Op 11 april 2020 had Nederland het op vier na hoogste sterftecijfer ter wereld per hoofd van de bevolking wegens Covid-19, met 24.413 bevestigde coronavirusinfecties en 2.643 Covid-19 sterfgevallen in een land met slechts 17 miljoen inwoners. De centrumrechtse premier Mark Rutte reageerde traag op de crisis in eigen land en heeft de harde leningsvoorwaarden aangescherpt voor financiële noodmaatregelen om andere lidstaten in de Europese Unie te helpen.
In dit interview legt Pepijn Brandon uit hoe decennia van neoliberalisme de politieke en economische omstandigheden hebben gecreëerd die Nederland zo kwetsbaar hebben gemaakt voor het coronavirus en hoe een “survival of the fittest” mentaliteit de volksgezondheid in gevaar blijft brengen.
Pepijn Brandon is een Nederlandse sociaal en economisch historicus die gespecialiseerd is in de geschiedenis van het kapitalisme. Hij is de auteur van War, Capital and the Dutch State (1588-1795) – Oorlog, Kapitaal en de Nederlandse Staat (1588-1795). Hij is momenteel in de VS als Erasmusdocent aan de Harvard Universiteit over de geschiedenis en de beschaving van Nederland en Vlaanderen. Dit interview maakt deel uit van de internationale berichtgeving van No Borders News rond de coronacrisis.
No Borders News: Waarom heeft het coronavirus zich zo snel verspreid en waarom is het aantal doden van Covid-19 in Nederland verhoudingsgewijs zo hoog? Hoeveel mensen zijn er gestorven? Wat verwachten deskundigen de komende weken voor wat betreft de snelheid waarmee de besmetting zich zal verspreiden?
Pepijn Brandon: Op dit moment, 11 april 2020, bedraagt het officiële sterftecijfer 2.643. In totaal zijn er 8.386 patiënten met een bewezen Covid-19-infectie opgenomen in een ziekenhuis. Iets minder dan 25.000 mensen zijn positief getest. Gezien de overweldigende aantallen waarmee we vandaag hier in de VS te maken hebben, klinkt dat misschien als niet zo erg, maar je moet wel bedenken dat Nederland een land is met slechts 17 miljoen inwoners.
Ik denk dat we heel voorzichtig moeten zijn met het trekken van conclusies op basis van de deelcijfers die we nu hebben, vooral bij het maken van vergelijkingen tussen landen. Ten eerste zitten we nog midden in de ontwikkelingen. Ook is het duidelijk dat verschillende landen radicaal verschillende benaderingen hebben voor het testen en registreren van sterftecijfers. Het is echter opmerkelijk dat de officiële cijfers die Nederland in beide gevallen presenteert, aan de conservatieve kant zijn.
In tegenstelling tot het advies van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) over “testen, testen, testen” blijft de aanpak in Nederland veel beperkter dan in de meeste andere rijke landen. Het officiële sterftecijfer van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) omvat op zijn beurt alleen degenen die klinisch getest zijn op het coronavirus. Inmiddels heeft het nationale bureau voor de statistiek (CBS) een piek in het aantal sterfgevallen gemeten die veel hoger is dan het officiële cijfer voor het aantal aan het coronavirus gerelateerde sterfgevallen, waarbij dit weekend wordt toegegeven dat het werkelijke sterftecijfer misschien wel twee keer zo hoog is als de cijfers van het RIVM suggereren.
Welke praktische maatregelen heeft uw nationale regering genomen om te reageren op de crisis? Hebben ze verantwoordelijk gehandeld of waren ze onvoorbereid? Kunt u in het kort de maatregelen beschrijven, die uw regering neemt om het virus in te dammen en mensen die besmet zijn met Covid-19 te behandelen? Is er een noodtoestand, zijn scholen gesloten, enz.?
De Nederlandse regering is berucht om haar eerste reactie op de crisis. De eerste 12 gevallen werden in februari ontdekt en medio maart waren er al honderd mensen in het ziekenhuis opgenomen, terwijl er 13 mensen aan de ziekte overleden waren. Toch was de Nederlandse regering tegen die tijd nog steeds voorstander van de controversiële strategie der “groepsimmuniteit”, waarbij scholen en grote delen van de economie open gehouden worden.
Ze begon pas terug te komen op deze strategie toen het aantal geïnfecteerden snel begon te escaleren en koos voor wat is beschreven als een “lockdown light”. Dit omvatte het sluiten van scholen, café’s en restaurants en van niet-essentiële bedrijven, waar persoonlijk contact nodig blijft, met daarnaast het beperken van reizen, maar zonder beperkingen op het reizen in het binnenland of op het bezoeken van openbare plaatsen. Deze beperkingen volgden pas in een later stadium.
Hoe heeft het Nederlandse gezondheidszorgsysteem op de crisis gereageerd? Wat zijn de grootste zwakheden van dit gezondheidszorgsysteem? Wat zijn de sterkste punten?
Het valt niet te ontkennen dat het Nederlandse gezondheidszorgsysteem overweldigd is door de coronacrisis, zodat Nederlandse patiënten naar Duitsland moesten worden vervoerd, waar de capaciteit van de intensieve zorg (IC) groter is. Er is hier sprake van een ernstig geval dat niet alleen te maken heeft met het overheidsbeleid in de huidige crisis, maar ook met de verwoestingen die zijn aangericht door het extreme neoliberalisme van de achtereenvolgende regeringen.
Natuurlijk hadden we de coronacrisis niet nodig om de gevaren te bewijzen van het combineren van marktfundamentalisme met het verlenen van een onmisbare openbare dienst zoals de gezondheidszorg. In oktober 2018 hebben twee grote ziekenhuizen het faillissement aangevraagd. Toen de toenmalige minister van Volksgezondheid Bruins, die behoort tot de centrumrechtse Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD) van premier Mark Rutte, werd gevraagd waarom hij niet bereid was de ziekenhuizen te redden, zoals de Nederlandse regering eerder de banken had gered, door miljarden aan belastinggeld te injecteren, was zijn botte antwoord dat “een ineenstorting van het Nederlandse betalingssysteem niet te vergelijken is met de zorg voor patiënten, dus ga ik daar niet op in.”
Het resultaat was dat de twee ziekenhuizen van de ene op de andere dag een einde maakten aan de noodzakelijke behandeling van patiënten. Vorig jaar kwam een officiële commissie tot de conclusie dat de koude en zakelijke omgang met het faillissement van de ziekenhuizen inderdaad een acuut gevaar voor het leven van de patiënten had opgeleverd.
Het is ongelooflijk dat de Nederlandse regering niet bereid is om deze aanpak op te geven, zelfs niet in het licht van een echte wereldwijde pandemie. Het meest in het oog springend is het gebrek aan testcapaciteit. Tot vorige week hadden zelfs verpleegkundigen en artsen in ziekenhuizen geen toegang tot voldoende tests. Dit werd in eerste instantie aan het publiek gepresenteerd als het natuurlijke gevolg van de snelheid waarmee de crisis zich ontwikkelde, totdat duidelijk werd dat de werkelijke reden was dat bijna alle ziekenhuizen in Nederland voor een essentiële testvloeistof contractueel gebonden waren aan één bepaalde farmaceutische multinational, de Zwitserse onderneming Roche.
Alleen onder grote publieke druk en na veel kostbare tijd te hebben verloren, was de Nederlandse regering bereid druk uit te oefenen op Roche om de methode voor de productie van deze vloeistof openbaar te maken. Zij deed dit tegelijk met de installatie van een speciale task force voor het vergroten van de testcapaciteit onder leiding van Feike Sijbema, voormalig CEO van de Nederlandse gezondheidsmultinational DSM, die onder zijn leiding nauw samenwerkte met Roche. Het is niet moeilijk te voorspellen dat de “oplossingen” die deze task force nu implementeert, zullen worden geleid door dezelfde onderliggende opdrachtgevers die het probleem in de eerste plaats hebben veroorzaakt.
Kunt u het officiële politieke antwoord van de regeringspartijen op Covid-19 in uw land beschrijven?
Het meest opmerkelijke aspect van het antwoord van de Nederlandse regering op de crisis, zelfs in vergelijking met de meeste van haar naaste buren, is haar absolute vasthoudendheid aan de meest brutale uitingen van neoliberaal dogmatisme, zelfs in het licht van deze crisis. Over het geheel genomen heeft de Nederlandse regering vastgehouden aan de diep moralistische, en schokkend incapabele, lijn volgens dewelke het stoppen van de verspreiding van het coronavirus een kwestie is van persoonlijke verantwoordelijkheid en individueel gedrag. De internationale reactie van Nederland is bijzonder wreed geweest.
Dit kwam naar voor tijdens een scherpe botsing tussen de Nederlandse minister van Financiën Wopke Hoekstra en zijn Italiaanse en Spaanse collega’s over leningen van de Europese Unie (EU) aan de zwaarst getroffen landen in Zuid-Europa. Het herinnert ons aan de verachtelijke rol die de Nederlandse regering heeft gespeeld bij het onderwerpen van de Griekse Syriza-regering aan de financiële dictaten van de EU in 2015. Zelfs in het midden van de huidige pandemie stond de Nederlandse regering erop om noodkredieten als hefboom te gebruiken om een nog strenger bezuinigingsbeleid in de hele eurozone af te dwingen. Ook heeft de Nederlandse regering een reeks afpersende eisen gesteld aan Sint Maarten en andere Caribische eilanden (gebieden die nog steeds formele banden met Nederland hebben) toen die om financiële steun vroegen.
Zoals blijkt uit de leugens van het begrip “groepsimmuniteit”, is het interne beleid van de Nederlandse overheid nauwelijks gericht op het redden van levens. Net als in andere landen zijn de door de regering aangekondigde economische reddingsmaatregelen sterk gericht op het redden van de winsten van grote bedrijven. Zo werkt de overheid momenteel aan een reddingslening van miljarden euro’s voor de Nederlandse luchtvaartmaatschappij KLM, terwijl ze tegelijkertijd het bedrijf in staat stelt om midden in deze crisis massaontslagen door te drukken. De overheid is ook terughoudend geweest om de zelfstandigen te hulp te komen, door in eerste instantie te beweren dat deze werknemers er gewoon voor kozen om tijdens een crisis geen loon te verdienen.
Tegelijk hebben de opeenvolgende regeringen in Nederland zich sterk gemaakt voor de ontbinding van de standaard arbeidsverhoudingen ten voordele van de zelfstandige tewersktelling, wat vaak slechts een verkapte vorm van extreme loonafhankelijkheid blijkt te zijn. Zo zijn door de vernietiging van de openbare postdienst onder leiding van de staat veel werknemers in de bezorging tegenwoordig formeel zelfstandig, terwijl ze in de praktijk de nieuwe dagloners van de platformeconomie of de ‘gig-economie’ zijn geworden. Natuurlijk heeft de Nederlandse regering de coronacrisis niet zelf veroorzaakt. Maar zij heeft wel de crisis achter de pandemie veroorzaakt, een sociale ineenstorting die ons naar alle waarschijnlijkheid te wachten staat in het kielzog van het coronavirus.
Hoe zit het met extreemrechts, zoals Geert Wilders’ Partij voor de Vrijheid?
Pepijn Brandon: Extreemrechts in Nederland heeft, net als hun tegenhangers elders, van meet af aan het idee geopperd dat de pandemie moet worden gezien als een “buitenlandse dreiging” die het best kan worden bestreden door de grenzen te sluiten en door een beleid van “Nederland eerst”. Daarnaast is extreem rechts in veel opzichten net zo grillig geweest als mainstream rechts, of zoals Trump, door over te gaan van het verspreiden van paniek en nepnieuws naar het toegeven aan de eisen van het bedrijfsleven om de economie zo snel mogelijk weer open te stellen. Wanneer we echter de impact van de wereldwijde rechtse draai op de politiek van de coronacrisis bekijken, dan denk ik dat we verder moeten kijken dan formele reacties en een dieper patroon moeten onderkennen.
Een van de meest schokkende aspecten van de openbare debatten van de afgelopen weken is naar mijn mening de uiterst vrijblijvende manier waarop politici en mediacommentatoren praten over het vooruitzicht van de massale sterfte. De Nederlandse pers staat op dit moment vol met artikelen waarin onbeschaamd wordt besproken in hoeverre het redden van ouderen en zieken de moeite waard is om op te offeren aan de economie.
Ik kan dit niet los zien van een wereldwijde aanval op de notie van solidariteit ten gunste van een diepgewortelde, nationalistische retoriek van “survival of the fittest”, die wereldwijd wordt aangeprezen door extreemrechts. We zien ook een extreem economistisch liberalisme, met staatsrepressie gericht op de controle van individueel gedrag en een uiterstrechtse benadering van de bevolking, benaderingen die elkaar helemaal niet uitsluiten. Maar zou dat ons dan echt moeten verbazen? Het specifieke soort dystopie waar we momenteel mee te maken hebben, is al lang in de maak.
Hoe hebben vakbonden op de crisis gereageerd? Vooral in de publieke sector, in het onderwijs en bij de vakbonden in de gezondheidszorg? Hoe hebben sociale bewegingen (studenten-, feministische, ecologische, allochtone, autochtone, enz.) op de crisis gereageerd? Zijn er pogingen om eisen te stellen rond sociale rechtvaardigheid, nationale gezondheidszorg, economische noodmaatregelen voor werkloosheidsuitkeringen, het stopzetten van huur- en schuldbetalingen, enz.?
Over het geheel genomen heeft de omvang van de crisis, in combinatie met het idee dat je een nationale ramp niet moet politiseren, parlementair links in de afgelopen weken vrijwel onzichtbaar gemaakt. Toch denk ik dat we de mate waarin de elementen van een antwoord dat mensenlevens boven winst stelt – een antwoord dat gebaseerd is op solidariteit – niet mogen onderschatten. Zelfs zonder een sterke formele politieke uitdrukking heeft dit effect. Dat de regering haar strategie van de “groepsimmuniteit” heeft moeten terugdraaien, is grotendeels te danken aan de weigering van ouders en leerkrachten om hun kinderen op school te houden.
Verpleegkundigen en artsen strijden voor betere apparatuur, terwijl ze vechten voor een veilig leven. De vakbonden zijn van vitaal belang geweest om het gebrek aan tests in bejaardentehuizen en andere extramurale zorginstellingen te benadrukken en om het gebrek aan verantwoordelijkheid van de overheid aan het licht te brengen. Zelfs vandaag de dag betekent het beleid van de regering dat ongeveer een miljoen werknemers in zogenaamd “niet-essentiële” taken nog steeds gedwongen worden om aan het werk te gaan. Mijn Facebook-muur staat vol met hartverwarmende voorbeelden van solidariteit en wederzijdse hulp.
Maar het is ook duidelijk dat het coronavirus de inzet heeft verhoogd. We hebben te maken met een crisis in ons volksgezondheidsstelsel in combinatie met een pandemie, een economische crisis, een crisis in de sociale reproductie en zorg, en een crisis in de waardering van het menselijk leven in het algemeen. Zelfs in de reguliere publicaties wordt nu gezegd dat het onbegrijpelijk is dat de samenleving van na de coronacrisis weer op de oude voet verder gaat.
Maar tenzij we gezamenlijk een politiek ontwikkelen die in staat is om op elk niveau van de crisis te reageren, is het echte gevaar dat we gedwongen worden om in een maatschappij te leven die alle slechte eigenschappen van het verleden behoudt. Dit zal alleen maar worden versterkt door ongekende bezuinigingen om de verliezen te betalen, die het grootkapitaal in de afgelopen maanden heeft geleden, door de nationale regeringen, die veel meer macht hebben, door een uiterst rechts dat teert op de diepere angsten van de mensen, en door massaal verbeterde technieken voor uitbuiting buiten de werkvloer.
Dit artikel verscheen oorspronkelijk op No Borders News.