Op 25 november opende in de Black Archives in Amsterdam de expositie Zwart & Revolutionair over de zwarte communisten Hermina en Otto Huiswoud. Het is een voorbeeld van de verborgen geschiedenis die activisten tegenkwamen bij het opzetten van de Black Archives.
De expositie voert de bezoeker langs de plekken waar de Huiswouds vochten voor sociale en economische gelijkheid. Hermina en Otto kwamen uit Suriname en Brits Guyana en reisden, zoals veel andere Caribische migranten die vluchtten voor de malaise van het kolonialisme in de jaren 1910, af naar New York. Hier kwamen ze in de wijk Harlem in aanraking met revolutionair ideeën.
Otto Huiswoud sloot zich aan bij de Socialistische Partij van Amerika en vormde samen met Nederlandse revolutionairen zoals Sebald Rutgers de linkervleugel van deze partij. Even later was Otto Huiswoud in 1919 als enig zwart lid betrokken bij de oprichting van de Communistische Partij van de Verenigde Staten. In de jaren 20 en 30 reisden Otto en Hermina Huiswoud vervolgens de hele wereld af om te strijden tegen kolonialisme en voor een wereldwijde arbeidersrevolutie.
Zo redigeerden de Huiswouds in de jaren 30 vanuit Moskou het blad The Negro Worker waarin activisten van Afrikaanse afkomst publiceerden over kwesties zoals kolonialisme, kapitalisme en racisme. In 1941 werd Huiswoud geïnterneerd vanwege de oorlog in Suriname, net als veel andere communisten. Aan de wand van de expositie hangt ook een collage van FBI-rapporten over de Huiswouds, waarin te zien is dat de Amerikaanse autoriteiten uitgebreide rapporten over hun activiteiten bijhielden.
Naast het overzichtelijk tentoongestelde en goed gedocumenteerde verhaal van de Huiswouds, bevat de expositie ook enkele kunstwerken en archiefstukken. Deze laten goed zien hoe de strijd van antiracistische activisten een lange geschiedenis heeft. Zo sieren portretten van activisten de muur, gemaakt tijdens een anti-Zwarte Pietdemonstratie door Iris Kensmil.
Ook ligt er een uitgave van het Friese tijdschrift De Tsjerne uit 1952 waarin een oproep gedaan wordt tot solidariteit met Surinamers. De Friezen beargumenteerden in 1952 dat de taal en cultuur van beide groepen onderdrukt werd. Het heeft geen uitleg nodig hoe relevant dit nu nog is.
Een ander interessant stuk is een uitgave van de Westindiër, ook uit 1952, een blad uitgegeven door mensen van Caribische afkomst waarin het idee van een zwarte Sint en een witte Piet al wordt geopperd. Ten slotte zijn in de rest van het gebouw ook kunstwerken van Brian Elstak en Raul Balai te zien.
Het mooie aan de Black Archives is dat de verborgen verhalen van de zwarte geschiedenis, na jarenlang stof hebben gevangen in persoonlijke archieven, weer naar boven komen. Het verhaal van zwarte communisten zoals de Huiswouds is daarin niet onbelangrijk. Zowel zwarte activisten als socialisten lijken soms te vergeten hoe, vooral in de Verenigde Staten en de Cariben, deze twee strijdterreinen met elkaar verbonden waren.
Naast de Huiswouds was bijvoorbeeld ook de Surinaamse antikoloniaal- en verzetsstrijder Anton de Kom een communist. Het enige minpunt aan de expositie is dat die één zaal groot is terwijl er zoveel te vertellen is. Ongetwijfeld staan de Black Archives vol met nog veel meer van deze verborgen verhalen.
Zwart & Revolutionair – het verhaal van Hermina en Otto Huiswoud is tot 24 februari 2018 te zien bij de Black Archives, Zeeburgerdijk 19b, 1093 Amsterdam, vr. t/m zo. 10.00 – 18.00.
Dit artikel verscheen oorspronkelijk op socialisme.nu.
Illustratie door Raul Balai