De Mexicaanse president Andrés Manuel López Obrador (AMLO), een centrumlinkse populist die nog maar zes maanden in functie is, staat onder enorme druk van de Verenigde Staten – en hij geeft toe.
Trump eist dat de regering van AMLO meer doet om de stroom Midden-Amerikaanse migranten, die op de vlucht voor armoede en geweld in hun eigen land door Mexico trekken om asiel aan te vragen in de Verenigde Staten, te stoppen. Trump dreigt de Mexicaanse regering met een importtarief van 5 procent dat mogelijk oploopt tot 25%. Een dergelijk tarief zou verwoestend zijn voor de Mexicaanse economie, en in feite ook voor de Amerikaanse economie.
De dreiging van Trump om de tarieven te verhogen, heeft de Republikeinse Partij ertoe gebracht om steviger stelling te nemen tegen de Republikeinse president dan tot nu toe, terwijl Amerikaanse industriëlen, vooral CEO’s van de auto-industrie, zich ook tegen het tarief hebben verzet. Maar toch heeft Trump geweigerd om zijn beleid te herzien, zonder twijfel om aan een deel van zijn achterban (witte arbeiders) zijn stijd met AMLO te laten zien als demonstratie van zijn toezegging om Amerikaanse banen tegen buitenlandse arbeiders te beschermen. Vicepresident Pence spreekt nu met de Mexicaanse minister van buitenlandse zaken Marcelo Ebrard in een poging om een akkoord te bereiken onder de voorwaarden van Trump. Trump wil dat Mexico asielzoekers op Mexicaans grondgebied vasthoudt, terwijl de VS hun asielverzoeken behandelt.
Terwijl AMLO met sympathie spreekt over Midden-Amerikanen die ‘migreren uit noodzaak, vanwege honger, armoede en geweld’ en zei dat zijn regering geen geweld zal gebruiken, zijn de politie en het leger langs de zuidelijke grens van Mexico gemobiliseerd en zijn leidende figuren van de migratiebeweging gearresteerd. Op 6 juni riep AMLO op een persconferentie alle Mexicaanse politieke leiders, overheidsambtenaren, kerkleiders, bedrijfsleiders en de Mexicanen in het algemeen op zich op zaterdag 8 juni in Tijuana bij hem aan te sluiten voor een demonstratie voor nationale eenheid.
Populistische politiek – ambivalent beleid
Het Mexicaanse volk walgt van de corruptie van de historische regeringspartij van Mexico, de Institutioneel Revolutionaire Partij (PRI) en de conservatieve Nationale Actie Partij (PAN), en stemde een jaar geleden voor verandering. AMLO won de presidentsverkiezingen van 1 juli 2018 in 31 van de 32 staten met in totaal 53 procent van de stemmen. Het was een politieke aardverschuiving.
De politieke partij die hij heeft opgericht en leidt, de Beweging van National Herstel (MORENA), won ook een meerderheid in de Senaat en een grote meerderheid in het Lagerhuis, wat een volledige breuk betekent met de recente politieke geschiedenis van Mexico. Kort na zijn aantreden bereikte de populariteit van de AMLO een waardering van een verbazingwekkende 85 procent en hij blijft ongelooflijk populair met een waardering van zo’n 80%. Hij aanvaardde zijn functie met de belofte om de democratie te herstellen, een einde te maken aan de corruptie en het leven van de Mexicaanse bevolking te verbeteren. Maar is hij werkelijk van plan dit te doen? En zal hij in staat zijn om dat te doen?
Sinds zijn aantreden heeft hij een beleid gevoerd dat in het beste geval ambivalent is en in het slechtste geval een capitulatie voor de machtige buitenlandse en binnenlandse banken en bedrijven die in Mexico de dienst uitmaken. Zijn pogingen om de belangrijkste problemen van het land – de economie en het criminele geweld – aan te pakken, zijn niet succesvol gebleken, althans niet in deze eerste zes maanden. Hoewel zijn verkiezing progressieve sociale strijd aangemoedigde, zoals onder assemblage-werknemers en de vakbond van de Nationale Autonome Universiteit van Mexico, is er nog geen grote verschuiving van de sociale macht naar de underdogs van het land.
Een vriend van de banken
Zoals The Wall Street Journal onlangs schreef, ‘Mexico’s linkse president komt naar voren als een onwaarschijnlijke vriend van de grote banken’. Hij vergadert regelmatig met bankiers en hij roept op tot vermindering van regelgeving voor banken, terwijl hij samenwerkt met de banken om de tarieven voor de klanten te verlagen. Veel Mexicaanse banken, waaronder Amerikaanse banken zoals Citigroup, zijn in buitenlandse handen. In een recente toespraak voor bankiers zei hij dat de banken zichzelf moeten reguleren, zoals de pers zichzelf reguleert. De bankiers applaudisseerden.
Terwijl AMLO de banken bevoordeelt, heeft zijn vriendschap met de financiers tot dusver niet geleid tot enige verbetering in de Mexicaanse economie. Integendeel, de meest recente economische rapporten geven aan dat de Mexicaanse economie in het eerste kwartaal van dit jaar met slechts 1,3 procent is gegroeid, terwijl dit in het vierde kwartaal van vorig jaar nog 1,7 procent was. AMLO had het aanvankelijk over een groei van 4 procent, maar heeft zijn verwachting nu bijgesteld naar 2 procent, hoewel de meeste nationale en internationale financiële instellingen ervan uitgaan dat de groei dit jaar op 1,6 procent uit zal komen.
AMLO is vriendelijk voor financiers, maar die geven niet noodzakelijkerwijs een gunst terug. De kredietbeoordelaars Fitch Ratings en Moody’s verminderden op 5 juni allebei de ratings van de Mexicaanse oliemaatschappij PEMEX. Fitch van BBB+ naar BBB en Moody’s van A3 naar negatief. Zij deden dit omdat zij geloven dat de regering van AMLO geen geld heeft om haar plan om het bedrijf te reorganiseren uit te voeren. De verandering in de classificaties betekent dat het voor Mexico duurder wordt om geld te lenen.
Geweld gaat door – en verergert
Sinds de voormalige Mexicaanse president Felipe Calderón in 2006 de Mexicaanse drugsoorlog in gang zette, zijn er zo’n 200.000 Mexicanen gedood en tienduizenden anderen verdwenen – in totaal een kwart miljoen mensen – en bijna elke dag struikelt er iemand over een voorheen onontdekt massagraf. Duizenden vrouwen zijn gedood, zoveel dat de systematische en wijdverbreide moord op vrouwen een eigen naam heeft gekregen, ‘femicide’. Er zijn veel Midden-Amerikaanse migranten onder de slachtoffers. AMLO zei onlangs dat het geweld onder controle was en dat er minder moorden zijn gepleegd, maar in feite vielen er in 2018 zo’n 33.000 doden en in de eerste drie maanden van 2019 werden er nog eens 8.493 mensen vermoord, een toename van 9,6%.
Het plan van AMLO om het geweld aan te pakken met een nieuwe Nationale Garde, is in mei door het Mexicaanse Congres goedgekeurd. De Nationale Garde zal in eerste instantie 50.000 leden tellen. Dat aantal zal binnen ongeveer een jaar tot 80.000 oplopen. De meesten zullen gerekruteerd worden uit de federale politie, het leger en de marine. Ze zullen grotere politiebevoegdheden hebben en zwaar bewapend zijn.
Waarom deze nieuwe politiemacht – vooral samengesteld uit andere strijdkrachten – anders zou zijn dan andere Mexicaanse korpsen is onduidelijk. Sinds de drugsoorlog die in 2006 begon, heeft het Mexicaanse leger volgens Mexicaanse en internationale mensenrechtenorganisaties veel mensenrechtenschendingen begaan, waaronder buitengerechtelijke executies. De Mexicaanse politie is berucht om het systematisch martelen van verdachten, berovingen, ontvoeringen en moorden.
Geweld tegen migranten
Terwijl AMLO sprak over sympathie en solidariteit van Mexico met migranten, neemt zijn regering een hardere houding aan tegen migranten in Mexico zonder papieren, mobiliseerde ze zowel de politie als het leger om migranten aan de Mexicaanse grens tegen te houden en arresteerde ze leiders van migrantenbewegingen. De regering van AMLO heeft de arrestatie van migranten verdrievoudigd – in mei werden15.654 migranten gedeporteerd – wat zal leiden tot een jaarlijks totaal van ongeveer 800.000 mensen.
Op 5 juni werden Midden-Amerikaanse migranten die de grens wilden oversteken, tegengehouden door zowel de politie als militairen die hun de toegang blokkeerden. En op 6 juni gaven de Mexicaanse autoriteiten toestemming voor de arrestatie van twee hoofdrolspelers in de migrantenkaravaanbeweging, Ireneo Mujica van Pueblos sin Fronteras en Cristobal Sanchez die een migrantenkaravaan leidde.
Het repressieve beleid van de regering van AMLO ten aanzien van migranten is ingegeven door de wens om de dreigementen van Trump te stoppen. Dat doet hij door te laten zien dat hij bereid is om het werk voor Trump te doen. AMLO mag dan wel oprecht van bovenaf het beste progressieve beleid willen voeren ten gunste van degenen die aan de onderkant staan, maar hij gelooft dat hij tijd moet winnen door Mexicaanse en buitenlandse bankiers en de Amerikaanse regering te paaien. Zijn hervormingsstrategie is een riskante strategie die het risico met zich meebrengt dat hij de nationale soevereiniteit van zijn land en zijn humanitaire idealen opgeeft, zelfs als hij er niet in slaagt om zijn hervormingen uit te voeren.
Dit artikel verscheen oorspronkelijk op New Politics. Nederlandse vertaling: redactie Grenzeloos.