Dit artikel werd gepost naar aanleiding van de Internationale VrouwenRECHTENdag , 8 maart, en naar aanleiding van de actie van Plasactie vzw op donderdag 15 maart in Gent. Het artikel zelf is mijn (niet-geselecteerde) inzending voor de Emile Zola-prijs 2018 van Stichting Gerrit Kreveld.

Het is oudejaarsnacht net na middernacht. Je hebt je best gedaan om je plas in te houden, gezien het aftellen naar het nieuwe jaar voor jou en je vrienden een belangrijk moment is. Een nieuw jaar met nieuwe voornemens. Feesten, zoenen, drinken, flirten. Maar eerst het toilet opzoeken in dit onguur feestcafé, want het is hoognodig. De lange rij met wachtenden voor jou zorgt ervoor dat je jezelf vervloekt voor je beslissing om te plassen na het aftellen. Logisch dat mensen liever het nieuwe jaar vieren bij hun vrienden in plaats van op het toilet. Lichtjes geïrriteerd schuifel je voetje voor voetje richting de sanitaire verlossing. Je kijkt naast je en merkt op dat de rij van de andere toiletten niet zo lang is als deze waar jij in staat. Het probleem is echter dat je niet in die rij durft te staan, gezien je zodanig geconditioneerd werd door de maatschappij om aan te schuiven bij de toiletten van je medeseksegenoten. Je voelt je in je wezen niet oncomfortabel bij die gedachte, maar je bent wel zichtbaar gefrustreerd dat je eigen rij blijkbaar over minder toiletten beschikt waardoor alles langzamer verloopt. Eindelijk ben je bijna bij je doel. Je haalt opgelucht adem en probeert in te schatten hoe lang het nog zal duren vooraleer jij aan de beurt bent. Plotseling word je uit je denkproces gerukt. Geld. Je hebt geld nodig om naar het toilet te mogen gaan. En dat terwijl je al aan een paar liters te dure cava hebt gelaafd. Je vloekt nog eens terwijl je in je portefeuille snuistert.

Waar is die verdomde vijftig cent wanneer je die nodig hebt? Even later ga je naar buiten om een frisse neus te halen. Aan de overkant van de straat bekijk je met lede ogen de extra plaszuilen die de stad heeft geplaatst om wildplassen tijdens oudejaarsnacht tegen te gaan. Je denkt bij jezelf: “Gratis overal kunnen plassen. Waarom zij wel en ik niet?”. Je keert gefrustreerd terug naar binnen.

Dit gedachte-experiment was voor mij gemakkelijk om te schrijven. Als vrouw maak ik zoiets zodanig vaak mee, dat het scenario verankerd zit in mijn hersenen. Een avondje dansen wordt op deze manier een avondje geld verkwisten aan toiletten. Al sinds mijn jeugd irriteer ik mij mateloos aan de ongelijke sanitaire behandeling van vrouwen en mannen. Als kleuter wou ik dolgraag rechtstaand plassen zoals mijn mannelijke leeftijdsgenoten. Ik heb het heel vaak geoefend, maar dan ook redelijk snel opgegeven. De plas schoot alle kanten uit en ik was bang om het ganse toilethokje te bevuilen.

Sinds een aantal jaar vertoon ik ook meer aandacht voor de discriminaties die non-binaire en transgender personen meemaken. En laten we eerlijk zijn, genderbinaire toiletten spelen daar ook een belangrijke rol in. Urinoirs zijn niet enkel discriminerend voor mensen op basis van hun gender, maar zijn ook niet toegankelijk voor mensen met een beperking. Wanneer je in een rolstoel zit en naar het toilet wilt gaan, moet je vaak op je kin kloppen. Geen wonder dat we amper rolstoelgebruikers in het straatbeeld zien.

En heeft iemand zich al eens afgevraagd hoe bepaalde werkmensen, zij die een job in de openbare ruimte moeten uitoefenen, hun plas lozen? Die DIXI-hokjes zien mij er niet echt uitnodigend uit. Zeker niet in tijden van menstruatie. En wat dan met de thuislozen? Waar moeten zij heen als iedereen rondom hen heen hen wegjaagt? Waarom verwachten we dat kansarmen het weinige geld waarover ze beschikken uitgeven aan het benuttigen van toiletten bij gratis openbare evenementen?

Al deze vraagstukken wil ik graag in dit essay behandelen. Gezien plassen voor mij een basisrecht van iedereen is, wil ik niet enkel ijveren voor evenveel ‘vrouwentoiletten’ als urinoirs in de openbare ruimte. Neen, ik strijd voor de beschikbaarheid van gratis genderinclusieve en rolstoelvriendelijke toiletten opdat we de talloze discriminerende urinoirs bij de vuilnis kunnen zetten.

Mogen we nog naar buiten, meneer?

Aaaaah, de goede oude tijd. Waar men op een veel directere manier mocht discrimineren tussen verschillende groepen mensen en men daarvoor niet en masse op de vingers werd getikt. De tijd waarin men veel duidelijker zag dat het publieke leven enkel voor te behouden was aan mannen en het private leven aan vrouwen. De bewegingsvrijheid van meisjes en vrouwen werd toen hevig onderdrukt. De dag van vandaag gebeurt deze onderdrukking op een iets subtielere manier, maar zeblijft nog steeds aanwezig.

Het is pas bij de toetreding van de vrouw tot de arbeidsmarkt dat we een duidelijke scheiding beginnen te zien tussen ‘vrouwen-’ en ‘mannentoiletten’. Goedbedoeld seksisme lag hier aan de basis en deze maatregel zorgt er de dag van vandaag voor dat nonbinaire en transgender personen zich onveilig voelen bij het ledigen van hun blaas.

Andere vormen van seksisme, zoals het innemen van een androcentrisch standpunt, leiden tot groteske taferelen van wereldvreemde rechters die vrouwen boetes wegens wildplassen opleggen omdat deze dames de urinoirs niet willen (zeg liever kunnen) gebruiken. Ook validisme is schering en inslag wanneer we kijken naar de beschikbare toiletten in de openbare ruimte. Een aantal jaar geleden ontwikkelden een aantal rolstoelgebruikers hun eigen smartphone app ‘On Wheels’ om elkaar te informeren over de toegankelijkheid van gebouwen en dergelijke in ons land. Hierbij wordt ook aangegeven of de sanitaire voorzieningen rolstoelvriendelijk zijn of niet.

Uit al deze voorbeelden blijkt des te meer hoe geprivilegieerd een selecte groep in onze maatschappij is en hoe we als samenleving massaal de bewegingsvrijheid van andere burgers beperken. Plasactie vzw, een Gentse organisatie die ervoor heeft gezorgd dat de toiletten tijdens de Gentse Feesten gratis zijn, voert een hevige strijd om deze hypocrisie aan de kaak te stellen. Om de grootteorde van de sanitaire ongelijkheid duidelijk te maken heeft de organisatie het aantal urinoirs in de buurt van de Overpoort geteld. (1)de Overpoortstraat is een vooral bij studenten erg populaire uitgangsbuurt Mannen hebben vijf permanente, en op sommige dagen nog eens acht extra, gratis plaseenheden ter beschikking. En dat terwijl men in de ondergrondse parking van het Sint-Pietersplein nog eens drie urinoirs en een ‘herentoilet’ heeft. Het aantal gratis ‘vrouwentoiletten’ beperkt zich tot drie en vinden we enkel ondergronds terug.

Kunnen we hier van gendergelijkheid spreken? Gezien er in totaal vijf à acht urinoirs zichtbaar aanwezig zijn in het straatbeeld en men ondergronds moet gaan om eindelijk vier toiletten te vinden die we genderinclusief kunnen noemen, naast de drie extra urinoirs, is mijn antwoord neen. Daarnaast lijkt het erop dat de toiletten in de ondergrondse parking zelfs niet rolstoeltoegankelijk zijn. Of toch niet volgens het plasplan van stad Gent, een plan dat er mede is gekomen dankzij het harde werk van Plasactie vzw.

Toch kunnen we de situatie in Gent niet slecht noemen. De stad heeft tenminste een sanitair beleid. Andere steden en gemeenten in ons Belgenland zijn er veel erger aan toe. Zodanig erg dat je je begint af te vragen of het in feite wel nog toegelaten is voor de mensen die niet aan de rechtstaand-kunnen-plassennorm voldoen om naar buiten te komen; hoe het zou zijn om als persoon zich geen zorgen te hoeven maken over je persoonlijke veiligheid als je gehurkt ergens achter een struikje moet zitten met je enkels bevangen in de stof van je broek omdat je anatomie het niet toelaat rechtstaand te plassen; hoe het zou voelen om vrij rond te lopen zonder eraan te denken dat je binnen x aantal uur het maandverband of de tampon in je vagina moet vervangen vooraleer er bloed langs je benen naar beneden drupt of je het toxischeshocksyndroom ontwikkelt.

Blijkbaar verstaan de politici in ons land niet hoe het is om vanuit een minder geprivilegieerde positie de publieke ruimte te betreden, welke mentale voorbereiding heel wat Belgische burgers uitvoeren, bewust of onbewust, vooraleer ze uit het huis gaan.

Gelukkig bestaan er nog burgeractivisten die in hun vrije tijd deze problematiek actueel houden. Momenteel heeft Plasactie vzw een petitie lopen met de naam PISS-OFF, een acroniem dat staat voor Pee Intervention Squad: One Feminist Front, waarbij ze Zuhal Demir vragen om in kader van haar bevoegdheden en conform de Algemene Beleidsnota Armoedebestrijding en Grootstedenbeleid, Personen met een beperking, Gelijke Kansen 2017-2018 werk te maken van de sanitaire gelijkheid.

Hoe je werk je blaas beperkt

Betaald werk is de dag van vandaag een belangrijke voorwaarde om op een menswaardige manier te kunnen overleven. De laatste jaren werden de voorwaarden om te genieten van een werkloosheidsuitkering of een leefloon zodanig verstrengd of bemoeilijkt dat het amper mogelijk is om er op een menswaardige wijze van te kunnen leven. Men probeert extra jobs te creëren, maar de manier waarop laat soms te wensen over. De verschillende besparingen die de regering heeft doorgevoerd hebben zeker en vast ook effect op de kwaliteit van onze jobs.

Als we kijken naar de website van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, dan zien we bij het onderdeel uitvoering van de arbeidsovereenkomst dat meer dan de helft van de webpagina bestaat uit de algemene verplichtingen en aansprakelijkheid van de werknemer. De verplichtingen van de werkgever bestaan uit zeven korte puntjes en de aansprakelijkheid van deze persoon is zoek.

De neoliberale ideologie is niet ver te zoeken. Wanneer we dan de weinige verplichtingen van de werkgever bestuderen, dan zien we dat twee hiervan van toepassing zijn op het sanitair vraagstuk. Vooraleerst is de werkgever verantwoordelijk om “de werknemer te doen arbeiden op de wijze, tijd en plaats zoals is overeengekomen, inzonderheid door het ter beschikking stellen van de voor de uitvoering van het werk nodige hulp, hulpmiddelen en materialen”. Daarnaast is de werkgever ook verplicht “te zorgen dat de arbeid wordt verricht in behoorlijke omstandigheden met betrekking tot de veiligheid en de gezondheid van de werknemer […]”. I

n mijn ogen vallen kwaliteitsvolle genderinclusieve sanitaire voorzieningen onder de noemer van nodige hulpmiddelen opdat de werkende mens kan arbeiden op de wijze, tijd en plaats zoals is overeengekomen alsook onder de verplichting om ervoor te zorgen dat de veiligheid en de gezondheid van de werknemer gegarandeerd wordt. Op de website van de Federale Overheidsdienst leest men ook hoeveel toiletten er nodig zijn, dat een scheiding tussen vrouwen en mannen verplicht is en dat de toiletten zo dicht mogelijk bij de werkpost, rustlokalen enzovoort moeten geplaatst worden. Werknemers die vaak tot altijd buiten de bedrijfsgebouwen hun werk verrichten, krijgen een A.R.A.B.-vergoeding. Allemaal goed en wel, maar hoe zit het in de praktijk?

Op de voorstelling van 5 december 2017 in Gent van het boek Dokter aan het Stuur geschreven door Egmont Ruelens werd de problematiek van slechte sanitaire voorzieningen bij De Lijn hevig besproken ook al was het geen onderwerp dat Egmont zelf had aangehaald. Ik hoorde er verhalen van vroegere en huidige werknemers alsook van vakbondsafgevaardigden die volgens mij niet door de beugel kunnen.

Je mond valt open wanneer je hoort dat de DIXI-toiletten in regio Gent er voornamelijk zijn gekomen omdat een decennium geleden een vrouwelijke chauffeur aangerand werd toen ze uit hoge nood tussen de struiken haar plas looste. Dat de afgevaardigden van verschillende vakbonden al meer dan tien jaar het gebrek aan kwaliteitsvolle sanitaire voorzieningen aankaart bij het management is een gegeven om moedeloos van te worden. Nog moedelozer word je wanneer je allerlei getuigenissen van vrouwelijke buschauffeurs leest die in je mailbox zijn beland. Blijkbaar heeft De Lijn afspraken gemaakt met zelfstandige uitbaters van tavernes of tankstations om hun sanitaire voorzieningen te mogen gebruiken, mits rekening te houden met hun openingsuren. Een oplossing dat te vergelijken is met de A.R.A.B.-vergoeding.

Maar op heel wat plaatsen staan er van die lompe DIXI-hokjes die in feite geen volwaardige wc-vervanging zijn. Als werknemers al een soort survivalkit meedoen met daarin een zaklamp, toiletdoekjes en vochtige reinigingsdoekjes omdat zo’n hokje niet voorzien is van deftige verlichting, droog toiletpapier tijdens vochtig weer en men in de winter geen antivries aan het water van de wastafel wilt toevoegen, dan worden de twee arbeidsovereenkomsten die ik hiervoor heb besproken op geen enkele wijze gerespecteerd. En dan hebben we het nog niet over de menstruatieperiode met extra noodzakelijke toiletbezoeken tot gevolg.

Het feit dat de vooropgestelde tijdschema’s met ingeplande sanitaire pauzes niet consequent gevolgd kunnen worden, is mede te wijten aan de vastgekoekte mobiliteit in ons land. Hier kan De Lijn niet veel aan veranderen. Maar wat het management wel kan verwezenlijken is meer rusttijden bij grotere haltes incalculeren, liefst ergens waar deftige sanitaire voorzieningen aanwezig zijn. Een ondervraging van de chauffeurs zelf zou wenselijk zijn. Welke hulpmiddelen hebben ze nodig om hun job kwaliteitsvol uit te voeren? Daarnaast brengt De Lijn bewust de veiligheid en gezondheid van de eigen werknemers in gevaar. Pestkoppen die op de DIXI-hokjes bonken wanneer je erin zit, aanranding van de eerbaarheid wanneer je tussen de struikjes moet plassen, bananen eten om de plas af te remmen, enkel medicatie slikken die geen vochtafdrijvende werking hebben enzovoort.

Als dit geen grove schending is van de weinige verplichtingen als werkgever, dan weet ik het ook niet meer. Maar wie is hier de werkgever? Is dit De Lijn zelf of eerder de regering die momenteel nog liever files sponsort via bedrijfswagens dan een duurzame investering te doen in het openbaar vervoer? Als we de getuigenis van Else Martens, delegee bij BTB, mogen geloven dan maakt de gebrekkige samenwerking tussen De Lijn, Ben Weyts en de schepenen/burgemeesters van steden en gemeenten er een soepje van. Ook het vrijgemaakte budget van ocharme 900.000 euro om de chauffeurs van De Lijn (niet deze van de onderaannemers) over gans Vlaanderen van toiletten te voorzien is om te huilen. Een structurele oplossing voor deze schending van de mensenrechten dringt zich op.

We merken niet enkel bij De Lijn en andere vervoersmaatschappijen een structureel probleem, ook bij universiteiten en andere gebouwen die zich openstellen voor de ganse gemeenschap heeft men kritiek op het (ontbreken van) sanitair beleid. Zoals er op de website van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg uitgelegd wordt, is men verplicht om de toiletten genderbinair op te scheiden en de Universiteit van Gent gehoorzaamt deze regel klakkeloos. Nochtans hebben twee wetenschappers aan diezelfde universiteit recent een onderzoek gedaan naar de wachtrijen aan de vrouwentoiletten en zijn ze tot de conclusie gekomen dat gemengde toiletten de oplossing zijn om deze wachtrijen fors te doen dalen.

Daarnaast zien we ook beweging ontstaan bij de werknemers zelf. Bij de faculteit Letteren en Wijsbegeerte pikt men het niet meer dat genderbinaire toiletten de norm zijn. Voor non-binaire en transgender personen is deze kwestie belangrijk voor de eigen gezondheid en veiligheid. Twee belangrijke termen die onder de verantwoordelijkheid vallen van de werkgever. Maar wat als de werkgever hier niets aan doet? Wat als de aanvraag voor genderinclusieve toiletten gevangen zit in de papieren molen van de Belgische bureaucratie? Dan ondernemen mensen zelf actie! Momenteel vindt men op de toiletdeuren van de bibliotheek binnen deze faculteit symbolen die aanduiden of er een toiletpot, urinoir of rolstoelvriendelijk toilet aanwezig is. Deze bottom-up actie bestaat al een jaar en niemand die hieromtrent een klacht heeft neergelegd. Zeg nu zelf: zo moeilijk kan het toch niet zijn?

Plassen, een basisrecht

In feite is het vanzelfsprekend. Gratis overal kunnen plassen, en met uitbreiding ook kakken, zou een basisrecht moeten zijn. Of dit nu met of zonder speciaal voorziene sanitaire voorzieningen gebeurt, het is een natuurlijk fenomeen dat je niet kan inhouden. Zelfs de Europese Unie steunt het recht op water en sanitaire voorzieningen. Maar wanneer men een PV voor wildplassen aanvecht omdat een stad de gratis openbare toiletten afsluit tijdens een openbaar evenement dat in teken staat van solidariteit met de armeren en onderdrukten in onze wereld waardoor kansarme mensen plots geld moeten betalen om te kunnen plassen, lijkt het alsof men dit basisrecht met de voeten veegt.

Groot was dan de verwondering van plasactivisten dat zelfs Unia in deze zaak het recht op een gratis toilet niet als een mensenrecht beschouwde. Ik quoteer de reactie van een medewerker bij Unia wat betreft de besproken zaak: “Recht op een toilet is geen mensenrecht. En zeker niet recht op een gratis toilet. […] Verder zie ik ook geen discriminatie, iedereen heeft op dezelfde wijze toegang tot de wc’s, mits deelname. 0,50 cent blijft nog altijd redelijk en er kan dan ook geen sprake zijn van disproportionaliteit.”. Mooie woorden, een stad mag blijkbaar de openbare toiletten sluiten en zelf geld verdienen aan iets dat een basisnood is. De uitspraak van deze medewerker van Unia is dus in tegenstrijd met de niet bindende VN-resolutie waar België vóór heeft gestemd.

Als het nog niet is gebeurd, is het nu hoog tijd dat het recht op water en sanitaire voorzieningen opgenomen worden in onze Belgische grondwet. Pas dan zal plassen werkelijk als basisrecht beschouwd worden. Ondertussen ontketenen we een sanitaire revolutie.

Dankwoord

Voor het bezorgen van de nodige informatie wil ik heel graag de volgende personen bedanken: Else Martens, Marischka Van den Daele, Misha Verdonck, Plasactie vzw, Raf Verbeke en Steven Steyaert

Ashley Vandekerckhove is studente Master Gender and Diversity, radicale feministe, Vegan, survivor, Antiracist-ally, LGBTQI-ally, ecologiste, acknowledging her own privileges & showing others theirs.

Voetnoten

Voetnoten
1 de Overpoortstraat is een vooral bij studenten erg populaire uitgangsbuurt