akkoord. Ook in het rapport van het IPCC dat de basis vormde voor het akkoord van Parijs ( vijfde evaluatie rapport, AR5) is dit het geval. 95% van de klimaatstabilisatiescenario’s in dit rapport steunen op de hypothese van het massaal toepassen van deze technologieën.

Het is duidelijk. De multinationals mogen blijven een overschot van CO2 uitstoten op voorwaarde dat zij emissierechten kopen afkomstig van de toepassing van technologieën die koolstof uit de atmosfeer halen of zonnestralen voor ze in de atmosfeer komen, weerkaatsen.

Waarom is dat problematisch? Omdat het gaat om hypothetische technologieën en sommige hiervan zijn gewoon gevaarlijk. Ze bieden geen enkele zekerheid dat het onttrekken van koolstof effectief, voldoende en blijvend zal zijn. Maar de belangrijkste van deze technologieën, Bio-energie met afvangen en opslagen van koolstof (BECCS), zal een tijdbom zijn zowel sociaal als ecologisch. BECCS verbrandt biomassa in de plaats van fossiele brandstoffen om elektriciteit te produceren, het CO2 van deze verbranding wordt dan in diepe geologische lagen van de aarde opgeslagen. Maar niemand kan met zekerheid stellen dat het CO2 daar stabiel bewaard zal blijven. Het massaal gebruik van BECCS zal ons bovendien voor de verschrikkelijke keuze stellen: moeten we biomassa produceren voor energie of om de wereldbevolking te voeden? In het kader van het kapitalisme, zal de beslissing in functie van de winst worden genomen, dat voorspelt niets goeds …

Aan de ene kant marktmechanismen om met “emissiekredieten” de uitstoot te compenseren, aan de andere kant technologieën van leerling-tovenaars (met daarbij nog de onzinnige ontwikkeling van kernenergie), het zijn de twee centrale antwoorden van het “groene kapitalisme” op de uitdaging van het klimaat, zonder de heilige koe van de groei in vraag te stellen. Die groei is onlosmakelijk verbonden met concurrentie voor de winst van een kapitalistisch systeem dat nog steeds voor 85% steunt op fossiele brandstof. Daarom staan deze twee keuzes centraal in de strijd van de komende decennia. Op veel plaatsen staat dit nu al in het centrum van het gevecht van inheemse volkeren, boeren en het gewone volk die hardnekkig strijden tegen de toe-eigening door het kapitaal van het vermogen van bossen om CO2 op te slorpen – de plannen met “REDD” en “REDD+”, nieuwe projecten van olie-ontginning en tegen het extractivisme in het algemeen.

Het principe van voorzorg en klimaatrechtvaardigheid staan niet in de tekst

Keren we terug naar het wetsvoorstel van de academici. De tekst rept met geen woord over die twee punten. Niets. Wat nog erger is: hij zegt ook niets over het respect door de rijke landen van de afspraak om honderd miljard dollar per jaar te storten in een “Groen Fonds voor het Klimaat” om zo de landen van het Zuiden, die niet verantwoordelijk zijn voor de klimaatopwarming, te helpen. Waarom zegt de tekst helemaal niets over deze belangrijke kwestie? Omdat haar enige doel is, België in lijn te brengen met de klimaatpolitiek van de Europese Unie, een neoliberale politiek gesteund op het dogma van de groei, de vrije concurrentie, de winst… en de neokoloniale verhoudingen met de landen van het globale Zuiden.

Daarom eerbiedigt het wetsvoorstel van de academici de twee sleutelprincipes niet, die de basis zouden moeten zijn voor een echte klimaatpolitiek: het principe van de voorzorg (potentieel gevaarlijke technologieën worden niet gebruikt) en het principe van de rechtvaardigheid Noord-Zuid (in het klimaatjargon: het principe van de gedifferentieerde verantwoordelijkheid).

Sociale rechtvaardigheid? Wat bedoelen ze juist?

Het derde principe waarop de klimaatpolitiek zou moeten steunen, is dat van de sociale gerechtigheid. De wereld van de arbeid moet niet opdraaien voor de kosten van de transitie omdat het winststreven verantwoordelijk is voor de janboel waarvan de wereld van de arbeid zelf het slachtoffer is.

Over deze kwestie zwijgt de tekst van de academici. Sociale rechtvaardigheid moet een “principe” moet zijn van de klimaatpolitiek. Maar volstaat dit wel? Neen, want de tekst baseert zich op de regels en de verdragen van de Europese Unie zonder die ook maar enigszins in vraag te stellen. We weten dat haar strategische doelstelling het kapot maken is van sociale bescherming om de arbeid maximaal precair en flexibel te maken.

Onder die voorwaarden is het niet voorzichtig om zich tevreden te stellen met een klein algemeen zinnetje over het belang van “het principe van sociale rechtvaardigheid”. Dit principe zou minimaal in concrete termen moeten vertaald worden: garanties rond werkzekerheid, inkomen, sociale bescherming en arbeidsrecht.

Zonder deze precisering kan iedereen – zelfs de MR, zelfs Clarinval – zich op “sociale rechtvaardigheid” beroepen. Het volstaat om hiervoor enkele kleine maatregelen voor te stellen die de gevolgen van de transitie voor de “minst bedeelden” minder erg maken en het zaakje is in orde.

Voor de politici beheerders zijn van het Kapitaal, is het sop de kool zeker waard. Hun bedoeling in glashelder: door het wetsvoorstel van de academici te steunen willen ze de fantastische mobilisatie van de jeugd en van duizenden mensen afzwakken en opnieuw onder controle krijgen want deze mobilisatie wijst duidelijk de neoliberale politiek als schuldige aan.

Politiek gemanoeuvreer op alle vlakken

Waartoe dient de heilige alliantie van de Franstalige partijen rond de bijzondere wet? De speeltijd moet voorbij zijn, de neoliberale politiek, het klimaatbeleid…en al de rest, moet gevrijwaard worden. Wat ook de coalitie wordt aan de macht aan Franstalige kant na de verkiezingen van mei.

In dit politieke spel, is het geknoei met cijfers door de Groenen over de vermindering van de uitstoot betekenisvol. Volgens het speciale rapport van het IPCC van oktober 2018, kunnen we alleen maar onder de 1,5°C blijven wanneer de netto uitstoot op MONDIAAL vlak (rekening houdend met de absorptie) met 58% vermindert tussen 2030 en 2050. Zonder deze duizelingwekkende drastische vermindering zal men negatieve emissie technologieën moeten gebruiken en misschien geo-engineering.

Een dergelijke mondiale daling van de uitstoot houdt in dat de “ontwikkelde” landen hun uitstoot effectief verminderen met ongeveer 65%, wat de tekst van de universitairen ook voorstelt. Waarom hebben de Groenen dan dit cijfer vervangen door een objectief van 55%, dus minder dan het objectief dat mondiaal als gemiddelde nodig is? Omdat ze aan de macht willen komen, het rottende kapitalisme willen beheren en ze daarvoor bereid zijn tot compromissen zelfs met Michel, Marghem en Clarinval.

Om dat maneuver van de heilige alliantie te verijdelen, volstaat het niet zich vast te pinnen op de cijfers in de doelstellingen voor vermindering van de uitstoot van de oorspronkelijke tekst van de academici zoals de PVDA doet. Temeer omdat een vermindering van uitstoot van deze orde – zelfs met 55% – binnen de komende tien jaar niet realiseerbaar is zonder uitstap uit de groei en het productivisme. Schadelijke en nutteloze productie moet worden afgeschaft en daarvoor is er tegelijkertijd een sociaal antikapitalistische programma van radicale werktijdverkorting nodig, zonder loonverlies, met een overheidsprogramma voor vorming en omscholing van de werkkrachten met behoud van sociale verworvenheden enz. In plaats van het over deze waarheid te hebben, verspreidt de PVDA mee het algemene rookgordijn met haar “grote waterstofrevolutie”. (2)Zie: De valse hoop op de waterstofrevolutie

Meer nog dan de polemiek over de manipulatie van de cijfers door de Groenen, is het “voorstel van bijzondere wet” van de academici op zich onaanvaardbaar. Door wat de tekst niet zegt, kiest hij op cynische wijze voor de kapitalistische politiek van het “redden van het klimaat” ten koste van de volkeren in het Zuiden en van hun ecosystemen. Door geen garanties te geven die het principe van “sociale rechtvaardigheid” concretiseert, laten ze de weg open voor de Europese neoliberale politiek van sociale afbraak. Door het feit dat deze inderdaad zeer “bijzondere” wet bestaat, wordt het mogelijk de klimaatkwestie van de straat te halen en braaf in de schoot van het parlement te bespreken.

Op straat geven de klimaatmobilisaties de energie die alle mobilisaties, alle revoltes aanwakkert en geleidelijk de discussie aanwakkert over het samenvloeien van de strijd (vakbonden, sociale strijd, feministen, milieuacties en antikoloniale strijd). In het parlement zal men dat allemaal willen in de doofpot steken. Laat dat niet gebeuren! Greta Thunberg, de jonge Zweedse, roept op tot een wereldactiedag op 15 maart. We moeten hier massaal ja op antwoorden. Tegen de heilige alliantie, voor het samenvloeien van de strijd!

Voetnoten

Voetnoten
1 http://www2.usaintlouis.be/public/comcom/presse/proposition_de_loi_speciale-fr.pdf?fbclid=IwAR0fUUzmz_WMZ-WCFuszAMryI3mUXcJ7eeNkrLBzcGx4mR4b3bfyJiX-U6c
2 Zie: De valse hoop op de waterstofrevolutie