Op 28 maart maakte de Europese Commissie plannen bekend “om de militaire mobiliteit binnen en buiten de Europese Unie te verbeteren”, want “commissievoorzitter Juncker wil een volwaardige defensie-unie tegen 2025.” Men wil ervoor zorgen “dat de EU beter is voorbereid op een crisis waarbij binnen en buiten (!) de Unie snel troepen en materieel moeten worden verplaatst.”
Men vreest daarbij problemen met bijvoorbeeld bruggen of spoorwegen die niet voorzien zijn op zwaar militair materiaal. “Wij willen het vervoersnetwerk beter benutten en rekening houden met de militaire behoeften bij de planning van infrastructuurprojecten. Zo wordt overheidsgeld beter besteed en het vervoersnetwerk beter uitgerust”, aldus transportcommissaris Bulc.
Ook andere maatregelen moeten vlugge troepenontplooiing vergemakkelijken: vereenvoudigde douaneprocedures bij grensoverschrijdend militair transport, voorschriften bij het vervoer van gevaarlijke stoffen, enz.
Op dergelijke maatregelen wordt reeds langer aangedrongen door de Verenigde Staten en de NATO. Men weet dat deze ook willen dat de lidstaten minstens 2% van hun BBP aan militaire uitgaven besteden; voor veel Europese landen zou dat ongeveer een verdubbeling van het defensiebudget betekenen.
Men ziet eens te meer hoe de Europese Unie het handige instrument is om bijna een heel continent in een bepaalde richting te stuwen; helaas is het steeds de richting gewenst door ondernemers, bankiers en generaals.
Noteer dat dit ‘mobiliteitsplan’ uitgaat van de Europese Unie als dusdanig, en moet onderscheiden worden van de recente plannen voor een hechtere militaire samenwerking tussen 25 van de 28 lidstaten, het zogenoemde PESCO (Permanent Structured Cooperation). Binnen PESCO worden aparte plannen opgesteld in verband met militaire mobiliteit.
Dit artikel verscheen oorspronkelijk op Ander Europa.