Het bureau van de Vierde Internationale nam onderstaande verklaring aan na de Europese verkiezingen van 26 mei.
De Europese Unie is erin geslaagd om de bankencrisis voorlopig in te dammen en een jaarlijkse groei van 2 procent te handhaven, maar dat is bereikt ten koste van de handhaving van een hoge totale schuldenlast van 86 procent, die als basis dient voor de structurele aanpassingsplannen in verschillende landen. Dit beleid is een aanval op de sociale zekerheid en de arbeidswetgeving en heeft de kloof tussen de lonen en de levensomstandigheden van de arbeidersklasse in de Unie nog groter gemaakt. Veel landen in het zuiden en oosten van de EU hebben de afgelopen tien jaar een ware uittocht van hun jeugd meegemaakt.
De EU-blokkade van emigranten uit Afrika en het Midden-Oosten heeft de afgelopen vijf jaar in het Middellandse Zeegebied meer dan 17.000 doden geëist. De EU blijft haar neokoloniale beleid ten aanzien van de Afrikaanse bevolking voortzetten, met name door de controle van de Europese Centrale Bank samen met de Afrikaanse Financiële Gemeenschap (CFA) van de CFA-Franc en de overeenkomsten van de EU met Afrika, het Caraïbisch Gebied en het gebied rond de Stille Oceaan (ACS-EU).
Geconfronteerd met de sociale woede die deze situatie veroorzaakt, hebben regeringen hun ultraliberale hervormingen gekoppeld aan een sterke staat; ze hebben de democratische rechten beperkt en de veiligheidswetgeving versterkt; waarbij ze terroristische dreiging of controle van migranten als voorwendsel gebruiken.
In deze context weerspiegelen de resultaten van de recente Europese verkiezingen verschillende aspecten van de politieke situatie in de Europese Unie.
In het algemeen tonen ze een proces van politieke versnippering waarin extreemrechts de meeste vooruitgang lijkt te hebben geboekt.
De traditionele dominante partijen, die deel uitmaken van de Europese Volkspartij (EVP) en de fractie van de Progressieve Alliantie van Socialisten en Democraten (S&D) in het Europees Parlement, hebben een flink verlies geleden, waaruit het toenemende wantrouwen van de Europese burgers jegens deze traditionele partijen blijkt. Deze achteruitgang wordt slechts gedeeltelijk gecompenseerd door de opkomst van nieuwe pro-Europese centrumrechtse-liberale partijen in de ALDE-Fractie (Alliantie van Liberalen en Democraten voor Europa), zoals het Spaanse Ciudadanos, de Britse Liberaal-Democraten en in Frankrijk de En Marche-beweging van Macron).
De groene partijen hebben een belangrijke winst geboekt en hebben de meeste zetels ooit gekregen. Dit weerspiegelt deels een toenemend milieubewustzijn in heel Europa, zoals ook blijkt uit wat er in sommige mainstream partijen gebeurt. De recente sociale bewegingen in Europa, in het bijzonder jongeren tegen klimaatverandering en het belang van de mobilisaties van de FridayForFuture-demonstraties, tonen aan dat dit steeds meer een centraal politiek thema wordt. Helaas richten de meeste groene partijen die op deze trend reageren, dit veranderende bewustzijn op het beleid van het beheer binnen de neoliberale beleidslijnen en instellingen, waarbij de Duitse Groenen het duidelijkste voorbeeld zijn.
De linkse partijen, gegroepeerd in de GUE/NGL (Europees Unitair Links/Noords Groen Links), hebben een groot verlies geleden, van 52 naar 38 zetels en zijn de kleinste groep van het parlement geworden.
De algemene tendens is een versterking van de meest reactionaire partijen – met name van extreemrechts dat 78 zetels krijgt – waardoor alle rechtse fracties, zowel conservatieve als nationalistische, polariseren.
Onder leiding van Salvini en Le Pen is extreemrechts in Europa in opkomst. Zonder de macht van grote kapitalistische groepen die verantwoordelijk zijn voor sociale onrechtvaardigheid, onzekerheid en het terugdraaien van de sociale zekerheid in twijfel te trekken, is extreemrechts erin geslaagd om zijn discours over Europese kwesties aan te passen. Na eerst gepleit te hebben voor het verlaten de de EU en de euro, hebben ze besloten om te proberen de EU en de euro van binnenuit te veroveren, bondgenootschappen over het hele continent op te bouwen en de Europese instellingen te provoceren om als uitdagers van de EU-orde op te treden. Zij beperken hun programma in de eerste plaats tot twee kwesties die ze als prioritair beschouwen: migratiestromen en veiligheidskwesties.
Wat deze thema’s betreft, probeert extreemrechts de logica die al door de leiders van de EU en de meeste nationale regeringen wordt toegepast, in extreme mate door te drukken en de ergernis van de arbeidersklasse, die het gevolg is van het bezuinigingsbeleid, om te buigen in de richting van een racistische, nationalistische en islamofobe uitdrukking. In verschillende Europese landen (met name in Italië, Oostenrijk, Slowakije en Bulgarije) waar ze in de laatste jaren in de regering zitten, passen ze zich, ondanks hun demagogische uitlatingen, duidelijk aan het ultraliberale beleid aan.
Bovendien kan traditioneel rechts gemakkelijk door een deur met de Recht en Rechtvaardigheidspartij (De Poolse PiS), in het geval van de Britse conservatieven, met Viktor Orban in het geval van de EVP en met Vox in het geval van de Partido Popular en de Ciudadanos.
Vandaag de dag is er inderdaad sprake van een ‘Orbanisering’ van Europees rechts. Dit geldt ook voor ‘liberale’ partijen zoals En Marche, die zich voordoen als een barrière tegen extreemrechts, maar zelf een ultraliberaal beleid voeren, gekoppeld aan een frontale aanval op democratische rechten en toenemend politiegeweld. Bondgenoot van extreemrechts in de Spaanse staat, Ciudadanos heeft ervoor gekozen om een openlijk rechtse partij te worden, die bereid is om overeenkomsten te sluiten met het extreemrechtse Vox om rechtse meerderheden te kunnen vormen.
De crisis van partijen links van de sociaaldemocratie wijst op verschillende verschijnselen. Tijdens de vorige Europese verkiezingen in 2014, na enkele jaren van massale mobilisatie van het Griekse volk tegen de dictaten van de EU, zou Syriza een beleid tegen de bezuinigingen gaan voeren. Ook Podemos had zich net gevormd in het kielzog van de 15 mei-beweging en de golf van grote sociale bewegingen, en zei dat het op links een breuk met het sociaaldemocratische beleid wilde. Rondom deze twee hoopten tienduizenden activisten in Europa een politiek antwoord te vinden op hun strijd, op mobilisaties tegen sociale, democratische en ecologische noodtoestanden, op de verwerping van discriminatie en op gender-gebaseerd en homofoob geweld, op de opvang van migranten in het licht van racistisch beleid.
De capitulatie van Syriza heeft deze hoop diep geschokt. Podemos is geschokt door interne conflicten en het onvermogen om een goede interne democratische werking tot stand te brengen die in staat is de eenheid te bewaren. De leider Iglesias heeft steeds meer het standpunt ingenomen van een ondergeschikte bondgenoot van de Socialistische Partij. France Insoumise heeft ook voor een charismatisch leiderschap gekozen en is er niet in geslaagd om de grote ontevredenheid van de Gele Hesjes-beweging aan zich te binden. Over het geheel genomen heeft de geloofwaardigheid en het nut van radicaal links geen gelijke tred gehouden met de krachtige sociale bewegingen van de afgelopen jaren. Aan de andere kant zien we het electorale succes van met name het Bloco de Esquerda in Portugal en van de PTB in Wallonië, die hun politieke positie in deze verkiezingen hebben weten te verbeteren.
De Brexit-ramp heeft de noodzaak onderstreept van een project om de Europese Unie, in overeenstemming met de belangen van de arbeidersklasse, uit te dagen. Het referendum van 2016 in het Verenigd Koninkrijk, dat is uitgeroepen in een poging om de reeds lang bestaande kloof tussen de pro-Europese en de pro-Amerikaanse vleugels in de regerende Tory-partij te dichten, heeft geleid tot drie jaar van chaos en crisis, aangezien de regering er niet in is geslaagd een overeenkomst te sluiten. De periode sinds de referendumcampagne van 2016 wordt gekenmerkt door een bonte verzameling van reacties met een toename van aanvallen – zowel in de media als fysiek – op mensen die als migranten worden beschouwd, dat wil zeggen van zwarte, islamitische, Midden-Oosten of Oost-Europese gemeenschappen.
De nieuwe Brexit-partij van Farage, met als enige programmapunt een ‘harde’ of ‘no deal’ Brexit, won de Europese verkiezingen. De steun voor Labour nam af, zowel in het vóór als tégen Brexit kamp en werd bij de Europese verkiezingen ingehaald door de duidelijke ‘Remain’-stem van de liberaal-democraten. Na een uitstel zal Groot-Brittannië op 31 oktober vertrekken – vrijwel zeker zonder akkoord – en het is waarschijnlijk dat alleen algemene verkiezingen en/of een tweede referendum dat kan voorkomen.
De uitdaging voor radicaal links is om geloofwaardig en nuttig te zijn op het gebied van mobilisaties en aanwezig te zijn in campagnes en verkiezingen met politieke eisen als reactie op sociale, democratische en ecologische noodsituaties. Die taak is niet eenvoudig: terwijl extreemrechts zich in het kapitalistische systeem plooit om zijn xenofobe en reactionaire thema’s te ontwikkelen, botst radicaal links, net als de sociale bewegingen waarop ze steunt, met het systeem door politieke eisen naar voren te brengen tegen politieke aanvallen van de heersende klasse en de media die ze controleert. De andere grote taak op dit moment is om massaorganisaties op te bouwen die een democratische en actiegerichte structuur combineren met het vermogen om zich tot de brede massa’s te richten. Hier moeten we leren van zowel de successen als de mislukkingen van de afgelopen jaren.
De dynamiek van internationale mobilisaties tégen geweld tegen vrouwen en discriminatie en vóór het klimaat die in heel Europa plaatsvinden èn de kracht van de mobilisaties zoals de Gele Hesjes in Frankrijk, moeten ons aanzetten om in Europa politieke mobilisaties op te bouwen die in staat zijn om deze sociale eisen af te dwingen en om politieke bewegingen op te bouwen die deze eisen verbinden met een sociaal emancipatieproject, dat rechtstreeks ingaat tegen kapitalistische uitbuiting en onderdrukking.
Nederlandse vertaling: redactie Grenzeloos.