Nicolas Sarkozy, president van Frankrijk van 2007 tot 2012, twijfelt. Zal hij in 2022 als kandidaat van zijn rechtse partij, Les Républicains (LR), voor een nieuwe periode in het Elysée gaan? Of zal hij de huidige president Emmanuel Macron, die hij met raad bijstaat, steunen? Want Sarkozy vindt Macrons beleid, zeker als het over repressie gaat, helemaal zoals hij het zelf zou doen. Alleen, Macron gaat verder dan wat Sarkozy toen kon.
Orwell
Macron nam heel wat personeel van Sarkozy’s LR over. Onder hen premier Jean Castex, superminster voor Economie en Financiën Bruno Le Maire en de minister van Binnenlandse Zaken Gérald Darmanin. Beide ministers drukken zeer sterk hun stempel op het regeringsbeleid.
Hij sluit ook aan bij Sarkozy’s ideeën inzake “la sécurité”, slecht vertaald als “de veiligheid”. Want het gaat niet om de veiligheid van de burgers, niet om de “sécurité sociale” of sanitaire veiligheid bij voorbeeld, maar om de handhaving van de bestaande orde. Op dat vlak zitten we in Frankrijk in een stroomversnelling. De wetten om die handhaving van de orde een fikse draai te geven, volgen elkaar snel op.
In Parijs betoogden zaterdag, ondanks corona, bijna 20.000 mensen tegen wat ze een zware aanslag op de vrijheden noemen. Volkomen terecht verwezen de betogers naar Orwells “1984”. Die betogers, zeer veel mensen uit de media, protesteerden tegen het wetsvoorstel inzake “sécurité globale” dat in de Nationale Assemblée wordt besproken, vooral dan tegen artikel 24 dat de Assemblée reeds goedkeurde.
Artikel 24
Dat artikel 24 gaat zeer ver. Het verbiedt het maken en verspreiden van beelden waarop politieagenten herkenbaar zijn. Gedaan met professionele of toevallige klokkenluiders die een opname maken van bruut politiegeweld.
Het is duidelijk wat daar de bedoeling van is. Onder Macron zijn er talrijke gevallen geweest waarbij aan de hand van foto’s of videobeelden onwettig geweld van ordehandhavers wordt aangetoond. Een van de eerste schandalen, die rechtstreeks het Elysée troffen, was de zaak Benalla. De krant Le Monde bracht toen het op beelden gebaseerd verhaal hoe Alexandre Benalla, veiligheidsmedewerker van de president, zijn boekje zwaar gewelddadig te buiten ging. Het Elysée deed er alles aan om deze affaire van zich af te schudden.
Begin dit jaar was er de affaire Cédric Chouviat. Deze besteller werd in Parijs op zijn scooter door de politie geïnterpelleerd, viel op de grond en werd in een wurggreep gehouden. Hij overleed enkele uren later. Beelden genomen met een smartphone bevestigen hoe gewelddadig de politie optrad.
De affaire Legay. Op 23 maart 2019 neemt de 73-jarige Geneviève Legay activiste van Attac in Nice deel aan een vreedzame manifestatie van de ‘gilets jaunes’. De politiecommissaris geeft ineens bevel te chargeren. Leroy valt op de grond, krijgt een klap van een wapenstok en is er erg aan toe. Beelden bewijzen de toedracht.
En dan was er het brutale geweld maandenlang tegen de ‘gilets jaunes’, zoveel mogelijk zorgvuldig bijgehouden door journalist David Dufresne in zijn ‘Allô Place Beauvau, c’est pour un bilan’ (Binnenlandse Zaken zit op dat adres).
Omertà
Met artikel 24 worden al die getuigenissen onwettig. Trouwens, nog eer die veiligheidswet is goedgekeurd, passen ze hem al toe. Op 17 november was er in Parijs een betoging tegen het wetsvoorstel. De politie heeft journalisten gewoon belet hun werk te doen, verscheidene werden opgepakt, een journalist werd zelfs 12 uur vastgehouden. Minister Darmanin goot wat olie op het vuur: de persmensen zouden vooraf overleg moeten plegen met de overheid eer ze verslag brengen over een manifestatie.
Het is zo klaar als een klontje waar Macron en Darmanin naartoe willen: kritiek op hun ordehandhaving het zwijgen opleggen. Met de coronacrisis en ‘le confinement’ lijkt het ogenblik erg geschikt om nu snel enkele wetten erdoor te jagen, straatprotest is immers moeilijker.
VN-kritiek
De president heeft al van bij de start, in 2017, laten blijken dat hij niet opgezet is met onafhankelijke mediaberichten. Een wet tegen “fake news” waar de overheid veel kanten mee op kan, invallen in perslokalen, dreigementen om bronnen te doen onthullen. Dat alles in het kader van steeds meer accent op “la sécurité”.
Macrons plannen hebben zelfs het VN- Hoge Commissariaat voor Mensenrechten aan het werk gezet. In een rapport van 7 bladzijden wordt gesproken van “ernstige bedreigingen voor de mensenrechten en fundamentele vrijheden”. Het publiek heeft recht op informatie, ook met beelden en opnames, over tussenkomsten van de politie, dat maakt deel uit van democratische controle, aldus deze VN-instantie.
Die heeft het ook over andere aspecten van die wet: aantasting van het privéleven, beknotting van het betogingsrecht en van de vrijheid van meningsuiting… Dat heeft onder meer betrekking op het inzetten van drones en camera’s van agenten om manifestanten te filmen.
Rechts rechts
Het doet erg denken aan de campagne van Sarkozy in 2012 die toen ook alles op veiligheid en Franse identiteit zette om toch zoveel mogelijk uiterst-rechtse kiezers te winnen. Het heeft nog bijna gewerkt ook.
Macron heeft de blik star gericht op de presidentsverkiezingen van 2022. Hij beseft dat hij op geen linkse kiezers zal moeten rekenen, die hebben met zijn pensioenhervorming, zijn fiscaal beleid voor de rijken enz. al lang afgehaakt. Pogingen om groene kiezers te lokken, werken niet. Hij wil dus zoveel mogelijk rechtse kiezers binnendoen, in zoverre dat er bij de rechtse LR wel meerdere zijn die vinden dat ze moeten overwegen Macron te steunen. Want met Macron is er geen andere rechtse kandidaat nodig.
Dit artikel verscheen oorspronkelijk op Uitpers.