Slechts één dag nadat de Poolse Nationale Verkiezingscommissie de zittende president Andrzej Duda tot winnaar van de verkiezingen verklaarde, werd in Warschau een queer activiste gearresteerd. Volgens getuigen leek de arrestatie van Margot meer op een ontvoering. Ongeüniformeerde politieagenten sloegen haar met geweld in de boeien en sleepten haar uit de flat van haar vriendin. Margot maakt deel uit van het queer collectief ‘Stop Bzdurom‘ (Stop de Bullshit) dat directe actie organiseert tegen de aanhoudende desinformatiecampagnes die zich richten tegen de LHBTQ-gemeenschap, seksuele voorlichting en reproductieve rechten.
In de afgelopen jaren werden haatzaaiende toespraken, gevuld met homofobie en transfobie, een standaard politiek middel in een land dat de beschamende status heeft het meest homofobe land van de Europese Unie te zijn. In Polen zijn queers publieke vijand nummer één.
Terwijl de Hongaarse leider Victor Orbán xenofoob sentiment mobiliseert tegen vluchtelingen en Roma, hebben Poolse conservatieven seksuele minderheden gekozen als de perfecte zondebok in tijden van sociale en economische onzekerheid.
In de verkiezingen, die te midden van de covid-19 pandemie moesten plaatsvinden, voerde Duda een campagne die bol stond van de anti-LHBT-retoriek. Duda beloofde dat hij onderwijs over LHBT-gerelateerde kwesties op scholen zou voorkomen en waarschuwde tegen een zogenaamde LHBT–‘ideologie‘ die nog gevaarlijker zou zijn dan het communisme. Zijn uitspraak dat ‘LHBT een ideologie is, niet mensen‘ werd alom bekritiseerd als ontmenselijkend. Maar deze uitspraak laat ook zien hoe wijdverspreid simplistische formules zijn. De zogenaamde ‘genderideologie‘ is een amorf verzinsel dat allerlei doeleinden kan dienen.
De regerende partij voerde campagne met behulp van de door de staat gecontroleerde publieke media en portretteerde de LHBTQ-gemeenschap als een buitenlandse bedreiging voor Poolse traditionele familiewaarden. Ondertussen demoniseert ook de Poolse katholieke kerk de ‘LHBT-ideologie‘ om zo de aandacht af te leiden van het pedofilieschandaal in haar eigen gelederen. In augustus 2018 sprak de aartsbisschop van Krakau, Marek Jędraszewski, zich uit tegen de ‘regenboogplaag‘ die het land zou teisteren. Deze ‘plaag‘ zou dan wel ‘niet marxistisch, bolsjewistisch‘ zijn maar wel ‘geboren uit dezelfde geest, neo-marxistisch‘, ‘niet rood, maar regenboog.‘
Dergelijke uitspraken van overheidsfunctionarissen en vertegenwoordigers van de katholieke kerk laten het diepgewortelde anticommunisme zien van de Poolse politiek. Dit anticommunisme blijft zonder tegenspraak in een context die gekenmerkt wordt door polarisatie tussen conservatieve en liberale krachten die allebei communisme verwerpen als totalitair. Voordat Recht en Rechtvaardigheid (PiS) aan de macht kwam, richtte de centristisch-liberale regering van het Burgerplatform zich op het handhaven van de status quo en neoliberale hervormingen. De hegemonie van de katholieke kerk, de traditionalistische opvattingen over familie, misogynie, homofobie en transfobie werden niet in twijfel getrokken en zo ontstond een vruchtbare voedingsbodem voor de daaropvolgende nationalistische radicalisering.
Bovendien verenigt anticommunisme verschillende lokale en internationale actoren die ten strijde zijn getrokken tegen de ‘genderideologie‘. ‘Communisme‘ is voor deze groepen een ongrijpbare vijand die maar al te gemakkelijk geherdefinieerd wordt als ‘LHBT-ideologie‘.
Naast de staat en de katholieke kerk, is een netwerk van ultraconservatieve niet-gouvernementele organisaties prominent aanwezig in de aanvallen op de Poolse LHBTQ-gemeenschap. De aanklacht tegen Margot werd ingediend door Fundacja PRO Prawo do życia (Stichting PRO Recht op leven), een groep die actief is op het gebied van anti-abortuscampagnes. Onlangs was deze fundamentalistische ‘GONGO’ (door de regering georganiseerde niet-gouvernementele organisatie) verantwoordelijk voor het opstellen van een wetsvoorstel dat onder de naam van ‘Stop Pedofilie Wet‘, elke vorm van seksuele voorlichting (een onderwerp dat op Poolse scholen al praktisch niet voorkomt) strafbaar te stellen. Als onderdeel van hun campagne om handtekeningen te verzamelen in het kader van dit burgerrechtproject, dat niets te maken heeft met de bestrijding van pedofilie, stuurde de stichting met luidsprekers uitgeruste busjes rond die bedekt waren met homofobe leuzen. De busjes rijden rond in verschillende Poolse steden en verspreiden hatelijke en valse berichten over homoseksualiteit. Het is belangrijk om te erkennen dat de juridische weg om een dergelijk duidelijk geval van haatdragende taal in het openbaar te bestrijden, al zonder succes is afgelegd.
Op 27 juni stopte zo’n ‘homofobus‘, zoals activisten ze begonnen te noemen, voor het kraakpand van Warschau ‘Syrena‘, met de bedoeling om een bijeenkomst die daar plaatsvond te verstoren. Als reactie op deze provocatie probeerden verschillende activisten hen eerst weg te jagen en uiteindelijk bekladden ze de bus en sneden ze de banden lek. Sinds de arrestatie van Margot komen de leden van de Stichting regelmatig bijeen voor de deur van ‘Syrena‘ om daar, onder begeleiding van homofobe spandoeken en rozenkransen, ‘de homo’s weg te bidden‘.
De Stichting PRO is een van de vele ultraconservatieve groepen die actief zijn in het Poolse openbare leven. Bovendien maakt deze groep deel uit van een grotere transnationale religieuze fundamentalistische beweging, verzameld onder de overkoepelende organisatie ‘Traditie, Familie en Eigendom‘ (TFP). Deze organisatie zag vanaf de vroege jaren 2000 Oost-Europa als het terrein waar een nieuw, rechts sociaal middenveld opgebouwd kon worden. Een internationale wildgroei van lokale groepen en denktanks verenigt zich in verschillende campagnes zoals onder andere die tegen het Verdrag van Istanboel van de Raad van Europa over gender-gerelateerd geweld in Hongarije, het referendum van 2013 over de grondwettelijke definitie van het huwelijk in Kroatië, een soortgelijk initiatief om in 2013, 2016 en 2018 in de Roemeense grondwet het gezin te definiëren als een verbintenis tussen een man en een vrouw en het blokkeren van de wet op het geregistreerd partnetschap in Estland tot 2016. In haar nieuwste boek onthulde onderzoeksjournaliste Klementyna Suchanow de complexe economische en institutionele banden tussen verschillende rechtse en religieuze organisaties en volgt ze hun groeiende politieke invloed van Brazilië, via de VS en Rusland, naar Europa.
In Polen is een van de belangrijkste spelers die bij de TFP zijn aangesloten een juridische denktank, ‘Ordo Iuris‘ (Rechtsorde) genaamd. Deze denktank maakt deel uit van het extremistisch-katholieke Agenda Europe-netwerk dat streeft naar ‘herstel van de natuurlijke orde‘ door het lamleggen of ontmantelen van beleid op het gebied van reproductieve en seksuele rechten.
Ordo Iuris is verantwoordelijk voor het opstellen van een wetsvoorstel voor een volledig verbod op abortus. Dit voorstel werd ingetrokken na massale protesten. Daarnaast stelde de denktank een ‘Verdrag inzake de rechten van het gezin‘ op dat een alternatief zou moeten zijn voor het Verdrag van Istanboel van de Raad van Europa. Naast voorstellen voor wetgeving en beleidslobby’s vertegenwoordigt deze organisatie ook individuen en groepen zoals de Stichting PRO in rechtszaken. Op deze wijze biedt ‘Ordo Iuris‘ juridische ondersteuning aan religieuze extremisten die de de grenzen van de wet willen testen. Een van hun strategieën is het gebruik van een mensen-rechtendiscours en het bedrijven van homofobe en transfobe politiek onder het mom van familie-rechten. Zo werd eind 2019 aan lokale overheden het ‘Handvest van de familierechten‘ voorgesteld als een minder controversieel sjabloon om zichzelf tot ‘LHBT-vrije zones‘ uit te roepen nadat in maart van dat jaar PiS raadsleden een golf van anti-LHBT-resoluties hadden ingediend.
De opkomst bij de laatste verkiezingen was de hoogste sinds 1995: 68,18 procent. Het land is gepolariseerd. Tijdens de verkiezingsnacht deed Duda een onhandige poging om de destructieve emoties die hij tijdens zijn campagne had gemobiliseerd, af te koelen. Hij verontschuldigde zich tegenover degenen die zich door hem beledigd voelden tijdens de afgelopen vijf jaar van zijn presidentschap en in de afgelopen maanden. Later, toen hem gevraagd werd of hij spijt had van zijn aanvallen op de LHBTQ-gemeenschap, antwoordde hij dat hij bij zijn eerdere verklaringen blijft.
Hoewel dit gezien werd als een teken van een mogelijke opschorting van de anti-gender retoriek in de nasleep van zijn overwinning, is de haatcampagne doorgegaan. Op 25 juli kondigde de minister van justitie Zbigniew Ziobro aan dat Polen zich terugtrekt uit het Verdrag van Istanboel omdat het document ‘elementen van ideologische aard‘ bevat. Dit was een verwijzing naar de definitie van gender als sociaal geconstrueerd. Tegelijkertijd financiert zijn ministerie een project van een andere fundamentalistische GONGO met de titel ‘Bestrijding van misdaden tegen gewetensvrijheid onder invloed van de LHBT-ideologie‘. Dit staat gepland voor de jaren 2020-2023 en heeft als doel om ‘nieuwe linkse ideologieën‘ uit de Poolse publieke ruimte te elimineren door gebruik te maken van bestaande wettelijke bepalingen over het beledigen van religieuze gevoelens. Dit nieuwe project is een perfect voorbeeld hoe snel het netwerk van religieuze fundamentalistische groepen reageert op artistieke en activistische acties en hoe nauw ze verbonden zijn met de overheidsstructuren.
Het lijkt erop dat de arrestatie van een jonge queer activist doelbewust werd uitgesteld tot na de verkiezingsuitslag. Na tussenkomst van de Helsinki Foundation for Human Rights werd Margot vrijgelaten nadat zij de nacht had doorgebracht in de gevangenis op beschuldiging van ‘hooliganisme‘. Op 30 juli organiseerden queer activisten het ophangen van regenboogvlaggen en roze gezichtsmaskers op verschillende iconische beelden in Warschau. Dat was een oproep tot grotere mobilisatie tegen de vloed van homofobie en transfobie.
De repressie van queer activisten, steden en provincies die zich tot ‘LHBT-ideologie vrije zones‘ verklaren, voortdurende aanvallen op kantoren van LHBTQ Ngo’s, brute aanvallen op Pride Marches (waaronder een mislukte bomaanslag in Lublin vorig jaar): dit alles maakt duidelijk dit geen louter symbolische strijd is.
Als de beruchte ‘homofobussen‘ met luidsprekers verkondigen dat ‘homoseksuelen twintig jaar korter leven‘, is dit niet een willekeurige pseudowetenschappelijke claim, maar iets dat een grimmige realiteit wordt in een land waar de zelfmoordcijfers onder homoseksuele jongeren stijgen.
Ondertussen wordt het plaatsen van een symbool van liefde en tolerantie op het beeld van Jezus Christus op de Krakowskie Przedmieście straat in Warschau door premier Matuesz Morawiecki gekenmerkt als ‘barbarij‘ en ‘ontheiliging‘ terwijl oppositie-kandidaat Rafał Trzaskowski het een ‘onnodige provocatie‘ noemt.
Poolse liberalen veroordelen de grofste vormen van homofobie, maar oefenen er zelf een ‘lichte‘ versie van uit in naam van pluralisme en evenwichtige dialoog, en door de de massale aanval op de LHBTQ-gemeenschap slechts als een afleiding te zien. Met andere woorden, homofobie en transfobie doordringen beide zijden van dit sterk gepolariseerde politieke landschap.
Tijdens de mars ter herdenking van de opstand van Warschau, georganiseerd door een coalitie van fascistische en nationalistische groeperingen, werd elk spoor van LHBTQ symboliek vernietigd. Verschillende malen haalden deelnemers regenboogvlaggen die voorzien waren van het embleem van het Poolse verzet tijdens de oorlog neer en verbrandden ze.
In Oost-Europa is de regenboogvlag een belangrijk symbool van queer verzet, het is een manier om levens die voortdurend worden aangevallen en uitgewist zichtbaar te maken. Er zijn subversieve manieren om dit symbool in de openbare ruimte te gebruiken, maar er zijn ook ‘mainstreaming‘-strategieën die flirten met het idee van assimilatie in de meerderheid. Het voortdurende conflict rond de regenboogvlag legt de diepe gebreken en paradoxen bloot van linkse pogingen om religieuze en nationale symbolen te claimen. Het gaat er niet om te bewijzen dat de Maagd Maria met een regenboog-halo of een kleurrijk nationaal embleem geen beledigingen zouden moeten zijn, maar eerder om het vinden van manieren om queer politiek te bedrijven zonder het nationalistisch-patriotisch discours te herhalen. Een ‘queer versie‘ van de nationale vlag is nog steeds een symbool van nationale verbondenheid. De strijd is ongelijk, maar nieuwe strategieën en nieuwe vormen van coalitievorming zijn dringend vereist.
Recent werden EU-subsidies voor zes Poolse steden achtergehouden vanwege hun anti-LHBT-verklaringen. Dit suggereert dat men hoopt dat een vijandige houding zal veranderen als er een prijs komt te staan op discriminerende praktijken. Tegelijkertijd past deze stap precies in het discours dat de ‘LHBT-ideologie‘ een buitenlandse dreiging is, opgelegd door het ‘ontaarde‘ Westen.
Het is onduidelijk of het achterhouden van subsidies een ontnuchterend effect zal hebben, of dat het juist de anti-LHBT-retoriek zal consolideren. De TFP-satellieten stellen nu al de Europese instellingen voor als de bron van de ‘genderideologie‘ in verdragen zoals het Verdrag van Istanboel. De politierepressie van activisten maakt het nu van groot belang dat de internationale solidariteit met homoseksuelen in Polen wordt geïntensiveerd. Er moet veel werk worden gedaan voor de opbouw van solidariteitsnetwerken met gemarginaliseerde groepen, waaronder migrantenwerknemers en andere groepen die buitengewoon hard geraakt worden door de bezuinigingsmaatregelen. Als er iets is dat deze recente verkiezingen heel duidelijk laten zien, dan is het wel dat queer- en links activisme een manier moet vinden om niet beperkt te blijven tot de grote steden.
Dit artikel verscheen oorspronkelijk op LeftEast. Voor voetnoten, zie de Engelstalige versie aldaar. Nederlandse vertaling: redactie Grenzeloos.