Er moet dringend een einde komen aan de oorlog in Oekraïne. Maar om dit doel te bereiken is ‘Rusland weg uit Oekraïne’ een betere slogan dan ‘Diplomatie nu’.
De wereldwijde vredesbeweging heeft in het algemeen een bewonderenswaardige geschiedenis van verzet tegen oorlogen die in de loop der jaren zoveel leed hebben veroorzaakt. Activisten hebben zich ingezet voor vrede en sociale rechtvaardigheid, van Vietnam tot Midden-Amerika en Irak en ze heeft de wereld helpen leren dat we in plaats van dood en verderf, vreemdelingenhaat en intolerantie, kunnen werken aan een vreedzame oplossing van conflicten en onze inspanningen kunnen richten op het lenigen van echte menselijke behoeften. De vredesbeweging wijst al lang op de gigantische verspilling van de uitgaven voor oorlog. Als al het geld dat aan dodelijke wapens wordt uitgegeven, was besteed aan menselijke behoeften, zouden armoede en honger al lang geleden zijn uitgeroeid.
Gezien onze bewondering en waardering voor de vredesbeweging waren we dan ook teleurgesteld en een beetje verbaasd dat we over de kwestie-Oekraïne van mening verschilden met mensen met wie we in het verleden vaak voor de vrede hebben gedemonstreerd.
Op de volgende punten zijn we het eens met de vredesbeweging. Ten eerste zijn we allebei tegen de invasie en bezetting van gebieden in Oekraïne door Vladmir Poetin. We zijn het erover eens dat Oekraïne een onafhankelijke natie is en dat Rusland de agressor is. Ten tweede voelen we beiden mee met de soldaten en burgers die door deze oorlog omkomen en ontheemd of in ballingschap moeten leven. Ten derde zijn we beiden tegen militarisme en oorlog en begrijpen we dat de NAVO – hoewel ze niet rechtstreeks verantwoordelijk is voor deze oorlog – ook een probleem vormt omdat het een militaire alliantie is. In het begin van de jaren negentig, na de val van de Sovjet-Unie, hadden nieuwe structuren voor wederzijdse veiligheid moeten worden opgezet in plaats van het bondgenootschap van Washington in de Koude Oorlog uit te breiden.
Aangezien we zoveel gemeen hebben, zouden we een vruchtbare discussie moeten kunnen voeren en misschien manieren moeten vinden om gemeenschappelijke acties te ondernemen. Ons vermogen om deze zaken te bespreken strekt zich echter niet uit tot degenen die Rusland hebben verontschuldigd of zelfs gesteund, of die, de primaire verantwoordelijkheid van Rusland voor de agressie negerend, de Verenigde Staten of de NAVO of de Europese Unie de schuld van de oorlog willen geven. Hun steun aan Rusland sluit hen uit zowel van de vredesbeweging als van de oproep tot internationale solidariteit met de slachtoffers van de agressie.
De vredesbeweging heeft, naar het ons voorkomt, drie argumenten aangevoerd voor haar eis tot diplomatie en vrede nu. Ten eerste de Amerikaanse steun voor wapens aan Oekraïne verlengt de oorlog. Ten tweede onttrekt de wapenleverantie geld aan de Amerikaanse begroting dat anders zou kunnen worden besteed aan belangrijke sociale programma’s op het gebied van huisvesting, onderwijs, sociale voorzieningen en het milieu. Ten derde dreigt de oorlog in Oekraïne de graanproductie en -distributie te verstoren en zal hij, doordat het aanbod afneemt en de prijzen stijgen, leiden tot massale honger in het Midden-Oosten, Noord-Afrika en andere regio’s in het Zuiden van de wereld. Laten we elk van deze argumenten eens bekijken.
Militarisme en oorlog
Bij het overwegen van het argument dat hulp aan Oekraïne militarisme en oorlog bevordert, moet het uitgangspunt zijn: ‘Geloof je dat een land dat ten onrechte wordt aangevallen het recht heeft zichzelf te verdedigen?’ Zo ja, en als het land niet over de middelen beschikt om zichzelf te verdedigen, heeft het dan het recht om wapens van buitenaf te ontvangen? Hoewel de vredesbeweging een wereld wil waarin geschillen niet door oorlog worden beslecht, kan ze, zolang zo’n wereld niet bestaat, andere volkeren, zoals de Oekraïners, het recht op zelfverdediging niet ontzeggen.
Sommigen in de vredesbeweging zijn natuurlijk absolute pacifisten die geloven dat oorlog altijd verkeerd en contraproductief is, zelfs in gevallen van zelfverdediging. Veel van wat pacifisten over oorlog zeggen is uiterst waardevol: ze wijzen op de kosten op lange termijn die vaak buiten beschouwing worden gelaten in de kosten-batenanalyses van het besluit om de wapens op te nemen, waaronder de verstarring van samenlevingen in oorlog, de onvermijdelijke burgerdoden en de beschadigde moraal waarmee zelfs de meest deugdzame soldaten te maken krijgen. De meesten van ons in de vredesbeweging zijn geen absolute pacifisten. Over het algemeen zijn we van mening dat, zelfs als we deze kosten erkennen, er nog steeds momenten zijn waarop militair verzet tegen een agressor gerechtvaardigd is. Absolute pacifisten zijn het daar niet mee eens, maar het zou uiterst onwaarschijnlijk zijn dat zelfs een pacifist die in rechtvaardigheid gelooft, iemand zou veroordelen voor het leveren van wapens aan een slachtoffer van agressie. Er is dus geen reden waarom de vredesbeweging het leveren van wapens aan Oekraïne zou moeten veroordelen.
Sommige pacifisten roepen slachtoffers van agressie op om geweldloze burgerlijke ongehoorzaamheid of andere middelen te gebruiken om zich te verzetten. Zeker, burgerlijk verzet en andere vormen van geweldloos verzet kunnen veel doeltreffender zijn dan algemeen wordt aangenomen en het is terecht dat de vredesbeweging hierop wijst en pleit voor een dergelijke aanpak. Maar het lijkt niet gepast dat buitenstaanders de Oekraïners op het moment dat de bommen vallen vertellen dat ze alleen geweldloosheid mogen gebruiken of de witte vlag moeten hijsen en zich overgeven.
De vredesbeweging gelooft in vrede, maar beschouwt vrede natuurlijk niet als de enige waarde. Daarom noemen veel vredesorganisaties vrede en gerechtigheid als hun gezamenlijke missies. Historisch gezien kwam de overgrote meerderheid van de vredeskrachten tot de conclusie dat, hoewel het niet bieden van weerstand tegen Hitlers legers misschien tot vrede zou hebben geleid, het niet tot een betere wereld zou hebben geleid. Evenzo zou, ten tijde van de Amerikaanse burgeroorlog, instemming met de afscheiding van de Confederatie de vrede hebben veiliggesteld, maar ten koste van de voortdurende gruwelen van de slavernij.
In het geval van Oekraïne veroorzaakt oorlog grote schade aan de sociale rechtvaardigheid in veel opzichten. Maar overgave – want dat is wat vrede tot elke prijs betekent – brengt ook vreselijke schade toe aan de sociale rechtvaardigheid. Poetin heeft gezegd dat hij Oekraïne als natie en de Oekraïners als volk wil elimineren, met het argument dat ze deel uitmaken van Rusland. Hij wil Oekraïne veroveren en het onder zijn autoritair bewind brengen, in een samenleving zonder democratie of burgerlijke vrijheden. Dus vragen wij: oorlog of overgave? Wat veroorzaakt meer schade? Kunnen buitenstaanders dat echt voor de Oekraïners beoordelen?
De vredesbeweging riep in naam van de vrede de Sovjet-Unie of China niet op om te stoppen met het leveren van wapens aan Noord-Vietnam, of de Oost-Europese communistische landen om te stoppen met het leveren van wapens aan de Sandinisten in de jaren tachtig. Linksen en liberalen beschouwden de weigering van het Westen om de Spaanse Republiek in de jaren dertig wapens te leveren niet als een uiting van vrede, maar als een gebrek aan politieke wil van de kant van de democratische landen, zo niet als een verkapte sympathie voor Franco.
In het verleden hebben we ons natuurlijk vaak verzet tegen wapenexporten omdat ze regimes in stand hielden die de mensenrechten schonden. Maar in dit geval zijn de wapens een poging om een volk dat ten onrechte is aangevallen te helpen zichzelf te verdedigen, net zoals de bedoeling was van de Amerikaanse wapensteun aan Groot-Brittannië en de USSR tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Sommigen zouden kunnen aanvoeren dat Vietnam en Republikeins Spanje progressieve regeringen hadden, terwijl Oekraïne corrupt of zelfs fascistisch is. Wij zijn van mening dat het niet gaat om de aard van de regering, maar veeleer om het feit dat ze verwikkeld is in een gerechtvaardigde anti-imperialistische strijd voor nationale zelfbeschikking. Toen Italië van 1935 tot 1937 oorlog voerde tegen Ethiopië, steunde het grootste deel van links dat land, ook al was de regering van keizer Haile Selassie autoritair en reactionair. Links deed dat omdat het belangrijk was een soevereine natie te steunen tegen het Italiaanse fascistische imperialisme, een regime dat tegen 1936 geallieerd was met nazi-Duitsland. De essentie van het standpunt is anti-imperialisme en de verdediging van zelfbeschikking.
Het geval van Oekraïne is echter veel gemakkelijker. Oekraïne, dat problemen heeft gehad met buitenlandse inmenging van alle kanten en diepgewortelde corruptie, is in wezen een democratisch land, met leiders die bij verkiezingen zijn vervangen. Er zijn burgerlijke vrijheden, hoewel die ongetwijfeld worden bedreigd, vooral onder oorlogsomstandigheden. Net als andere landen in de wereld kent het land extreemrechtse en neonazistische organisaties, waaronder de beruchte Azov-brigade. Deze krachten hebben het echter slecht gedaan bij verkiezingen en hebben geen controle over de neoliberale regering van president Volodymyr Zelensky. Binnen Oekraïne bestaat een legaal, democratisch socialistisch links dat door sommigen van ons [in de linkervleugel] in de VS wordt gesteund.
Hoewel we van mening zijn dat Oekraïne het recht heeft om waar dan ook wapens te verkrijgen om zichzelf te verdedigen, erkennen we dat de directe betrokkenheid van de Verenigde Staten of de NAVO zou kunnen leiden tot een bredere Europese oorlog of tot het gebruik van kernwapens. We moeten waakzaam zijn en ons verzetten tegen een dergelijke ontwikkeling. En als het zover komt dat de regering Zelensky de oorlog voortzet tegen de wil van de Oekraïense bevolking in, dan zou het terecht zijn als buitenstaanders bezwaar maken tegen het verschepen van meer wapens. Maar opiniepeilingen – beperkt als ze zijn in oorlogstijd – suggereren dat dat op dit moment niet het geval is.
Veel mensen ter linkerzijde suggereren dat Washington een ‘proxy-oorlog’ tegen Rusland voert en dat het de Oekraïners onder druk zet om ’tot de laatste Oekraïner te vechten’. Natuurlijk zouden de Verenigde Staten graag een verzwakt Rusland zien, maar het is niet zo dat de Oekraïners alleen onder druk van de VS volhouden. De Oekraïners vechten uit eigen vrije wil en de Verenigde Staten kunnen hen niet dwingen te vechten, hoewel ze hen tot overgave zouden kunnen dwingen door hun wapens te weigeren. Het is duidelijk dat de regering-Biden en andere westerse leiders zich grote zorgen maken over de economische gevolgen van een lange oorlog en de risico’s voor hun andere geopolitieke belangen.
De wapens voor Oekraïne en sociale uitgaven
Lang voordat Rusland Oekraïne binnenviel, ondervond de regering-Biden te weinig steun van het Congres om haar sociale programma erdoor te krijgen. Met een nipte meerderheid in de Senaat konden de Democraten de ondemocratische filibuster en het afhaken van een of twee rechtse Democraten niet overwinnen. Biden’s programma heeft ook te lijden gehad onder de belastingverlagingen van voormalig president Donald Trump en het falen van de Democraten om de hogere belastingtarieven voor bedrijven en de rijken te herstellen.
Een progressief belastingbeleid zou gemakkelijk Build Back Better en wapens aan Oekraïne kunnen financieren. Hulp aan Oekraïne zou geen enkele invloed hebben gehad op de stemming in het Congres over Build Back Better.
Sommige activisten in de Amerikaanse vredesbeweging hebben kritiek op de progressieven in het Congres omdat ze voor militaire en economische hulp aan Oekraïne hebben gestemd terwijl hun sociale agenda (voor een Green New Deal of Medicare for All) nog niet aan bod is gekomen. Maar de steun van progressieve congresleden aan Oekraïne heeft hen er niet toe gebracht hun sociale agenda op te geven. Het is ook niet zo dat zonder de steun aan Oekraïne de Green New Deal en andere progressieve wetgeving tot stand zouden zijn gekomen. De Amerikaanse wapenuitgaven voor Oekraïne hebben geen enkele invloed op de sociale begroting van het land, maar dat zou wel het geval kunnen zijn als de oorlog lang duurt of zich uitbreidt.
Honger in het Zuiden
De vredesbeweging is ook terecht bezorgd over de gevolgen van de oorlog in Oekraïne voor de voedselvoorziening in Afrika en andere delen van het Zuiden. Oekraïne is een van ’s werelds grootste graanproducenten, maar de transporten zijn geblokkeerd door gevechten in landbouwgebieden en Russische troepen hebben velden verbrand en Oekraïense graanelevatoren en havens aangevallen. Het is waar dat als Oekraïne zich morgen zou overgeven, de graanexport – beperkt door de reeds door de oorlog aangerichte schade – zou kunnen worden hervat. Maar als Rusland zijn militaire aanval staakt en zijn binnenvallende troepen terugtrekt, kan de graanexport natuurlijk ook worden hervat.
Moet de vredesbeweging, om de gruwelijke gevolgen van de Russische agressie voor de volkeren van de Derde Wereld te voorkomen, Oekraïne oproepen om vrede te vragen en waarschijnlijk zijn soevereiniteit te verliezen? Nee, ze moet Rusland oproepen de oorlog te beëindigen en zich uit Oekraïne terug te trekken. Als dat niet gebeurt, moeten we andere manieren zoeken om voedsel bij de behoeftigen te krijgen. We kunnen bijvoorbeeld een beroep doen op de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties om gebruik te maken van haar bevoegdheid in het kader van de resolutie ‘Eenheid voor Vrede’ (die niet aan een veto is onderworpen) om graanschepen van en naar Oekraïense havens te begeleiden. We moeten niet aandringen op een unilaterale actie van de Verenigde Staten om graanzendingen te beschermen, want dat zou als een provocatie kunnen worden opgevat. Maar een door de VN geautoriseerde humanitaire escorte zou iets heel anders zijn. Verzekeringsmaatschappijen zullen wellicht terughoudend zijn om schepen te dekken die naar de Zwarte Zee varen, maar de Europese Unie zou de dekking kunnen bieden. Het belangrijkste principe hier is dit: de vredesbeweging moet niet eisen dat Oekraïne zijn vrijheid opgeeft omdat Rusland de voedselvoorziening van het Zuiden in gijzeling houdt, wanneer er andere, minder belastende oplossingen voorhanden zijn.
De kwestie van de diplomatie
De vredesbeweging heeft een standaard standpunt ten gunste van diplomatie boven oorlog. Maar denk eens aan de oorlog in Vietnam. Terwijl veel liberale tegenstanders van de oorlog riepen om ‘Onderhandelingen nu’, was de eis van de radicale anti-oorlogsbeweging – bestaande uit miljoenen die op straat demonstreerden – ‘Weg uit Vietnam nu ‘. Hun punt was dat de Verenigde Staten geen morele rechten hadden in Vietnam en dat er daarom niets was om over te onderhandelen. Ze moesten gewoon hun troepen terugtrekken. De radicalen wisten natuurlijk dat de Verenigde Staten, ondanks de eisen van gerechtigheid, waarschijnlijk niet zomaar zouden vertrekken en dat er onderhandelingen zouden komen. We wisten ook dat Vietnam zou onderhandelen, en we zouden hen daar niet voor bekritiseren – het was hun beslissing – maar we begrepen ook dat wat er op het slagveld gebeurde van invloed zou zijn op de uitkomst van onderhandelingen. Dus hoewel we vrede wilden, steunden we de onafhankelijkheidsstrijd van Vietnam tegen de Verenigde Staten.
Hetzelfde geldt nu in Oekraïne. Gerechtigheid eist onmiddellijke en onvoorwaardelijke Russische terugtrekking uit heel Oekraïne. Russische anti-oorlogsactivisten hebben dit standpunt ook ingenomen. Wij zeggen tegen Rusland, zoals we ooit tegen de Verenigde Staten zeiden: ‘Weg nu!’
In feite zal deze oorlog, zoals bijna alle oorlogen, vrijwel zeker uitmonden in een of ander onderhandeld akkoord. Maar de aard van dat akkoord – of het Oekraïense volk zal kunnen blijven bestaan als een onafhankelijke en soevereine natie – zal afhangen van de militaire situatie aldaar. Die zal op haar beurt afhangen van de politieke situatie en de mate van solidariteit met Oekraïne in de hele wereld. Zonder buitenlandse wapens zal Oekraïne gedwongen worden een afschuwelijk akkoord te aanvaarden dat het land in stukken zou kunnen rijten of zelfs een einde zou kunnen maken aan zijn onafhankelijk bestaan en democratische regering. Met wapens kunnen ze de oorlog winnen, al hun grondgebied terugwinnen en hun democratische regering verdedigen of, zo niet, een regeling treffen die ze aanvaardbaar vinden. Is de dood en vernietiging die daaruit voortvloeit dat waard? Hoe kan dat een beslissing zijn van iemand anders dan het volk van Oekraïne?
We delen de wens van de vredesbeweging om een einde te maken aan militarisme en oorlog en om militaire allianties te ontmantelen en een einde te maken aan de dreiging van nucleaire vernietiging. De NAVO moet worden ontmanteld en vervangen door verdragen die respect voor nationale soevereiniteit garanderen en militaire bases en wapens terugdringen. Rijke landen als de Verenigde Staten, China, Japan en de Europese Unie hebben de verantwoordelijkheid ervoor te zorgen dat het Zuiden geen honger lijdt. Laten we met dit alles voor ogen een oprechte dialoog aangaan over het recht van Oekraïne op zelfbeschikking en zelfverdediging, in het kader van de totstandbrenging van een wereld die democratischer, gelijkwaardiger en veiliger is voor iedereen.
Dit artikel verscheen oorspronkelijk op PFIF (Foreign Policy in Focus). Nederlandse vertaling: redactie Grenzeloos. Illustratie: Kateryna Gritseva.
Trackbacks/Pingbacks