Wat een optreden van de partijen die hier in Italië het moderne politieke circus ‘Barnum’ vormen! Tactische manoeuvres kenmerken het begin van de verkiezingscampagne. Het was een armzalig schouwspel dat een groot aantal Italianen zowel doet walgen als verwart. Het is een perverse afspiegeling van een dramatische politieke en sociale situatie waarin de arbeidersklasse al sinds lange tijd geen hoofdrol meer speelt.
Dat is zowel het geval op het niveau van effectieve vakbondsactie, als dat van politieke organisatie, dat wil zeggen de aanwezigheid van een linkse kracht die in staat is hun belangen op korte en middellange termijn te verdedigen.
Dansende clowns
Deze impasse duurt nu al jaren, tegen de achtergrond van een dramatische context van toenemende armoede, steeds meer arbeidsonzekerheid, neoliberaal beleid en ondraaglijke sociale ongelijkheid. Dat zou de voorwaarden moeten scheppen voor arbeiders om in opstand te komen, maar het heeft de verschillende burgerlijke krachten in staat gesteld het politieke toneel en nog meer de verkiezingscampagnes volledig te domineren. De ’titanenstrijd’ van de politieke partijen in de media, de manoeuvres en tegen-manoeuvres, de opvallende bewegingen van de verschillende bazen en aanvoerders van het zogenaamde centrum, dat alles dient om hun dagelijkse aanwezigheid in kranten en op televisie te verzekeren, om zich te ‘bewijzen’ als de nuttigste managers en dienaren van de belangen van de bazen. Ze bouwen aan de consensus onder de bevolking door middel van programma’s (of beter gezegd verkiezingsslogans) die meestal nep en bedrieglijk zijn, maar vaak wel aangeven wiens belangen ze willen behartigen (zie de vlaktaks van Berlusconi en Salvini).
Ondertussen blijft de sociale klasse die verantwoordelijk is voordeze ravage, dat wil zeggen de bourgeoisie, de kapitalisten, buiten beeld, ze wordt nooit ter discussie gesteld. Zeker, haar kranten produceren hypocriete opiniestukken waarin de zwakheden en wandaden van haar eigen partijen worden gehekeld en de moeilijkheden in het opbouwen van een samenhangend en doeltreffend politiek leiderschap worden bekritiseerd. Op de achtergrond zien we enorme winsten van grote bedrijven, van Eni tot Enel en de Prysmian-groep (kabel- en energiesector) van Stellantis tot Brembo, van Leonardo tot Ferrari, van Unicredit tot Intesa, inclusief de Italiaanse posterijen – zo veel zelfs dat de krant La Repubblica zich genoodzaakt ziet de kop ‘Extreme winsten’ te plaatsen.
Het gevaar van sluipend fascisme
De toekomst van de arbeidersklasse wordt bedreigd door de politieke, sociale en gouvernementele rol van rechts en extreem-rechts. Die omvat reactionaire, racistische en zelfs fascistische krachten, waarvan een coalitie volgens alle opiniepeilingen aan de winnende hand is, met een hegemoniale rol voor Fratelli di Italia (FdI – Broeders van Italië – onder leiding van Giorgia Meloni)
Het gevaar dat Italië bedreigt is groot: een overwinning van deze krachten en hun regering kan alleen maar leiden tot nieuwe moeilijkheden voor werkende mensen, te beginnen met zwakkere sectoren; arbeidsmigranten, armen, werklozen en vrouwen.
De risico’s mogen niet worden onderschat: de periode na de verkiezingen zal hoe dan ook anders en nog moeilijker zijn op sociaal, economisch en institutioneel gebied. We moeten voorbereid zijn op nieuwe uitdagingen. Een FdI-regering 100 jaar na de mars op Rome (toen Mussolini aan de macht kwam) zal een vreselijke dynamiek losmaken. Gevallen zoals in Civitanova Marche (een racistische moord) zullen in aantal toenemen en allerlei vormen van politie-, fascistisch- en racistisch geweld zullen worden getolereerd en gerechtvaardigd.
Geconfronteerd met dit vooruitzicht zijn veel sociale, politieke en intellectuele leiders en persoonlijkheden de laatste weken actief geweest met oproepen, artikelen en met onwaarschijnlijke electorale/technische voorstellen voor allianties om te proberen een klinkende overwinning van rechts te voorkomen of te verhinderen. Sommigen hopen zelfs dat bepaalde sociaal-economische eisen of meer aandacht voor de arbeidersklasse of de armere buurten het zwaartepunt van de consensus kunnen verleggen of sectoren kunnen activeren die nu volledig passief zijn. Dat laatste voorstel is natuurlijk positief als het deel uitmaakt van een perspectief dat niet alleen op de verkiezingen gericht is.
Al deze argumenten zijn echter slecht geformuleerd of volstrekt onrealistisch. Ze zijn vooral onjuist omdat de auteurs de redenen die hebben geleid tot de wijdverbreide hegemonie van reactionaire ideologieën in de samenleving, de demoralisatie en het ressentiment die mensen in de richting van extreem-rechts duwen, niet willen identificeren en begrijpen. Bij het lezen van veel van de toespraken vraag je je af: waar waren ze allemaal in de afgelopen periode? Waarom hebben ze geen vinger uitgestoken tegen het bezuinigingsbeleid? Of als ze het min of meer bekritiseerden, waarom bleven ze dan degenen steunen die het beleid beheersten? Waarom geloofden ze in Draghi (premier van 21 februari tot 22 juli) en blijven ze zelfs nu in hem, de dienaar van de bazen, de redder in de Italiaanse crisis zien? Hoe kan je denken dat dezelfde mensen die twintig jaar lang de grondwet van 1948 op verschillende manieren hebben mishandeld en er in slaagden deze op enkele fundamentele punten te verdraaien, de grondwet kunnen verdedigen? Hoe kunnen ze de democratische rechten verdedigen die er nog gedeeltelijk door worden beschermd?
Deze mensen wilden de door Draghi’s regering doodgezwegen en tot verdeeldheid leidende ‘gedifferentieerde autonomie’ van de regio’s doorvoeren, waardoor de sociale ongelijkheid zal toenemen en de overheidsmiddelen in de armere gebieden zullen verminderen. De democratische aspecten van de Grondwet zijn in de huidige kiesstelsels heel slecht vertegenwoordigd. Deze politici komen niet echt op voor de sociaal progressieve aspiraties in de tekst, die door de sociale en economische contra-hervormingen van de afgelopen 30 jaar zijn tenietgedaan.
Hoe kan men denken een enorm sociaal en politiek probleem, namelijk de massale steun voor extreem-rechts, aan te pakken met electorale foefjes, met allianties met diezelfde mensen die de grondwet van 1948 ongeschikt achten voor om op wereldniveau te concurreren?
Kan iemand uitleggen waarom Fratelli d’Italia, die bij de parlementsverkiezingen van 2018 iets meer dan 4 procent van de stemmen haalde en bij de Europese verkiezingen van 2019 6,5 procent en die bij het aantreden van de regering Draghi nog rond de 10 procent schommelde, nu 23 procent krijgt dankzij een kundige, zij het geveinsde politieke oppositie? Haar leider, Meloni presenteert zich aan iedereen als de volgende premier! We hebben het hier over een partij die voor deze verkiezingen de fascistische vlam en de doodskist van Mussolini als symbolen gebruikte!
Nieuwe groepen kijken nu naar extreem-rechts. Dat deze mensen nu een vals en gevaarlijk alternatief steunen, zou toch duidelijk moeten maken dat het beleid van Draghi’s regering heel slecht heeft uitgepakt.
Sommige van de auteurs die nu plannen bedenken om de extreem-rechtse opmars te stoppen, zouden moeten proberen om te begrijpen dat het huidige succes van de reactionaire en fascistische organisaties niet alleen kan worden verklaard door het politieke vacuüm op links. Ook de ondergeschiktheid van de grote vakbondsbureaucratieën aan het kapitaal speelt een tol. In al die jaren hebben deze vaknbondsbureacraten niet eens geprobeerd om de levens- en arbeidsomstandigheden van de arbeidersklasse serieus te verdedigen, ze hebben zich tevreden gesteld met de ‘onderhandelingstafel’. Ze hebben geweigerd om de conflicten en sociale strijd serieus en systematisch op te bouwen en alternatieve klassedoelen te formuleren. Dergelijke strijd zou echter het beste tegengif zijn geweest tegen fascistische propaganda.
Zonder strijd wint Meloni
Bij gebrek aan klassenstrijd zijn het ideologieën en mediapropaganda die het bewustzijn van de massa’s conditioneren. Alleen deelname, ervaringen met strijd, discussie over alternatieve agenda’s en platforms bepalen het klassenbewustzijn, het begrijpen van de eigen plaats in de maatschappij en het vormen van een democratisch en en socialistisch bewustzijn. Hieruit ontstaat de wil en de noodzaak om een andere samenleving op te bouwen. Het drijft de sociale en politieke organisaties aan die deze taak op zich nemen. Door dit proces begrijpen mensen wie hun valse vrienden zijn en welke vijanden ze moeten bestrijden.
Reactionaire en fascistische krachten worden nieuwe kansen geboden als de vakbondsleiders:
– de logica van de kapitalistische concurrentie accepteren, dat wil zeggen de concurrentie tussen arbeiders,
– weinig of niets doen om Fornero’s contrahervorming van de pensioenen of de arbeidshervormingen van Renzi tegen te houden,
– vergeten de ondraaglijke niveaus van uitbuiting door de werkgevers aan de kaak te stellen, op het platteland, maar ook in de logistiek, waar de onderdrukking door de werkgever en de staat samenkomen om de strijd van de arbeiders neer te slaan.
De strijd tegen rechts moet met grote kracht worden gestreden in de verkiezingscampagne. Doel is niet alleen om stemmen te winnen, maar vooral om te werken aan het activeren van het verzet en het verenigen van de mensen die worden uitgebuit. De kapitalisten, ook al zouden ze de voorkeur geven aan een nieuwe regering Draghi, zullen geen moeite hebben om de krachten van de reactionaire coalitie in te zetten tegen de arbeiders.
Maar tegelijkertijd zullen we moeten wijzen op degenen die de valse vrienden zijn, degenen die min of meer beweren links te zijn, maar die niets anders zijn dan een van de uitingen van de heersende klasse.
Als we niet in staat zijn politiek campagne te voeren, om campagne te voeren om de strijd te steunen, zullen we dubbel verliezen, omdat de verkiezingsuitslag bijzonder slecht zal zijn. Dan zal het nog moeilijker zijn om de gevolgen te weerstaan van een extreemrechtse regering of van een nieuwe technocratische, autoritaire regering, een directe uiting van de bazen.
De wederopbouw van een diepgewortelde, authentieke antikapitalistische linkse kracht kan alleen gebeuren door een hervatting van de mobilisaties en een diepgaande en radicale verandering van het vakbondsbeleid. We moeten opnieuw vakbonden opbouwen die hun werk doen: het opbouwen van strijd, organisatie en eenheid van alle arbeiders, zij die een min of meer vaste baan hebben, zij die een onzekere baan hebben en zij die nooit een baan hebben gehad of er een zijn kwijtgeraakt.
De Democratische Partij en de strategie van Letta
We hebben al geschreven over de rol van de Democratische Partij (PD), een partij die zich jarenlang, via de metamorfoses van de oude DC (Christendemocraten) en de PCI (Italiaanse Communistische Partij), naar voren heeft geschoven als de meest authentieke, rationele en, uiteraard, ‘democratische’ beheerder van de politieke en economische keuzes van de grote bourgeoisie, de Italiaanse, maar in het algemeen de Europese, zoals uitgedrukt in het project van de Europese Unie. Daarom is de PD de meest trouwe aanhanger van de regering Draghi en haar beleid; daarom is ze ook de meest pro-Europese. Niet in de zin van het opkomen voor de belangen van de arbeidersklasse van het continent, maar in de zin van het verdedigen van het kapitalistische (en imperialistische) project van Europa. Het is nu ook de meest pro-Amerikaanse stroming, dat wil zeggen samenlopend met de NAVO en het VS-imperialisme. Sommigen zullen nog steeds verbaasd zijn dat de PD de meest uitgesproken voorstander was van Italiaanse deelname aan de oorlog in Oekraïne en van de enorme verhoging van de militaire uitgaven, maar er is consistentie in deze negatieve keuzes.
Op dezelfde manier is er consistentie in de electorale tactische keuzes die de PD heeft gemaakt. De beperkte electorale logica van het huidige systeem had Letta en consorten ertoe moeten aanzetten een alliantie aan te gaan met de Vijfsterrenbeweging (M5S), die volgens de peilingen nog steeds op zo’n 10 procent steun kan rekenen. Dan had ze in veel kiesdistricten kunnen meedingen en het succes van extreem-rechts kunnen beperken. Maar voor de regerende groep van de PD was de alliantie met Conte (M5S-leider), die op zoek naar stemmen zich enigszins distantieert van het beleid van Draghi en een accent legt op enkele sociaal progressieve eisen, te riskant. Te riskant en tegenstrijdig, omdat men heel goed weet wat voor beleid de bourgeoisie zal eisen in het licht van ‘de samenpakkende wolken’, om Draghi’s uitdrukking te gebruiken.
Aan de andere kant was er geen probleem met de alliantie met de Groenen en de SI (Italiaans Links, een kleine satellietgroep van de PD), die nuttig was om de zogenaamde ‘brede coalitie’ een sociaal kleurtje te geven, maar waarvan de beperkingen welbekend zijn. Vanuit het perspectief van de PD was het van fundamenteel belang om ook een alliantie met het zogenaamde centrum te vinden, in de ‘hoop’ rechtse stemmen terug te winnen. Het is ook bijzonder nuttig om een gematigde bondgenoot te hebben. Zo kan aansluiten bij de kapitalistische prioriteiten en het dumpen van de bescheiden sociale eisen die in de verkiezingscampagne naar voren werden geschoven worden gerechtvaardigd.
Dat zijn keuzes die overeenkomen met de burgerlijke aard van de PD die consequent tot uiting komt in de meest delicate politieke keuzes, van Veltroni’s leiderschap van de nieuw gevormde Democratische Partij in 2008, vervolgens de steun aan de regeringen van de technocraat Monti, Letta en vervolgens Renzi, en ten slotte het besluit om, onder druk van president Mattarella, de alliantie met de M5S in Conte’s tweede regering te verbreken om deel te nemen aan de regering van nationale eenheid.
Letta’s verbond met Calenda’s centrum was werkelijk een farce. Het duurde slechts vijf dagen. In ieder geval zou het hem niet in staat hebben gesteld serieus te concurreren met rechts,
De historische dubbelzinnigheden van M5S
Een paar woorden over de M5S: het is goed eraan te herinneren dat dit de meest regeringsgezinde partij van de hele regeerperiode is en dat ze zelfs nu nog in de regering zit met Draghi; haar ministers hebben geen ontslag genomen. De positieve maatregelen die ze heeft genomen, zijn op twee vingers te tellen, terwijl de lijst met negatieve maatregelen heel lang is. We hebben het over het beleid dat de sociale crisis waarin we ons bevinden, heeft veroorzaakt en verdiept. Het zou een ernstige vergissing zijn om een geïsoleerde en onzekere ‘niet-deelname’ aan een vertrouwensstemming in de Senaat over Draghi te verwarren met het openen van een nieuwe weg van oppositie en ‘strijd’, zoals sommigen ter linkerzijde zichzelf willen doen geloven.
De Union Popolare (Volksunie)
Een alternatief sociaal en democratisch programma, gecombineerd met de wil om de strijd van de onderdrukten opnieuw op te bouwen, dat is wat de krachten die zich hebben verenigd in de lijst ‘Unione Popolare’ in deze verkiezingscampagne willen verdedigen en vertegenwoordigen. Het gaat om Potere al Popolo (Macht aan het volk), Rifondazione Comunista (Communistische Heroprichting), de afgevaardigden van ManifestA (een afsplitsing van 4 parlementsleden van M5S) en de DeMa-beweging van De Magistris (twee keer verkozen tot burgemeester van Napels).
De vorming van deze lijst werd gekenmerkt door een aantal beperkingen, te beginnen met het onvermogen of de onwil om zich open te stellen voor een groter aantal sociale en politieke krachten. Er zijn enkele tactische dubbelzinnigheden geweest, met ernstige politieke gevolgen, zoals het streven om een politieke pool te vormen met de M5S, een partij van structurele klassensamenwerking. Ook is er de keuze van het symbool van de lijst met een naam. Dit werd gepresenteerd als een electorale tactiek voor een grotere zichtbaarheid, maar het is een keuze die het risico inhoudt bij te dragen tot de door het dominante systeem gewenste personalisering van de politiek. Tenslotte is er het streven om een regeringsmacht te zijn en de bereidheid tot toekomstige allianties, hetgeen de onduidelijkheid en verwarring over de te volgen koers alleen maar in de hand kan werken.
Wij van onze kant menen dat het noodzakelijk is dit initiatief te steunen en te streven naar de opbouw van een politiek alternatief met een duidelijke klasse-oriëntatie. We willen herinneren aan de kritische evaluatie die we in de afgelopen weken hebben geformuleerd. Dat staat onze steun voor de lijst echter niet in de weg. Het is in feite de enige lijst met een alternatief perspectief ten opzichte van het huidige dominante politieke kader. Dit in tegenstelling tot de lijsten van Sinistra Italiana en de Groenen, die volledig ondergeschikt zijn aan de PD en zelfs de agenda van Cottarelli (verantwoordelijk voor de bezuinigingen op de overheidsuitgaven)zonder enig protest accepteren.
Het is geen toeval dat de media tot nu toe zwijgen over de lijst van Union Popolar: beter om er niet over te praten, om er geen aandacht aan te geven. Voor de Volksunie, in tegenstelling tot bijna alle andere politieke formaties, klein of groot, is het nodig om vele tienduizenden handtekeningen te verzamelen in een paar dagen tijd. Dat is te danken aan een politiek en grondwettelijk uiterst dubieuze manoeuvre van Mattarella en Draghi. Ze deden dat in een vakantieperiode waarin sommigen kunnen doen wat ze willen dankzij de media-instrumenten die ze tot hun beschikking hebben, terwijl de krachten van links, worden gehinderd doordat fabrieken en werkplekken gesloten zijn . Dit manoeuvre is een poging om de uitoefening van een fundamenteel recht uiterst moeilijk te maken. Het is aan ons allen om dit elementaire democratische recht in de komende dagen te garanderen door mensen uit te nodigen zich in te schrijven op de lijsten van de Unione Popolare.
Dit artikel verscheen oorspronkelijk op International Viewpoint. Nederlandse vertaling: redactie Grenzeloos.
Trackbacks/Pingbacks