We publiceerden eerder al een aantal kritische beschouwingen bij de resultaten van COP26 in Glasgow. (1)Zie Daniel Tanuro, De neoliberale zwendel van Glasgow, Herman Michiel, Een alternatief voor het neoliberaal klimaatbeleid en Elmar Van den Berg, Net zero is een lege huls. Als bijdrage tot het debat publiceren we hieronder ook een artikel van onze Engelse kameraad Alan Thornett.
Na COP26 in Glasgow: bouw aan de wereldwijde beweging
Wat is er gebeurd in Glasgow – en hoe gaan we nu verder, een alternatieve kijk op COP26, met hoop in plaats van pessimisme.
Veel radicaal linkse mensen hebben geconcludeerd dat Glasgow een regelrechte ramp was. Dat COP dood is. Dat de maximum temperatuurstijging van 1,5°C een dode letter is. Dat alle winst die in Glasgow is geboekt greenwashing is. Dat het tijd is om ons niet langer te richten op het COP-proces en onze eigen onafhankelijke koers uit te stippelen. Er wordt zelfs beweerd dat het stellen van eisen aan het COP-proces (of aan andere kapitalistische instellingen) principieel verkeerd is omdat het ons medeplichtig maakt aan hun misdaden en mislukkingen.
Ik ben het daar allemaal niet mee eens. Het is zeker waar dat Glasgow er niet in geslaagd is de catastrofale klimaatverandering een halt toe te roepen – en met een enorme marge. Het is ook waar dat het tempo van de crisis nog steeds toeneemt met branden, overstromingen, droogtes en orkanen die steeds verwoestender worden en dat de in Glasgow toegezegde Nationaal Vastgestelde Bijdragen (NDC’s) een temperatuurstijging niet van 1,5°C maar 2,4°C zouden opleveren – wat terugkoppelingsprocessen op gang zou brengen die de klimaatcrisis uit de hand zouden doen lopen.
Terugtrekking uit het COP-proces, zoals hierboven betoogd, zou echter een grote vergissing zijn. Hoewel we allemaal verantwoordelijk zijn voor onze eigen ecologische impact, zijn alleen regeringen in staat om de grote structurele veranderingen door te voeren die nodig zijn om binnen de beschikbare tijd af te stappen van fossiele energie. Evenmin kunnen we de massabeweging opbouwen die nodig is om hen daartoe te dwingen als we het belangrijkste mondiale forum negeren waarin ze kunnen worden betrokken – en dat de belangrijkste motor is van het mondiale publieke bewustzijn over deze kwestie.
Een proces van strijd
We bevinden ons in een proces van strijd en niet in één enkele gebeurtenis – hoe belangrijk dergelijke gebeurtenissen ook zijn. Glasgow zou nooit een einde maken aan het kapitalisme, of de opwarming van de aarde in één klap stoppen. De vraag was altijd hoeveel vooruitgang er geboekt kon worden en hoe die gebruikt kon worden om de beweging naar de volgende fase te brengen.
Clive Lewis, Labourparlementslid, klimaatcampagnevoerder en voormalig lid van het schaduwkabinet van Jeremy Corbyn, zegt op de podcast Unbreak the Planet van London Economic ook dat er positieve punten waren in Glasgow, maar dat het een keerpunt in de strijd zou kunnen zijn. De COP van Glasgow, zei hij, was ’triest’ en een ‘mislukking’ als je het ‘door een conventionele bril’ bekijkt. Maar hij voegde eraan toe: ‘Als het gaat om de klimaatbeweging, om te begrijpen waar het Zuiden staat in deze strijd, om de behoefte aan solidariteit tussen verschillende groepen – niet alleen diegenen die strijden tegen klimaatproblemen – denk ik dat het een potentieel keerpunt was.’
In 2009 was de COP in Kopenhagen diep verdeeld over de fundamentele vraag of de opwarming van de aarde antropogeen [door de mens veroorzaakt] is – waardoor de klimaatontkenners de conferentie konden splijten en de beweging bijna vijf jaar terugzetten. Ze dook pas weer op in de aanloop naar COP21 in Parijs in 2015.
In Parijs waren de klimaatontkenners gemarginaliseerd en werd de antropogene aard van de crisis vastgesteld. De strijd ging nu tussen de VN-organisatoren, die een temperatuurlimiet van ‘ver onder’ 2°C voorstelden en de High Ambition Coalition – de landen die op het punt staan onder water te verdwijnen – die een limiet van 1,5°C eisen als het enige cijfer dat hen enige vorm van toekomst zou bieden. ‘1,5 om in leven te blijven’, zoals zij het noemden. Het eindigde vrijblijvend. Het hoofddoel zou ‘ruim onder 2°C’ zijn, met 1,5°C erbij als ‘streefdoel’.
Twee jaar later, toen de opwarming van de aarde steeds sneller verliep, nam het IPCC de limiet van 1,5°C aan in de vorm van zijn speciaal verslag over de opwarming van de aarde. Het waarschuwde ook dat we nu nog maar 12 jaar hadden om er iets aan te doen, aangezien 1,5°C al in 2030 zou kunnen worden bereikt.
Glasgow
In Glasgow dit jaar was de 1,5°C-limiet al officieel VN-beleid, waarbij de discussie zich toespitste op de vraag hoe die te bereiken in termen van versterkte NDC’s. Net als in Parijs was het een strijd tussen de landen die het meest vastbesloten zijn om vast te houden aan fossiele brandstoffen en de landen die te maken krijgen met de grootste gevolgen daarvan. Veel afgevaardigden waren vastbesloten om de 1,5°C te verdedigen tegen degenen die erop uit zijn om dit beginsel om zeep te helpen.
Er werden ook andere belangrijke resultaten geboekt. De rol van de grote uitstoters van CO2 – steenkool, olie en gas, die de planeet in een steeds hoger tempo om zeep helpen – werd voor het eerst onder ogen gezien. In Parijs werden deze brandstoffen niet eens bij naam genoemd. In Glasgow werden ze voorgesteld als de belangrijkste oorzaak van de opwarming van de aarde en een existentiële bedreiging voor de toekomst van de planeet.
Steenkool – verantwoordelijk voor 40% van de mondiale CO2-uitstoot – werd eruit gelicht met een voorstel om het gebruik ervan voor de opwekking van elektriciteit tegen 2050 geleidelijk af te schaffen, samen met de subsidies ervoor. Dit voorstel stuitte (zoals te verwachten was) op hevig verzet van de grote kolen- en olieproducenten en -gebruikers, die hun toekomst op het spel zagen staan, in een verhit debat dat de conferentie tot in het weekend deed uitlopen. Dit voorstel werd echter drastisch afgezwakt door een interventie op het laatste moment van China en India, waarbij ‘uitfaseren’ werd veranderd in ‘afbouwen’. Het besluit, dat aan het eind van de conferentie als een harde klap kwam, zorgde er (bizar genoeg) voor dat de Britse Tory-minister Alok Sharma, die de vergadering voorzat, zijn tranen moest bedwingen.
Dit besluit mag echter, zelfs in zijn afgezwakte vorm, niet worden onderschat. Het uitroepen van deze brandstoffen, die 100 jaar lang de wereldwijde energieopwekking hebben gedomineerd, tot de belangrijkste bedreiging voor de toekomst van de planeet is een scharniermoment – ondanks de tijdschaal en de dubbelzinnigheid ervan. Het staat vast dat deze brandstoffen op de tocht staan. Het maakt investeringen erin steeds onzekerder en acties ertegen door klimaatactivisten waarschijnlijker.
Dat werd – op dramatische wijze – slechts twee weken later aangetoond, met het besluit van Shell om zich terug te trekken uit het controversiële Cambo-olieveldproject bij de Shetland-eilanden in Schotland. Dit was een rechtstreeks gevolg van het besluit van Glasgow, waardoor het hele project op de lange baan werd geschoven en het is onwaarschijnlijk dat het zal worden hervat. Het is een klinkende overwinning voor de klimaatbeweging en de Stop Cambo-campagne, die de hele tijd buiten de COP-locatie had gedemonstreerd. Shell geeft toe dat het besluit van de COP een rol heeft gespeeld, samen met de technische complexiteit van het project gezien de 1.000 meter zeediepte ter plekke.
De terugtrekking van Shell weerspiegelt het besluit van de afgelopen jaren (dat nu in Glasgow is bekrachtigd) om tegen 2035 geen auto’s op fossiele brandstoffen meer te produceren, maar over te schakelen op elektrische energie. Dat was ook een grote klap voor de petrochemische industrie, die momenteel 1,5 miljard liter brandstof per dag levert aan auto’s die op fossiele brandstoffen rijden. Zodra het besluit was genomen, nam de productie van auto’s op fossiele brandstoffen af omdat de industrie de commerciële realiteit erkende en de omschakeling omarmde. Soms kan de logica van het kapitalisme in een progressief voordeel werken.
In Australië hebben twee klimaatactivisten, kort na de afsluiting van COP26, onder de vlag van Blockade Australia, ’s werelds grootste kolenhaven stilgelegd door in de haven van Newcastle bovenop machines te klimmen en op een noodveiligheidsknop te drukken, waardoor de uitvoer van kolen tot stilstand kwam. Anderen hebben kolentreinen tot stilstand gebracht en belangrijke knelpunten geblokkeerd in de steenkoolvoorzieningsketen in de Hunter-regio, die goed is voor miljarden dollars.
Het tijdschema dat de elites voor ogen hebben, is natuurlijk volstrekt niet afgestemd op de realiteit van de crisis. Dat moet voortdurend door de beweging zelf worden betwist in de loop van de strijd, aangedreven door de crisis zelf naarmate deze zich verscherpt.
Andere beslissingen
Er is 356 miljoen dollar per jaar toegezegd aan het VN-aanpassingsfonds om verarmde landen te helpen zich aan te passen aan de opwarming van de aarde en de klimaatverandering te bestrijden. Dat is zowel ontoereikend als precair, aangezien in Parijs een soortgelijke toezegging werd gedaan, maar het uitgekeerde bedrag ver achterbleef bij het toegezegde bedrag.
Er waren ook nevenafspraken tussen de lidstaten. Meer dan 100 landen sloten zich aan bij een belofte om de uitstoot van methaan tegen 2030 met 30% te verminderen. Methaan is een krachtig broeikasgas dat voornamelijk afkomstig is van vuilnisbelten, vee en lekkende olie- en gasbronnen. Hoewel dit een belangrijk initiatief was, werd het cruciale probleem van de geïndustrialiseerde vlees- en zuivelsectoren niet aangepakt en hebben de belangrijkste uitstoters, waaronder China, Rusland en India, zich niet aangesloten.
Nog eens 100 regeringen ondertekenden een vrijwillige overeenkomst die beloofde een einde te maken aan de ontbossing en de rechten van de inheemse bevolking te beschermen. Hoe cruciaal dit onderwerp ook is, het moet wel een van de meest inhoudsloze beloften van de hele conferentie zijn, want zelfs Bolsonaro voelde zich op zijn gemak bij het ondertekenen ervan. Er was geen teken van enig voorstel om deze beloften, die erg lijken op een belofte uit 2014 die absoluut niets deed om de ontbossing af te remmen, daadwerkelijk na te komen.
Het meest schandalige besluit dat werd genomen, was de steun die werd gegeven aan CO2-compensatie en aan de handel in emissierechten – dat wil zeggen vergunningen om te vervuilen – en aan CO2 –afvang en -opslag, een technologie die niet bestaat als bruikbare technologie gezien de gigantische hoeveelheid CO2 die zou moeten worden opgeslagen.
Aan het eind van de COP werd besloten alle landen op te roepen nieuwe en strengere NDC’s in te dienen vóór COP27, die volgend jaar in Egypte zal plaatsvinden en daarna elk jaar. Dat is een grote verbetering ten opzichte van de vijfjarencyclus die in Parijs is afgesproken.
De kern van het probleem in Glasgow was dat, hoewel er meer druk op deze COP werd uitgeoefend dan ooit tevoren, de elites niet bereid waren het soort oorlogsvoering aan te nemen dat nodig is om zelfs hun eigen doelstellingen te verwezenlijken. Dit punt werd tijdens de opening van COP26 op krachtige (en bizarre) wijze naar voren gebracht door de erfgenaam van de Britse troon. Misschien zullen ze dit op een bepaald moment moeten doen, maar wij moeten ervoor zorgen dat het niet te laat is en dat het binnen een sociaal rechtvaardig kader gebeurt.
De vervuilers laten betalen
Een enorm zwak punt van Glasgow, dat zelfs nooit op de agenda heeft gestaan, was natuurlijk de vraag hoe de afzonderlijke landen de toezeggingen die ze hebben gedaan, moeten nakomen. Met andere woorden, wat zijn hun exitstrategieën voor fossiele energie en hoe gaan ze die op een sociaal aanvaardbare manier uitvoeren? Velen zijn ongetwijfeld al bezig met het plannen van de compensaties die ze zullen gebruiken om er onderuit te komen. Dit is een controversieel onderwerp voor radicaal links en het moet centraal staan in het debat over de aanpak van de COP27 in Caïro volgend jaar.
De sleutel daartoe is volgens mij het veel duurder maken van fossiele brandstoffen dan hernieuwbare energie, en wel met middelen die sociaal rechtvaardig zijn, die grote hoeveelheden rijkdom van de rijken naar de armen herverdelen, die in de beschikbare tijd een grote emissiereductie kunnen bewerkstelligen en die (cruciaal) op steun van de bevolking kunnen rekenen. Dit betekent dat de vervuilers zwaar moeten worden belast, zowel om de uitstoot te verminderen als om ervoor te zorgen dat de vervuilers de overgang naar duurzame energie financieren.
Een voorstel dat in dit verband op tafel ligt, is het voorstel van James Hansen inzake vergoedingen en dividenden. Het biedt een kader voor zeer grote emissiereducties, hier en nu, zolang het kapitalisme bestaat en op basis van een grote overdracht van rijkdom van de rijken naar de armen om het voort te stuwen. Het zou gepaard moeten gaan met een grootscheeps programma voor de productie van hernieuwbare energie om te voldoen aan de vraag die de stimuleringsmaatregelen zouden creëren. Het zou ook een omvangrijk programma van energiebehoud vereisen, een sterke vermindering van het gebruik van de interne verbrandingsmotor, de afschaffing van de fabrieksmatige landbouw en een sterke vermindering van de vleesconsumptie.
Opbouw van de beweging
Het belangrijkste resultaat van Glasgow is de versterking van de beweging voor klimaatrechtvaardigheid zelf. Voor het eerst is de beweging sterker uit een COP-conferentie tevoorschijn gekomen dan ze erin ging. Dat kwam tot uiting in de jonge activisten op straat die voortdurend druk uitoefenden op de gang van zaken binnen de conferentie, net als de vele delegaties uit het zuiden van de wereld en vele inheemse gemeenschappen – onder meer uit de regenwouden van het Amazonegebied. De hoofddemonstratie in Glasgow telde 150.000 deelnemers, de grootste klimaatdemonstratie die ooit in het Verenigd Koninkrijk is gehouden.
Dat kwam ook tot uiting in het voorbeeldige werk dat de COP26-coalitie de afgelopen twee jaar heeft verricht en de evenementen die ze rond de COP heeft georganiseerd, met name de wereldwijde actiedag op 6 november en de driedaagse Top van Volkeren voor Klimaatrechtvaardigheid, die op 7 november plaatsvond en een wereldwijd evenement was.
Het effect van de COP van Glasgow, in termen van mondiale bewustwording, samen met de toenemende impact van de crisis zelf, is veel groter geweest dan bij enige voorgaande COP. Dat heeft de mogelijkheid geopend van een nieuwe fase in de ontwikkeling van de wereldbeweging zelf. Dat is belangrijk omdat de toekomst van de planeet uiteindelijk zal worden bepaald door de kracht van de massabeweging en niet door het COP-proces.
We hebben daarom een beweging nodig die het breedst mogelijke spectrum van strijd omvat, van de inheemse volkeren tot de jonge schoolstakers die de afgelopen twee jaar zo inspirerend zijn geweest. Van de activisten van Extinction Rebellion die zo’n belangrijke rol hebben gespeeld in de radicalisering van de beweging in de aanloop naar Glasgow tot de radicalisering van het publieke bewustzijn. Een beweging die te groot zou zijn om socialistisch van karakter te zijn, maar die wel een sterke stroming van socialisten in zich heeft, met een duidelijke strategische lijn.
Ze moet ook de radicalere Groene Partijen in zich opnemen. De grote ngo’s zoals Friends of the Earth, Greenpeace, Avaaz en 38 Degrees, die een krachtig mobiliserend vermogen hebben, zijn de afgelopen jaren geradicaliseerd en hebben zich in Glasgow positiever uitgelaten dan velen op socialistisch links.
Greenpeace, bijvoorbeeld, zei het volgende in zijn beoordeling van Glasgow: ‘Het is belangrijk om eerlijk te zijn over deze situatie. Maar het is ook belangrijk om niet te vergeten voor hoeveel we nog moeten vechten. Er is geen enkel moment waarop het ’te laat’ is om iets aan de klimaatverandering te doen; er zijn geen eindpunten waarop we geen betere weg meer kunnen kiezen. Elk sprankje hoop, elke centimeter vooruitgang in Glasgow is te danken aan de niet-aflatende druk van activisten en actievoerders, vooral van diegenen die in de frontlinie van de crisis staan. Dat is altijd zo geweest en zal altijd zo blijven.’
Gedeeltelijke successen en overwinningen
Er is een toenemende tendens bij radicaal links om de waarde van gedeeltelijke overwinningen die door de beweging zijn behaald, te ontkennen. Dat is zelfs het geval met de overwinning op het Cambo-olieveld, waar sommigen ter linkerzijde hebben aangevoerd dat Glasgow er niets mee te maken had of dat het een irrelevante druppel op een gloeiende plaat is. Ik vermoed dat dit komt omdat het wordt gezien als reformistisch of omdat het niet ver genoeg gaat om het kapitalisme af te schaffen – wat inderdaad het geval is.
Dat is een probleem. We kunnen geen beweging opbouwen als we de beweging haar – al dan niet gedeeltelijke – overwinningen ontzeggen. Hoewel gedeeltelijke overwinningen op zich de klimaatverandering niet tot staan zullen brengen, zijn ze vanwege hun overgangskarakter wel essentieel voor de opbouw van een beweging die dat wel kan. Op geen enkel ander terrein van de strijd – vakbonden, antiracisme of mensenrechten bijvoorbeeld – worden gedeeltelijke overwinningen op deze manier afgedaan. Evenmin zijn alle hervormingen ‘reformistisch’. Gedeeltelijke overwinningen leiden de beweging naar steeds substantiëlere overwinningen en naar een uiteindelijke antikapitalistische oplossing.
Zelfs Greta Thunberg – die met haar Fridays for the Future-beweging een belangrijke rol heeft gespeeld in de bevordering en radicalisering van de milieustrijd tussen Parijs en Glasgow – heeft zich hieraan bezondigd. Aan het eind van COP26 tweette ze: ‘Tenzij we onmiddellijke, drastische, ongekende, jaarlijkse emissiereducties bij de bron bereiken, betekent dat dat we falen als het gaat om deze klimaatcrisis. ‘Kleine stapjes in de goede richting’, ‘een beetje vooruitgang boeken’ of ‘langzaam winnen’ staat gelijk aan verliezen.’
We moeten natuurlijk bereiken wat Greta zegt. Maar het idee dat concessies die kort voor dat doel worden gedaan een belemmering zijn, in plaats van bouwstenen om dat doel te bereiken, is verkeerd. Er zijn momenten waarop ‘blah, blah, blah’ de juiste kritiek is. Er zijn ook momenten om te erkennen dat er winst is geboekt en daarop voort te bouwen.
Strategische keuzes
Als de beweging zich in dit stadium zou terugtrekken uit de COP, zou dat volgens mij een grote ultra-linkse vergissing zijn.
Hoewel de COP-conferenties slechts één aspect van de milieustrijd vormen, zijn ze belangrijk omdat ze ons de kans geven de elites voor een wereldwijd publiek te confronteren en de beweging in het proces op te bouwen. In feite zou het de elites in de kaart spelen. Ze zouden niets liever willen dan naar de COP-conferenties te kunnen gaan zonder dat er iemand op straat is die eisen aan hen stelt. Het zou ons ook de gedeeltelijke overwinningen ontzeggen die mogelijk zijn op dergelijke evenementen.
Alle vooruitgang die tijdens het COP-proces is geboekt, is te danken aan de druk van de beweging – met name de massale strijd in het Zuiden. De beweging voor klimaatrechtvaardigheid neemt deze conferenties terecht serieus en stelt er eisen aan ter verdediging van de toekomst van de planeet.
Evenzo is het veel door radicaal links gehuldigde idee dat de opwarming van de aarde kan worden gestopt door een wereldwijde socialistische revolutie – en wel binnen 10 jaar, want dat is de tijdschaal waarover we beschikken – uiterst illusoir. Het gaat voorbij aan het huidige ongunstige mondiale machtsevenwicht en bewustzijnsniveau en gokt op de toekomst van de planeet met een scenario dat zo ver weg is dat het aan het begin van de jaren 2020 als een rationele strategische benadering kan worden afgeschreven.
Als zo’n revolutie plaatsvindt, kunnen we die volledig omarmen. Ondertussen kan het socialisme niet worden opgebouwd op een dode planeet. Dat betekent dat we het kapitalisme moeten dwingen – zo nodig schoppend en gillend – om de veranderingen door te voeren die nodig zijn om de planeet te redden, inclusief een volledige overgang naar hernieuwbare energie. Er zijn geen kortere wegen.
Deze aanpak biedt ook de beste voorwaarden om zowel de CO2 –uitstoot snel te verminderen als om een massabeweging op te bouwen die in staat is om het kapitalisme zelf uit te dagen, als de gelegenheid zich voordoet. Als we niet in staat zijn een beweging op te bouwen die in staat is het kapitalisme te dwingen zulke structurele veranderingen door te voeren, hoe kunnen we er dan een opbouwen die in staat is haar onteigening met revolutionaire middelen te bewerkstelligen?
Dit artikel verscheen oorspronkelijk op Anti Capitalist Resistance. Nederlandse vertaling: redactie Grenzeloos.
Voetnoten
↑1 | Zie Daniel Tanuro, De neoliberale zwendel van Glasgow, Herman Michiel, Een alternatief voor het neoliberaal klimaatbeleid en Elmar Van den Berg, Net zero is een lege huls. |
---|