Activisten van de Vierde Internationale in de Chinese diaspora schetsen in deze door het Bureau van de Vierde Internationale goedgekeurde verklaring de betekenis van de huidige protestbeweging in China en hun houding daarbij.
Een brand in een woongebouw in Urumqi, waarbij een aantal overwegend Oeigoerse slachtoffers om het leven kwam, was de katalysator van de grootste massabeweging in China in decennia. De brand was een gevolg van China’s gebrekkige lockdown-regime, dat velen in het hele land al lang berooft van fundamentele bewegingsvrijheid en andere mensenrechten en zelfs van toegang tot eerste levensbehoeften. Dit draconische beleid is niet nieuw. De afgelopen twee jaar zijn er veel lokale protesten geweest tegen de manier waarop de lockdowns zijn uitgevoerd. In het bijzonder de arbeiders van Foxconn in Zhengzhou hebben te lijden gehad onder dwangarbeid als gevolg van een door de Chinese staatsraad goedgekeurd systeem waarbij de arbeiders in de fabriek worden opgesloten om de productie in stand te houden. De arbeiders organiseerden een protest dat een belangrijke voorbode werd van de massaprotesten, waarbij ze te maken kregen met repressie van de politie die de bedrijfsbelangen van Foxconn steunde.
In de jaren na de protesten op het Plein van de Hemelse Vrede en het daaropvolgende bloedbad in 1989 is het bewustzijn van de massabeweging getemperd doordat China zich steeds sneller in de richting van het neoliberalisme ontwikkelt. Hoewel lokale en wilde acties wijdverbreid waren, is er weinig succes geboekt bij het opbouwen van een sectoroverschrijdende, onafhankelijke massabeweging in het maatschappelijk middenveld. De repressie versnelde toen Xi Jinping aan de macht kwam, waardoor China’s autoritaire wijze van besturen verder werd verdiept. De mogelijkheid van massale strijd is verder beperkt door de verdeeldheid tussen Han-Chinezen en andere etnische groepen, vaak aangewakkerd door het regime. We geloven dat deze protesten een belangrijke verschuiving in het politieke bewustzijn van het Chinese volk teweegbrengen om deze diepgewortelde beperkingen te overwinnen.
De protesten in China mogen niet worden gereduceerd tot de anti-mondkapjes en anti-vaccin protesten van rechtse groeperingen in het Westen. De mensen in China zijn ontevreden over de manier waarop de pandemiebestrijding is uitgevoerd. Op verschillende momenten tijdens de pandemie werden massa’s mensen tegen hun wil opgesloten in grote fangcang-achtige ziekenhuizen die de infecties vaak verergerden. Veel mensen zaten dagen en weken vast in hun woongebouwen, soms zonder toegang tot basisvoorzieningen.
De massale strijd in heel China dwong het regime zijn jarenlange pandemiebeleid terug te draaien ‒ met andere woorden, het is belangrijk te erkennen dat de mensen hun eerste slag hebben gewonnen. Maar het werk is nog lang niet gedaan. Tijdens de pandemie zijn de investeringen van het Chinese regime in medische infrastructuur op lange termijn die de schade van de pandemie kan beperken, in feite afgenomen, ten gunste van verkwistende en antidemocratische tests en lockdown-protocollen. De regering zal onvermijdelijk onder druk komen te staan vanwege haar medische systeem en we kunnen verwachten dat haar apologeten de demonstranten de schuld in de schoenen zullen schuiven. We moeten echter niet vergeten dat de fundamentele verantwoordelijkheid bij de regering ligt.
In de afgelopen decennia en vooral tijdens de pandemie is de Chinese regering doorgegaan met haar beleid om belangrijke sociale diensten te privatiseren en werknemers bloot te stellen aan nieuwe vormen van precariteit en uitbuiting. Vooral vrouwen zijn het slachtoffer geworden van deze maatregelen. Kinderopvang en andere sociale voorzieningen worden in hoog tempo geprivatiseerd of overgeheveld naar ‘publiek-private’ modellen en migranten en andere vrouwelijke werknemers zitten klem tussen steeds onzekerder banen en dragen de lasten van de sociale reproductie.
Tegelijkertijd moeten we benadrukken dat vrouwen en andere gemarginaliseerde groepen het voortouw nemen bij het verschaffen van meer politieke duidelijkheid aan deze ontluikende massabeweging. We willen de aandacht vestigen op de inspanningen van feministen en andere gemarginaliseerde groepen die het voortouw nemen om de meer conservatieve elementen van de protesten in de ruimten van de massabeweging zelf uit te dagen. Overzeese Chinese activisten hebben de strijd van Oeigoeren en andere niet-Han etnische groepen als centrale eis naar voren gebracht. Feministische en LHBTQ+-activisten hebben niet alleen de lokale en overzeese strijd geleid, maar sommigen hebben zelfs gestreefd naar betere feministische processen tegen gendergerelateerd geweld binnen de protestruimten. We erkennen ook dat de protesten begonnen in ‘Xinjiang’, een van de meest gecontroleerde en onderdrukte regio’s van China, waar Oeigoeren al jaren hun recht op zelfbeschikking wordt ontzegd. Veel Oeigoeren en andere niet-Han etnische volkeren zijn gevangen gezet in ‘heropvoedingskampen’, zoals de Chinese staat ze noemt, die ‘gebaseerd zijn op de praktijken van het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en andere landen’ en geïnspireerd zijn op de Israëlische anti-oproer tactieken tegen de Palestijnen.
Socialisten zouden de roep om zelfbeschikking van Oeigoeren en anderen die dat eisen krachtig moeten steunen, zelfs als westerse imperialisten proberen die eisen te coöpteren. Zoals Lenin in 1916 zei ‘dat de strijd voor de nationale vrijheid tegen de ene imperialistische mogendheid onder bepaalde voorwaarden kan worden uitgebuit door een andere ‘grote’ mogendheid voor haar eigen, eveneens imperialistische doeleinden, kan de sociaaldemocratie er evenmin toe brengen, van de erkenning van het zelfbeschikkingsrecht der naties af te zien, als de veelvuldige gevallen van uitbuiting van de republikeinse leuzen door de burgerij in haar streven naar politiek bedrog en financiële roof’. Socialisten moeten hard werken aan alternatieven voor de heimelijke samenwerking tussen westerse imperialisten en bepaalde Oeigoerse nationalistische elites en tegelijkertijd de onafhankelijke eisen van Oeigoeren voor zelfbeschikking centraal blijven stellen in deze massale strijd.
Hoe kunnen socialisten nog meer bijdragen aan dit voortdurende ontwaken van het politieke bewustzijn van de massa? We verwelkomen de inspanningen van andere socialistische en antikapitalistische formaties om solidair te zijn met de demonstranten en benadrukken onze inzet om een pluralistische sociale beweging te helpen opbouwen. Als revolutionaire socialisten doen we ons best om lering te trekken uit alle aspecten van een massabeweging en deze te verenigen door deel te nemen aan de strijd. Ons standpunt is duidelijk: noch het autoritaire bureaucratische kapitalisme, noch de burgerlijke democratie kunnen de democratische grondrechten van de mensen voldoende vervullen. Wat nodig is, is een meerpartijenstelsel, democratisch samengesteld uit arbeiders-, vrouwen- en andere organisaties van de arbeidersklasse en gemarginaliseerde volkeren onder een breed antikapitalistisch programma. Hoewel we de rol van socialistische organisatie aanmoedigen om deze ideeën te helpen bepleiten, streven we er niet naar om alleen maar deel te nemen om ze over te nemen of leden te werven of de zelfwerkzaamheid en autonomie van de massabeweging te vervangen.
De meest urgente taak is het ondersteunen en versterken van de massabewegingen bij het opeisen van hun democratische grondrechten: het afschaffen van wetgeving die inbreuk maakt op de fundamentele vrijheden van mensen om te spreken, te vergaderen en zich te organiseren. We zijn het in het bijzonder eens met de geest van de eisen van Peng Lifa, die dapper naar voren werden gebracht op de Sitong brug in Peking enkele dagen voor het nationale congres van de CCP afgelopen oktober. Peng riep op tot onafhankelijke massale actie vanuit alle sectoren van het maatschappelijk middenveld om algemeen kiesrecht en de afschaffing van het dictatoriale bewind van Xi Jinping te eisen. Wij geloven echter dat een burgerlijk parlementair systeem, waarin de fundamentele klassenverhoudingen van de samenleving onaangetast blijven, een echte visie op een democratisch systeem, gebaseerd op economische herverdeling en radicale systeemhervormingen, niet helpt, maar in feite beperkt.
Daarom herhalen we onze steun aan de onderstaande eisen van lokale en overzeese Hongkongse en Chinese socialisten.
1. Afschaffing van lockdowns die mensen met geweld in hun huizen vasthouden en hen de toegang tot basisbehoeften ontzeggen.
2. Afschaffen van gedwongen PCR-testen voor covid-19.
3. Besmette personen toestaan zich thuis te isoleren, terwijl degenen met ernstige symptomen recht hebben op behandeling in het ziekenhuis; gedwongen overplaatsing en isolatie van besmette en niet-besmette personen in mobiele cabine-‘ziekenhuizen’ afschaffen.
4. Geef opties voor meerdere vaccins, zodat individuen het recht hebben om hun eigen gezondheidszorg te kiezen.
5. Laat de Sitong brug demonstrant Peng Lifa en andere politieke gevangenen die vanwege de protesten worden vastgehouden vrij.
6. Oproep tot nationale rouw om de dood van degenen die zijn omgekomen door onverantwoorde lockdown-maatregelen.
7. Zorgen voor het ontslag van bureaucraten die verantwoordelijk zijn voor het wanbeheer van de pandemie.
8. De maatregelen ter bestrijding van de pandemie moeten door medische deskundigen worden onderbouwd en op democratische wijze onder de bevolking worden uitgevoerd.
9. De rechten van de mensen op vrijheid van meningsuiting, vergadering, organisatie en protest waarborgen.
10. Steun de onafhankelijke macht van arbeiders in en buiten deze protesten; schaf anti-arbeiderspraktijken zoals het 996-werkrooster af en versterk de bescherming van het arbeidsrecht, inclusief de bescherming van het recht van arbeiders om te staken en zich te organiseren, zodat ze uitgebreider aan het politieke leven kunnen deelnemen.
Deze eisen zijn een echo en synthese van de meest progressieve formuleringen van de eisen, terwijl ze de mogelijkheid openen voor een diepere kritiek op het Chinese politieke systeem: dat de werkelijke vervulling van deze eisen voor democratie alleen mogelijk is door de omverwerping van het kapitalistische systeem waaruit het autoritaire Chinese regime zijn macht put. De taak voor socialisten is om deel te blijven nemen aan deze protesten en massa-acties en zelforganisatie aan te moedigen en tegelijkertijd nieuwe manieren te ontdekken om een brug te slaan tussen een minimumprogramma voor democratische hervormingen en revolutionair socialisme. In het licht van de aanhoudende klimaatcrisis, nog verergerd door de inter-imperialistische rivaliteit tussen de VS en China, geloven we dat het tegengif het ecosocialisme is, waarin het vermogen van gewone mensen centraal staat om op democratische en collectieve wijze de productie, hun eigen leven en de manier waarop de samenleving wordt bestuurd, te organiseren. Dat zal niet mogelijk zijn zonder een robuuste en onafhankelijke massabeweging in China en in de rest van de wereld.
Solidariteit met de mensen in heel China, met name Oeigoeren en andere niet-Han etnische groepen die in de bezette gebieden van ‘Xinjiang’ wonen!
Dit artikel verscheen oorspronkelijk op International Viewpoint. Nederlandse vertaling: redactie Grenzeloos.
“zeer gevaarlijk om burgerlijke democratie en ‘autonomie’ te eisen ginder, totaal onverantwoordelijk ! nog geen oorlog genoeg in de wereld ? Je kan het je al voorstellen welke regeringen een rits politieke partijen gaan subsidiëren zodat ze het land en zijn grondstoffen kunnen overnemen. Nog niet genoeg lessen gehad over tot wat nationalisme leiden kan ? Joegoslavië, Rusland, UKR, Syrië …