Boris Johnson pakte de coronacrisis slecht aan, de Conservatieve premier zit tot over de oren in schandaaltjes verwikkeld, de Brexit verloopt beslist niet vlot. Maar toch lijdt de grote oppositiepartij Labour verliezen bij de lokale verkiezingen in het Verenigd Koninkrijk. Niet zo ‘Verenigd’ meer, in Schotland is er in het parlement een afgetekende meerderheid voor (een referendum over) onafhankelijkheid.

Ex-bolwerken

De tussentijdse verkiezing voor een Lagerhuiszetel in Hartlepool, een rood bastion in het noorden van Engeland, staat symbool voor de klap die Labour krijgt. Dit bolwerk stemt enthousiast Conservatief, Labour wordt er verpletterd. Nochtans hadden de Conservatieven een kandidaat zonder lokale wortels gedropt, maar die haalde moeiteloos 15.000 kiezers, Labour met een lokaal ingeplante kandidaat amper 8000, en dat in een “bolwerk”. De vroegere kiezers van Labour waren massaal thuisgebleven, zoals de militanten van Labour die van deur tot deur gingen, hadden voorspeld.

Het is niet veel beter in diverse noordelijke districten. Daar stemden kiezers van Labour indertijd massaal voor Brexit. Bij de verkiezingen van eind 2019 begrepen ze de houding van hun partij terzake niet – de partijleiding zelf begreep ze niet.

De nieuwe partijleiding onder Keir Starmer heeft weinig meer gedaan dan afrekenen met gewezen leider Jeremy Corbyn, wat massa’s militanten ontmoedigd heeft. Sommige zijn naar de Greens gestapt, anderen houden het helemaal voor bekeken. Starmer laadt de schuld op ondervoorzitster Angela Rayner en herschikt zijn schaduwkabinet. Een lege operatie die het imago van Labour nog meer schaadt.

Troost

Het is niet allemaal ellende. In Londen wint Labour burgemeester Sadiq Khan met 55 %, maar dat succes is vooral te danken aan de zwakte van de concurrentie. De Conservatieven deden niet veel moeite, premier Johnson, ex-burgemeester van Londen, schept er vooral plezier in het stadsbestuur van Londen tegen te werken. Londen, dat massaal tegen Brexit had gestemd, is nu een Labour-bolwerk.

We zien eenzelfde verschijnsel als elders in de kapitalistische wereld: hoogopgeleide stedelingen, beterverdieners die voor sociaaldemocraten en groenen kiezen, terwijl in de oude arbeidersregio’s het vroeger zo trouwe kiespubliek voor rechts en uiterst-rechts kiest. De “vergetenen van de mondialisering” met hun zeer concrete materiële financiële zorgen staan open voor de rechtse boodschap dat het de schuld is van migranten die ook hun cultuur aantasten.

Engelse vlag

De Conservatieven mengen dat meer en meer met een flinke scheut Engels nationalisme. De Engelse vlag neemt het over van de Britse.

Dat Engels nationalisme werkt averechts in de andere delen van het Verenigd Koninkrijk. Het speelt mee in de politieke crisis in Noord-Ierland waar de Unionistische DUP haar leider Arlene Foster tot ontslag als voorzitster en premier dwong. Ze had immers, met veel tegenzin, ingestemd met de douanegrens tussen Noord-Ierland en het Britse eiland. Sommige Unionisten wijten die grens aan de onverschilligheid van Engelse nationalisten als Johnson voor Noord-Ierland.

Ook in Wales wordt dat Engels nationalisme meer aangevoeld als een bedreiging. In Wales haalt Labour de helft van de zetels, terwijl de Greens het zeer goed doen in Bristol.

In Schotland is de afkeer voor het steeds agressievere Engels nationalisme ook een factor die de SNP in de hand werkt. Met haar 64 zetels (op 129) en de steun van de Green Party (8) is er een meerderheid van 72 tegen 57 voor een nieuw referendum. Premier Nicola Sturgeon lijkt overtuigd dat een referendum onafhankelijkheid betekent. Maar dat is verre van zeker, de verhouding tussen partijen voor en tegen onafhankelijkheid ligt rond 50-50 % van de stemmen.

Coalitie?

Labour is het noorden aan het verliezen, in alle opzichten. Starmer moest na de verkiezingsnederlaag Labour weer op het pad van electoraal succes zetten. Maar hij noch zijn ploeg blijken in staat een strategie uit te werken om zowel de stedelijke middengroepen als de werkende bevolking uit de industriële crisisgebieden een zelfde politiek programma te brengen. Een probleem dat enkele andere sociaaldemocratische partijen al langer hebben. Starmer zit geprangd tussen de Blairites enerzijds, de linkerzijde van Labour anderzijds, terwijl de invloed van de vakbonden niet alleen in de maatschappij maar ook bij Labour afgezwakt is.

Bij Labour wordt wel nagedacht of het kiessysteem niet kan “bedrogen” worden om de dominantie van de Conservatieven, die verre van 50 % van de kiezers blijven, te breken. Het stelsel is nog altijd per district één zetel en winner takes all, wie eerst komt neemt die ene zetel. Een bijzonder ondemocratisch systeem.

In Schotland, met een gemengd systeem van districten en evenredigheid, hebben unionistische kiezers dat deels omzeild door voor de best geplaatste unionist te stemmen om zo de SNP van een meerderheid proberen weg te houden.

Waarom niet datzelfde in Engeland, bij voor beeld in het zuiden dat in meerderheid tegen Brexit stemde. In sommige streken zouden Liberalen en Groenen dan voor Labour stemmen, elders Labour en Groenen voor Liberale kandidaten, en hier en daar allemaal voor een Groene kandidaat. Met welk programma? De Conservatieven van de macht verdrijven. Het is geen nieuwe denkpiste en ze heeft tot nog toe niet gewerkt. Er is weinig reden aan te nemen dat het nu wel zou werken, vooral nu de grootste oppositiepartij, Labour, zelf niet goed meer weet waar ze voor staat.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk op Uitpers.