Op de COP26 spraken wereldleiders over ‘net zero’ als de oplossing voor de klimaatcrisis. Net zero is echter een lege huls en zet klimaatvernietiging voort met greenwashing als dekmantel.
Verschillende staten en bedrijven, waaronder fossiele bedrijven zoals Shell en BP, claimen netzerobeleid te gaan voeren. Ze beloven bijvoorbeeld om tussen 2050 en 2070 net zero broeikasgassen uit te stoten. Het wekt de indruk dat de landen en bedrijven die het meest hebben bijgedragen aan klimaatverandering nu dan eindelijk hun uitstoot omlaag brengen, maar net zero is niets meer dan een doodvonnis door ‘groen’ kapitalisme.
Net zero
In het kader van de COP26 in Glasgow publiceerde een coalitie van klimaatorganisaties het rapport The Big Con over de valse beloftes van netzerobeleid. In het rapport wordt duidelijk dat net zero niet de oplossing is. In essentie betekent net zero dat bedrijven en staten op hetzelfde niveau kunnen blijven uitstoten en dat dit zelfs kan toenemen zolang deze uitstoot maar op een of andere manier gecompenseerd wordt. Het wordt gepresenteerd als een CO2-neutrale manier van werken, maar is natuurlijk niks anders dan een handige rekensom voor vervuilende bedrijven om ook in de komende decennia het onderste uit de fossiele kan te halen – maar dan met een groen imago. Om in de woorden van Greta Thunberg te spreken: ‘Net zero by 2050. Blah, Blah, Blah’.
De klimaatwetenschap is duidelijk. De uitstoot moet per direct omlaag, daar kan geen compensatie tegenop. Zo werkt het helaas ook niet met klimaatverandering. Op een gegeven moment is er onherstelbare schade dat het leven op aarde bedreigt. Dat laat zich nu al zien in wereldwijde klimaatrampen. Het meest recente IPCC-rapport is duidelijk: nu niet drastisch de uitstoot omlaag brengen is een doodvonnis.
Bedrijven die net zero propageren, stampen dan ook nog steeds fossiele projecten uit de grond. Shell, een van de bedrijven die nu met net zero-doelen schermt, investeerde in 2021 15 miljard euro in fossiele energie en 2 miljard in hernieuwbare energie. Die nieuwe fossiele projecten zijn vaak in landen in het mondiale Zuiden. Zo zijn er de afgelopen jaren fossiele projecten gestart in onder andere Brazilië en Nigeria.
Deze fossiele infrastructuur zorgt niet alleen voor klimaatverandering, maar leidt ook tot klimaatontwrichting. Overal ter wereld, van Groningen tot Nigeria, van Hambacher Forst tot Ecuador worden lokale gemeenschappen ontwricht door fossiele winning.
Compensatie
Naast het feit dat de fossiele projecten – met bijbehorende schade – blijven doorgaan, is de compensatie waar staten en bedrijven mee schermen veelal onhaalbaar. Voor nu blijven de uitstoters nog redelijk vaag over wat als compensatie geldt. Het gaat nu eens om herbebossing – ook een van de beloftes van de COP26 – en dan weer over het afvangen en opslaan van CO2.
Wat betreft het afvangen en opslaan van CO2 zijn de technologieën nog niet zo vergevorderd, dat daarmee de uitstoot die fossiele projecten genereren, gecompenseerd kunnen worden. Het kan mogelijk worden en samen met herbebossing is het belangrijk, maar het moet gecombineerd worden met een real zero-uitstootbeleid, anders blijft het dweilen met de kraan open.
De roep om te kunnen blijven uitstoten doet ook sterk denken aan de falende emissiemarkten. Door emissiehandel betalen vervuilende bedrijven en landen extra om meer CO2 te kunnen uitstoten, maar de totale uitstoot neemt er niet door af. De International Emissions Trading Association – een lobbygroep van fossiele bedrijven voor emissiehandel – is dan ook al een tijd aan het lobbyen voor het betrekken van emissiehandel in netzerodoelen. Net als bij net zero blijft bij emissiehandel de fossiele infrastructuur intact.
Er zijn ook al concrete voorbeelden van het compenseren en afkopen van schuld. Gabon vroeg op de COP26 om geld voor het feit dat het regenwoud in Gabon een enorme hoeveelheid CO2 opneemt. Het oliebedrijf Total betaalt aan Suriname 50 miljoen dollar aan compensatie voordat het vlak voor de kust naar olie gaat boren. Voor fossiele bedrijven is dit een schijntje van de winst die ze met olieboringen kunnen behalen en zo schuiven ze de verantwoordelijkheid af op landen die door imperialisme worden leeggeroofd.
Real zero
Het feit dat de meest vervuilende bedrijven en landen netzerobeleid voeren laat zien dat de heersende klasse klimaatverandering niet kan blijven ontkennen. Maar we moeten het niet overlaten aan het fossiele kapitaal om de klimaatcrisis op te lossen. In een wereld van net zero en compensatie is het beleid erop gericht om uitstoot te kwantificeren en in balans te brengen en niet om de grote verandering die nodig is teweeg te brengen.
De structuren die aan de basis staan van de klimaatcrisis blijven dan ook ongemoeid. Als klimaatactivisten moeten we daarom een stap verder gaan en real zero eisen. Dat kan alleen door fossiel kapitaal te onteigenen en te ontmantelen en de energietransitie te bekostigen door het geld te halen waar het zit.
Dit artikel verscheen oorspronkelijk op socialisme.nu.
Trackbacks/Pingbacks