Australië wordt al maandenlang geteisterd door grootschalige bosbranden. De wereld kijkt vol afschuw en ongeloof toe hoe enorme stukken van het bosrijke continent in rook opgaan. Deze catastrofe is niet alleen te wijten aan de extreme droogte.

Bosbranden zijn in Australië een seizoensgebonden fenomeen. Sommige planten hebben het vuur immers nodig om hun zaadjes los te laten. Maar dit jaar is het bosbrandseizoen eerder begonnen dan gebruikelijk.

Branden blussen is Australië altijd het domein geweest van zowel professionele als vrijwillige brandweerlieden, zoals de Rural Fire Service. Maar in dit geval zag de premier zich door publieke druk genoodzaakt om het leger in te zetten. En zelfs dat kon de ongekende verwoesting door de felle bosbranden niet tegenhouden.

In het National Disaster Risk Reduction Framework uit 2018 werd al gewaarschuwd dat klimaatverandering het land zou blootstellen aan natuurrampen op ‘ongeziene schaal, in ongekende vormen en op onverwachte plekken.’ De regering nam vervolgens amper maatregelen en kwam haar belofte niet na om in 2019 een nationaal implementatieplan op te stellen.

PR-ramp

Verder werd er 20 miljoen Autralische dollar bezuinigd op de brandweer in New South Wales. Maar ook nationale parken, organisaties voor natuurbehoud en de vrijwillige brandweer werden gekort op uitrusting en logistiek, waardoor banen verloren gingen en investeringen in brandbestrijdingsapparatuur niet mogelijk waren. De catastrofale gevolgen hoeven ons dus niet te verrassen. Op het moment van schrijven zijn er 28 doden gevallen, er zijn 2000 woningen verwoest, een geschatte 17,9 miljoen hectare bos is verbrand en meer dan een miljard dieren zijn omgekomen.

Samen met de branden laaide ook de de woede onder de Australische bevolking over de conservatieve premier Morrison op. In december verliet hij op het hoogtepunt van de bosbranden het land om op vakantie te gaan naar Hawaï. In die maand werden de zes heetste dagen uit de Australische geschiedenis geregistreerd; de gemiddelde temperatuur voor het hele continent lag elf dagen lang boven de 40º C.

De publieke woede dwong Morrison om terug te keren. In een poging zijn politieke gezichtsverlies te beperken, maakte hij een rondgang langs verwoeste plaatsen en regio’s. Hij werd geconfronteerd met brandweerlieden die hem voor de televisiecamera’s weigerden de hand te schudden. In één geval dwong hij zelfs een vrouw hem een hand te geven. Als hij had gedacht dat de verontwaardiging en de woede met een paar geënsceneerde fotomomenten konden worden weggenomen, dan had hij het goed mis. De woede van het publiek en de brandweerlieden verspreidden zich net zo snel en hevig als de vlammen.

Hoe kon het zo misgaan?

Ondanks alle waarschuwingen is de Australische regering de fossiele industrie blijven steunen. In 2017 exporteerde Australië meer kolen dan elk ander land in de wereld. Als toenmalig Minister van Financiën nam Morrison een keer een stuk steenkool mee naar het parlement om er tijdens zijn toespraak mee te zwaaien: ‘Dit is steenkool. Wees niet bang, het doet je niks!’ Het was enigszins ironisch dat hij er niet bij vertelde dat het stuk steenkool in zijn hand was bewerkt met vernis zodat hij geen vuile handen zou krijgen.

De conservatieve regeringspartij waar Morrison nu leider van is, zit vol met klimaatontkennende politici. Een betere bondgenoot kunnen de grote mijnbouwbedrijven zich niet wensen. De herverkiezing van Morrisons regering in mei 2019 was deels het resultaat van zijn toezegging dat steenkoolmijnbouw en kolencentrales onder zijn leiding geen gevaar zouden lopen. In mijnbouwsteden in beslissende districten werd er tegen de sociaaldemocratische oppositie gestemd, wat bijdroeg aan de overwinning van Morrisons regering.

Maar het is de vraag of de mensen in deze steden veel keus hadden. Ze hebben redelijk betaalde banen onder bescherming van de vakbond. Hoe moeten ze overleven als de lokale mijn sluit? Zulke arbeiders hebben een redelijk alternatief nodig. Daarom zou de Australische vakbeweging plannen moeten maken voor een transitie naar schonere energieopwekking die niet ten koste gaat van de levensonderhoud van mijnwerkersfamilies, zoals dat in het verleden wel op grote schaal is gebeurd in het Verenigd Koninkrijk.

Hoe verder?

Zoals gezegd, moeten de vakbonden inzetten op een nationale transitie naar duurzame energie. Dat betekent dat ze af zullen moeten rekenen met de anti-vakbond- en anti-stakingswetgeving die de regering Morrison niet alleen handhaaft, maar wil uitbreiden. Ondanks de vernietiging en het leed dat de Australische heersende klasse veroorzaakt, maken zij nog altijd enorme winsten en ze zullen deze winsten niet zomaar opgeven.

De recente bosbranden hebben glashelder gemaakt dat deze regering bereid is om de winsten van grote bedrijven boven het milieu en het welzijn van dieren en mensen te plaatsen. Om een werkelijk alternatief te bieden moeten de Australische vakbonden zich aansluiten bij de wereldwijde protesten tegen het systeem dat ons alleen rampen en ellende biedt. Die strijd gaat om systeemverandering – niet om klimaatverandering.

Brett Cardigan is een revolutionair socialist en vakbondsactivist uit Brisbane, Australië. Hij woont momenteel in Nederland.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk op socialisme.nu.