De Griekse regering heeft de lockdown voor de vluchtelingenkampen nogmaals verlengd. Een van de nare gevolgen daarvan is dat dit de spanningen binnen die kampen verder opdrijft. De lockdown isoleert de kampen van de overheden en van de ngo’s, wat de solidariteit onder de vluchtelingen zelf zeer zwaar onder druk zet. Zoals bij voorbeeld op het Griekse eiland Lesbos met zijn enorme concentratie van vluchtelingen, waar de spanningen zich ontladen in etnische botsingen en aanvallen op vrouwen en homo’s.
Moria
Het vluchtelingenkamp Moria op Lesbos is een illustratie van de extra spanningen die de lockdown meebrengt. Lokale en nationale overheden trokken zich terug, de ngo’s moesten hun aanwezigheid beperken tot persoonlijke bijstand in individuele gevallen. Bij de lokale bevolking is het elan om vluchtelingen bij te staan, door het eigen moeilijke bestaan, gevoelig afgezwakt.
Moria is meer dan overbevolkt. Met meer dan 20.000 opeengepakt in zeer benarde omstandigheden, zoiets drijft interne spanningen ten top. In dit kamp zitten nu eenmaal mensen van diverse origine en levenswijze, als ze praktisch worden afgesloten van de buitenwereld borrelen gevoelens van afkeer en onverdraagzaamheid op.
Ravage
Zo werd een jonge Iraniër zwaar aangepakt omdat hij homo is en omdat Afghaanse lotgenoten belust zijn op wraak voor wat Iraanse overheden henzelf of lotgenoten hebben aangedaan. De Iraniërs in het kamp hebben het extra te verduren omdat ze zwaar in de minderheid zijn tegenover de Afghanen. Een groep Afghanen richtte bij de Iraanse vluchtelingen een ware ravage aan. Frustraties en woede uiten zich niet tegen de vele verantwoordelijken voor hun lot – autoriteiten in Griekenland, in Europa, in hun landen van origine, maar tegen elkaar.
Uit zo een kamp komen dan allerlei verhalen over afrekeningen, aanrandingen, verkrachtingen en zelfs moorden. De Griekse overheden wassen hun handen in onschuld, corona is de schuldige, en ze laten intussen uiterst rechts olie op het vuur gooien.
Degenen die het kamp kunnen verlaten, komen meestal in de stad terecht waar ze dan vaak het mikpunt zijn van de Griekse fascisten die steun krijgen van geestesgenoten uit de rest van Europa. De Iraanse homo die uiteindelijk in de stad terechtkwam, werd onderweg naar het kamp om documenten op te halen, aangerand. Uiterst-rechts, Afghaanse wraak? Feit is dat uiterst rechts hoe dan ook garen spint bij die toestand van onveiligheid.
Afghanen in Iran
Vanwaar die botsingen tussen Afghaanse en Iraanse lotgenoten, tussen mensen die in hetzelfde schuitje zitten.
Onder Afghanen is er nu een populaire hashtag “Geef me water, ik sta in vuur”. Dat is de kreet van een jongen die enkele dagen geleden in een brandende auto zat in de buurt van de Iraanse stad Yazd. Drie Afghaanse inzittenden kwamen in de brand om. De auto vatte vuur nadat de politie hem had beschoten. De uitleg van de politie was dat ze vermoedden dat de wagen vol drugs en illegale vluchtelingen zat en dus een gerechtvaardigd doelwit was.
Dat incident komt bovenop veel andere klachten over de manier waarop Afghanen in Iran behandeld worden. Afghanistan en Afghaanse vluchtelingen zeggen dat een maand geleden 45 Afghaanse vluchtelingen omkwamen die door Iraanse politie in een rivier waren gedreven. Dat heeft de Afghaanse gemoederen de voorbije weken fel opgehitst, tot in Moria waar duizenden Afghanen verblijven, naast onder andere enkele honderden Iraanse vluchtelingen.
Met de oorlogen van de voorbije decennia in hun land, zochten rond 6 miljoenen Afghanen tijdelijk hun heil in Iran. Nadat in 2001 de Taliban uit Kaboel was verdreven, zijn tussen dan en 2016 ongeveer 5 miljoen Afghanen via het VN-commissariaat voor de vluchtelingen naar hun land teruggekeerd. In Iran zouden er nu nog één miljoen verblijven. Maar Iran is die massaal aan het uitdrijven en maakt het de vluchtelingen die via Iran naar Europa willen, extra lastig.
Zero Point
Het voorbije jaar zijn rond 450.000 Afghanen vanuit Iran naar hun land teruggekeerd, van wie 250.000 gedwongen. Volgens de Afghanen worden hun documenten, zoals de kaart van erkend vluchteling, afgenomen en worden ze door de Iraanse politie naar Zero Point gebracht, een lapje grond tussen de twee grenzen. Veel vluchtelingen klagen over mishandelingen, jonge meisjes worden enkele dagen van hun familie afgezonderd en klagen over seksueel misbruik.
Veel van de gedwongen terugkeerders zijn in Iran geboren en hebben nog nooit een voet in Afghanistan gezet. De onwil om terug te keren is de jongste tijd sterk toegenomen door de groeiende onveiligheid in het land en het vooruitzicht dat de Taliban weer aan de macht gaan komen.
De meesten die tegen hun wil terugkeerden, willen zo snel mogelijk terug naar Iran of verder. Daardoor komen er veel terecht bij mensensmokkelaars die hen nadien vaak gijzelen om losgeld te eisen van de families. In Iran kunnen ze meestal alleen aan de slag als “zwartwerkers” die zwaar worden uitgebuit. Maar toch zijn er tienduizenden of zelfs honderdduizenden Afghanen die dat verkiezen boven de zwarte armoede en onveiligheid in hun eigen land.
Onder de Afghanen hebben de Tadzjieken het voordeel dat hun taal verwant is aan het Perzisch. De Hazara’s hebben dan weer het voordeel overwegend sjiïeten te zijn, zoals de meeste Iraniërs. De Iraanse Revolutionaire Wachten hebben trouwens een Afghaanse tak opgericht, de Fatemiyoun Brigade, die in Syrië aan de kant van president Assad meevecht.
Nu de toestand in Afghanistan er steeds somberder uitziet, valt te vrezen dat het aantal vluchtelingen alleen maar zal aanzwellen, terwijl de situatie in Iran ook alsmaar moeilijker wordt. Die uitzichtloosheid wakkert de frustraties aan van de tienduizenden in de kampen voor wie alles minder erg is dan te moeten terugkeren.
Dit artikel verscheen oorspronkelijk op Uitpers.