Het Global Wage Report 2020–21 van de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) biedt een schat aan informatie over de recente loonontwikkeling wereldwijd, met speciale aandacht voor de weerslag van de corona-epidemie. De ondertitel van het rapport luidt: Wages and minimum wages in the time of COVID-19. Deskundigen in vakbonden en sociale organisaties zullen hier cijfermatige evidentie vinden voor het vermoeden dat de coronacrisis een neerwaartse druk op de lonen betekent, en dat sociale tegemoetkomingen essentieel zijn om de tendens naar nog meer ongelijkheid te counteren.
Het rapport bestaat uit drie delen. Deel I beschrijft de algemene loonevolutie, met speciale aandacht voor de wijzigingen de gevolgen van de Covid 19-pandemie. Dit bevat een apart hoofdstuk over de impact van de crisis in Europa. Deel II heeft het over minimumlonen en ongelijkheid. Men kan er vernemen in welke landen er een of andere vorm van minimumloon bestaat, hoe het bepaald wordt (via collectieve onderhandelingen, door de overheid…), wat het niveau ervan is en voor hoeveel mensen het van toepassing is. Het derde deel van het rapport gaat in op het soort herstelpolitiek dat nodig is om de coronacrisis economisch te boven te komen, en te vermijden dat de ongelijkheid nog verder doorzet. Talrijke tabellen en grafieken maken de uitgebreide materie aanschouwelijk.
Wat betreft Europa (de EU, plus andere Europese landen als Zwitserland en Noorwegen) wordt geschat dat er gemiddeld 6,5% minder aan lonen werd uitbetaald, deels door afdankingen (-1,1%) maar voor het grootste deel door vermindering van de arbeidstijd (-5,5%). Toch werden er 11,4% minder uren gepresteerd (en niet 5,5%) , maar dit is omdat vooral de minst betaalde arbeiders het slachtoffer werden. Het loonverlies werd evenwel gedeeltelijk goedgemaakt door tussenkomsten van de overheden.
Herman Michiel is actief in Ander Europa. Dit artikel verscheen oorspronkelijk op Ander Europa.
Trackbacks/Pingbacks