Op 3 juli kondigde Fathi Bashagha, binnenlandminister van de VN-gesteunde Libische Regering van Nationale Eenheid, aan dat zijn diensten eraan denken om een eind te maken aan het vasthouden van vluchtelingen en migranten in Libië, en iedereen vrij te laten die momenteel gevangen zit in een centrum onder de controle van het Departement voor de strijd tegen illegale migratie (DCIM) van de Regering van Nationale Eenheid. Deze aankondiging kwam er de dag na de vreselijke aanval op een detentiecentrum voor migranten en vluchtelingen in Tajoura, waar 53 mensen het leven verloren, waaronder kinderen.
Het is nog niet duidelijk of Bashagas suggestie een ernstig initiatief is, of een zoveelste geval van lippendienst. Hoe dan ook, dit zal niet volstaan om van Libië terug een veilig land te maken voor migranten en vluchtelingen.
De Europese Unie voert sinds jaren een beleid van ‘indamming’ [containment] en traint de Libische kustwacht om mensen op zee te onderscheppen. De onderschepten worden dan teruggebracht naar Libië en in DCIM-detentiecentra geplaatst onder het gezag van het ministerie van Binnenlandse Zaken. Er is een overvloed aan rapporten over het geweld en de foltering die vluchtelingen en migranten ondergaan in deze centra. Maar de EU bleef onaangedaan, en ging voort met haar steun aan de Libische kustwacht. Ze sluit daarbij de ogen voor wat gebeurt met degenen die teruggestuurd worden naar Libië.
Dat de DCIM-detentiecentra gesloten worden is welkom en noodzakelijk. Als Bashagas aankondiging blijkt te kloppen is het een belangrijke eerste stap om een einde maken aan het geweld tegen vluchtelingen en migranten in Libië. Niettemin moet de EU haar beleid in Libië veranderen: ook als de detentiecentra gesloten worden blijft Libië een onveilig land voor vluchtelingen en migranten. De EU moet dus niet de indruk wekken dat Libië een veilig land zou worden om naar terug te keren. Dit is helemaal niet het geval.
Het zijn niet alleen de detentiecentra die van Libië een onveilig land maken. Inderdaad, de vreselijke toestanden binnen die centra hebben gedurende jaren de aandacht afgeleid van de wreedheden die mensen in de steden ondergaan. Er is echte hulp nodig om vluchtelingen en migranten in Libië te beschermen, ook buiten de detentiecentra. Ook zij zijn kwetsbaar. Dat wordt geïllustreerd door de bevrijding op 9 juli van de overige gevangenen in Tajoura, na de aanval van 2 juli. Deze groep van 350 mensen wist niet waarheen te gaan; dat maakt duidelijk hoe beperkt de Libische infrastructuur is voor de opvang van vluchtelingen en migranten in de steden . Toen deze groep mensen zonder enige ondersteuning het detentiecentrum verlieten, vreesden ze voor hun leven.
Niettegenstaande de massale steun uit het EU Emergency Trust Fund for Africa hebben de organisaties ter plaatse niet de middelen en niet de infrastructuur om tegemoet te komen aan de enorme nood aan bescherming van de stedelijke bevolking, in het bijzonder van grote groepen mensen. Migranten en vluchtelingen in stedelijke gebieden zijn gemakkelijke doelwitten voor alle soorten van geweld. Ze zijn hopeloos en hebben geen papieren. Door hun anoniem bestaan is er geen ophef als ze verdwijnen of tot koopwaar verworden. In een land waar om allerlei redenen kidnapping en gewelddadige verdwijningen wijdverspreid en systematisch zijn, wordt er weinig gelet op de kidnapping van migranten en vluchtelingen.
De keuze tussen slavernij en verdrinken
In een land dat de economische ineenstorting nabij is, is mensensmokkel en het afdwingen van grote geldsommen van familieleden een lucratieve handel. Dat wordt vaak over het hoofd gezien door de aandacht voor de slachtoffers op zee. Ontelbare aantallen mensen worden onder erbarmelijke omstandigheden vastgehouden door gewapende benden op geheime en niet-geïdentificeerde locaties. In deze gevangenissen, buiten het bereik en de controle van de autoriteiten, worden vluchtelingen en migranten geconfronteerd met de ergste wreedheden, waaronder verkrachting, marteling, hongersnood en afpersing.
Desondanks blijft het beleid van de Europese Unie stelselmatig deze realiteit ontkennen, om toch maar tegen elke prijs te vermijden dat mensen in Europa zouden aankomen. Dat gaat zover dat EU-woordvoerders de aantijgingen vlug van de hand wezen toen het Vluchtelingenagentschap van de Verenigde Naties de EU opriep om te stoppen met het terugsturen van mensen naar Libië na de aanval van 2 juli.
Dat zegt veel over het EU-beleid in Libië. Ze zullen ten koste van alles doorgaan met de opleiding van de Libische kustwacht. Door de verderzetting van het huidig beleid, en dus de steun aan de kustwacht om mensen terug te sturen naar Libië waar hun leven in gevaar is, is de EU medeplichtig aan foltering en treedt ze het principe van niet-uitwijzing [non-refoulement] met voeten.De EU moet haar beleid herzien en onmiddellijk stappen ondernemen om het te hervormen.
De Europese hervestigingsquota moeten omhoog
Het belangrijkste is dat de EU collectief werk maakt van de garantie dat al degenen die vastzetten in Libië een uitweg vinden, door het verhogen van de hervestigingsquota. De EU moet streven naar een geest van bescherming en ernstige voorstellen doen in verband met het aantal hervestigingen, met het doel van dergelijke hervestiging voor ogen. Dit doel bestaat erin hulp te bieden aan alle vluchtelingen die een risico lopen, door hen te verzekeren van een overbrenging naar een veilig derde land. De EU moet legale routes aanbieden, die een alternatief vormen voor de huidige. Dan zullen mensen niet langer verplicht zijn ondergronds te gaan en in de handen te vallen van smokkelaars en mensenhandelaars, ten prooi aan afpersing en misbruik.
Libië is geen veilig land, en als de EU voortgaat met dit te ontkennen zal ze direct betrokken blijven bij het lijden van kwetsbare mensen. Mensenrechten moeten de kern zijn van het EU-beleid. Het stopzetten van het detentiebeleid is noodzakelijk, in het bijzonder voor degenen die op zee onderschept worden en teruggebracht naar deze centra, maar dat alleen maakt van Libië geen veilig land. Niemand mag teruggestuurd worden naar Libië.
Zolang de rechtsstaat niet hersteld is en de Libische wetgeving de rechten van vluchtelingen en asielzoekers niet erkent, zolang er geen instellingen zijn die het gezag uitoefenen over het hele grondgebied mag er niemand vastgehouden worden in Libië. Het land is onveilig voor mensen zonder papieren en zonder bescherming. De EU moet haar rol hierin erkennen, en haar beleid veranderen.
Marwa Mohamed is verantwoordelijke voor belangenverdediging en bewustmaking bij Lawyers for Justice in Libya. Haar aanklacht verscheen op 11 juli 2019 op EUobserver.
Nederlandse vertaling: redactie Ander Europa.