De crisis in Wit-Rusland neemt toe en zelfs als Alexander Loekasjenko erin slaagt zijn greep op de macht te behouden, zal zijn autoriteit precair blijven. In de samenleving van dit land zal het begrip voor de noodzaak aan verandering en de bereidheid om te strijden nog verder rijpen. Hoe de situatie zich ook ontwikkelt, het is duidelijk dat Wit-Rusland (en niet alleen Wit-Rusland) niet meer hetzelfde zal zijn als in de afgelopen kwart eeuw. De vraag is of de burgers, de linkse partijen en de regeringen van de post-Sovjetlanden erin zullen slagen de gebeurtenissen, die zich nu in Wit-Rusland voltrekken, te begrijpen en er de juiste lessen uit te trekken. Op deze eerste vraag ben ik geneigd ontkennend te antwoorden.

Een andere vraag, die niet minder verwarrend is, is wat de inhoud van deze lessen zou kunnen zijn.  Waarschijnlijk zullen de betrokkenen opnieuw niets leren, maar dit mag de linkse theoretici er niet van weerhouden om te proberen de betekenis van de gebeurtenissen uit te leggen. De tijd is nog niet gekomen voor definitieve conclusies, maar sommige eerste gedachten kunnen en moeten gewaagd worden.

Les één: Stilstand kan niet eeuwig duren

Ik begin met het voor de hand liggende: systemen die volledig stil lijken te staan, waarin de economische en politieke macht in wezen bij de bureaucratie ligt, terwijl de burgers worden gereduceerd tot het spelen van de rol van passieve consumenten van min of meer belangrijke “weldadige daden” van de kant van een paternalistische staat, bestaan hooguit enkele decennia.

De reden voor hun ontaarding is bekend: systemen waarin de economische en politieke macht in principe door de staatsbureaucratie wordt uitgeoefend, zijn principieel onstabiel. Ze kunnen alleen bestaan als overgangsvormen in een algemeen ontwikkelingsproces. De trend van deze ontwikkeling gaat ofwel naar de economische en politieke macht van de arbeiders, die de bureaucratie ondergeschikt maken aan hun belangen (dat wil zeggen: het socialisme), ofwel naar de economische en politieke macht van het grootkapitaal (in de huidige omstandigheden het transnationale kapitaal), dat het staatsapparaat inzet om zijn doelen te dienen.

Voorlopig zullen we de eerste variant opzij zetten; in 2021 is het dertig jaar geleden dat de USSR naar de toekomst vertrok, en hoe verder weg de grondslagen voor een discussie over het socialisme van de eenentwintigste eeuw zijn, hoe groter die afstand wordt.

Dan nu de tweede variant. Omwille van de beknoptheid zullen we deze aanduiden als het “Loekasjenko”-systeem. De essentie ervan is een bureaucratisch-paternalistisch kapitalisme, waarbij er in de loop van haar bestaan nieuwe krachten zijn ontstaan, die geïnteresseerd zijn in haar transformatie.

De eerste van deze krachten is het privékapitaal, met inbegrip van het kleinschalige en “menselijke” kapitaal, waarvan de groei en de macht botst op een begin van actieve blokkering door het oude bureaucratische systeem. De dragers van het “menselijk kapitaal” verdienen een speciale vermelding. De meeste van deze mensen zijn jong, tussen 16 en 30 jaar oud. Ze zijn opgeleid, of worden opgeleid, in een neoliberale geest die het “marktfundamentalisme” reproduceert. Ze wonen in een volledig gecommercialiseerde, zogenaamde “Westerse” culturele en informatieve omgeving. Ze hebben een zeker potentieel om geld te verdienen (sommigen meer, anderen minder, de laatsten voor het grootste deel alleen in hun door de reclame ontstoken verbeelding), met als doel het verwerven van merkartikelen en het deel uitmaken van de trends. Zonder twijfel blokkeert het Loekasjenko-systeem hun pad.

Een tweede kracht is de nieuwe generatie van de Loekasjenko-nomenklatura, die in essentie dezelfde neoliberale omgeving bewoont en waarvan de hele sociale omgeving bestaat uit mensen (van echtgenoten en geliefden tot kinderen en kleinkinderen) die volgens deze (“westerse”) normen leven. Voor de leden van deze laag zijn Wit-Rusland, zijn bevolking en zelfs de banen in de staatshiërarchie, niet meer dan een basis voor de accumulatie van hun particuliere macht en kapitaal. Deze mensen hebben het leven binnen het bureaucratische systeem een tijd lang vrij voordelig gevonden. Maar zodra de kans zich voordoet om onder de macht van de hiërarchie uit te breken en de “vrijheid” te winnen om privé-ondernemer te worden, zullen ze met een benijdenswaardig enthousiasme beginnen met het afbreken van de machtsstructuren, die ze zo recentelijk hebben belichaamd. Zelfs nu nog doen aanzienlijke aantallen mensen uit de entourage van Loekasjenko dit.

Hoe zit het met de meerderheid van de werkende mensen – de industriële arbeiders, de leraren, het gezondheidspersoneel? Voordat ik deze vraag probeer te beantwoorden, moet ik benadrukken dat het bureaucratisch kapitalisme van dien aard is dat het zich onvermijdelijk verplaatst van uitgebreide groei naar stagnatie en dat de massa’s dan verschuiven van gedwongen steun voor het systeem als een minder kwaad tot vage weerstand tegen het systeem. Dat is wat er nu in Wit-Rusland gebeurt.

In dit land wordt nu al zo’n twee decennia lang geprobeerd om semi-perifeer kapitalisme te combineren met bureaucratisch paternalisme. De industrie, de landbouw en de infrastructuur hebben zich ontwikkeld en naar de normen van de semi-periferie zijn er algemeen toegankelijke gezondheidszorg- en onderwijssystemen van redelijke kwaliteit tot stand gekomen. (Het onderwijs, moet worden benadrukt, heeft vooral een geglobaliseerd-liberaal karakter gehad; dit heeft veel bijgedragen aan de opvattingen van de liberaal gezinde jongeren, die de universiteiten hebben doorlopen, waar ze de basisprincipes van het marktfundamentalisme hebben geleerd, samen met de mythen over de liberale democratie). Tot voor kort was het niveau van sociale differentiatie in Wit-Rusland de helft van dat in Rusland, en een derde minder dan in de VS.

Nogmaals, het bureaucratisch-paternalistisch kapitalisme is gedoemd tot stagnatie en crisis als het niet in de richting van het socialisme gaat. Loekasjenko heeft echter de weg van de versterking van de rol van de markt en het kapitaal ingeslagen, met als gevolg de stagnatie van de reële inkomens, de vernauwing van de belangen van de werkende bevolking door middel van de arbeidswetgeving en de pensioenhervorming, enzovoort. Dit alles heeft de grondslagen van het systeem, dat onder zijn bewind vorm heeft gekregen, ondermijnd. Zelfs de “gewone” mensen in Wit-Rusland zijn begonnen met het veranderen van hun houding ten opzichte van de man, die ze ooit als een soort vaderfiguur beschouwden.

Zolang de bureaucratie en het kapitaal voor bepaalde verhogingen van de levensstandaard zorgden, met garanties inzake zekerheid en een stabiel bestaan, zolang koesterde de werkende bevolking een vage haat tegen het systeem, maar tolereerde ze het desondanks, waarbij ze zich ondergeschikt maakten aan en verzoenden met het systeem en het als een minder kwaad kozen. Ze geloofden niet in hun eigen kracht of in die van de linkse oppositie, die voor het grootste deel ofwel werkelijk machteloos was, ofwel op elk beslissend moment plaats maakte voor de autoriteiten.

Maar wanneer een oud systeem in een stagnatie, zo niet een crisis, terechtkomt, beginnen de mensen te ontwaken. Vanaf dat moment zullen de “gewone mensen” – arbeiders, boeren, leraren, medisch personeel – op een beslissend moment klaar staan om te verklaren: “We zijn geen canaille!”

Daarom durf ik te beweren dat de wortel van het probleem ligt in economische stagnatie en sociale ongelijkheid en niet alleen in de ontkenning van politieke rechten en het gebrek aan vrijheid van meningsuiting. Vandaar de eerste les, een voor de autoriteiten (die het natuurlijk ondenkbaar vinden om dit aan te pakken): Als de staatskapitalistische nomenklatura niet bereid is om samen te werken met de meerderheid van de werknemers en geen garantie biedt voor tijdige en grondige sociaal georiënteerde hervormingen (een progressieve inkomstenbelasting, onderwijs en gezondheidszorg voor iedereen, sterke vakbonden enzovoort), samen met een versnelde groei van de nationale economie, dan is zij niet alleen een vijand van de pro-liberale krachten, maar ook van de meerderheid van de burgers. Zij zal bovendien vroeg of laat verraden worden door de nieuwe generatie cynici binnen haar eigen gelederen. Dit proces is in Wit-Rusland terecht begonnen.

In Rusland is de situatie enigszins anders: de staatsbureaucratie heeft zich niet zozeer ondergeschikt gemaakt aan het grote oligarchische kapitaal als wel ermee verstrengeld geraakt. De Russische bureaucratie dient voor het grootste deel de economische en politieke belangen van het grootkapitaal en heeft daardoor een duurzamere economische basis dan het Loekasjenko-systeem.

Aan de basis van de macht van de staat in Rusland liggen de biljoenen dollars die de Russische oligarchen bezitten. Maar deze alliantie is ook niet eeuwig. Bovendien duurt de stagnatie en het antisociale beleid in de Russische Federatie nu al meer dan tien jaar en het geduld van de meerderheid lijkt op een breekpunt te staan. In tegenstelling tot de situatie in Wit-Rusland is het dus mogelijk dat de resultaten niet beperkt blijven tot politieke onrust, maar zich verder en dieper uitstrekken tot de sociaaleconomische revolutie.

Les twee: Het volk is geen zootje ongeregeld en de belangrijkste problemen kunnen niet met geweld worden opgelost

Ik zal beginnen met een zeer omstreden stelling (ik richt deze woorden tot de Russische patriotten): je hoeft niet bang te zijn voor het activisme van de eigen burgers. De gestage ontwikkeling van een land (niet stagnatie met namaakwelvaart!) vereist politiek en sociaal actieve burgers, verenigd op basis van initiatieven van onderaf. Het heeft hen nodig zoals het lucht nodig heeft. Diepgaande sociale en democratische hervormingen, uitgevoerd op basis van initiatieven van onderaf, zijn een voorwaarde voor de socialisatie (tenminste) van het kapitalisme van de eenentwintigste eeuw. Om nog maar te zwijgen van een opmars naar de maatschappij van de toekomst, naar het socialisme (het moderne mondiale kapitaal is niet zo’n voorwaarde, omdat het niet van plan is om zo’n weg in te slaan en dus stagneert, niet alleen in de post-Sovjetruimte). Passief tolerante en gehoorzame burgers, die zich (naar de mening van de autoriteiten en de bazen) hebben onderworpen aan de status quo, vormen een basis voor de afbraak en het verval van de staatsmacht en zelfs van het bedrijfsleven. Dit is het geval met de staatsmacht, aangezien deze steeds meer wordt gedwongen te vertrouwen op dwangorganen en op politieke en ideologische manipulatie – om eerlijk te zijn, op bedrog en geweld. Zo’n systeem kan niet lang bestaan, laat staan zich ontwikkelen. Ook het bedrijfsleven delft in zo’n systeem strategisch gezien het onderspit. Want in een economie waar het menselijk creatief potentieel de belangrijkste ontwikkelingsfactor is, moeten werknemers getalenteerd en creatief zijn en dat betekent dat ze de kans moeten krijgen om hun sociale en politieke structuren zelf te organiseren.

Ondertussen is strategisch georiënteerde ontwikkeling een kwestie waarvoor het kapitaal in het neoliberale tijdperk onverschillig blijft; kortetermijndenken en de dominantie van de financialisering oriënteren het bedrijfsleven op speculatie, op “accumulatie door onteigening” (David Harvey), en soms op eenvoudige feodale plundering.

Wat de politiek betreft, biedt het neoliberale economische en politieke systeem slechts een imitatie van de vrijheden, waarbij de democratie wordt vervangen door politieke manipulatie van degenen die het kapitaal in handen hebben, waardoor een systeem ontstaat dat door marxisten terecht wordt omschreven als “democratie voor de weinigen” (Michael Parenti). In Wit-Rusland en Rusland voelt de meerderheid van de “gewone” burgers aan dat hun democratie een leugen is, ook al begrijpen ze niet waarom. Zoals Aleksandr Blok (ja, de grote dichter uit het Russische Zilveren Tijdperk!) een eeuw geleden verklaarde, hebben we democratie nodig, maar niet de Amerikaanse stijl ervan. We hebben echte politieke rechten en vrijheden nodig, de echte mogelijkheid om vakbonden en verenigingen te vormen, om de autoriteiten te controleren en om initiatieven te realiseren die van onderaf komen.

Deze tekst is niet de plaats om uit te werken wat “basisdemocratie” is en hoe die functioneert. Niettemin moet worden gezegd dat daar waar het de mensen ontbreekt aan een reële kans op een gezamenlijke constructieve sociale en politieke actie, er straatprotesten zullen ontstaan, met alle tegenstrijdigheden van dien. Zoals in de VS, of met de “gele hesjes” in Frankrijk en zoals in Wit-Rusland. Noch de geheime politie, noch de OMON-oproertroepen (van het ministerie van Binnenlandse Zaken) zullen het kunnen tegenhouden. Dit is de les van Wit-Rusland.

Waarom heeft Wit-Rusland zo lang gezwegen? Daar is een verklaring voor. Nog steeds actief aanwezig in het post-Sovjettijdperk is er een geloof, gevormd door de eeuwen heen, in het concept van de “goede tsaar”. In de USSR (en tot voor kort ook in Wit-Rusland) rustte dit geloof op een oprechte verleiding van de staat ten opzichte van “gewone” mensen. Wij geloofden (en geloven nog steeds tot op zekere hoogte) dat de “goede tsaar” de “kwade jongens” (ministers, plaatsvervangers), de buitensporig inhalige bazen en de stelende bureaucraten zal straffen, terwijl het land met behulp van een sterk leger zal verdedigd worden tegen vijanden van buitenaf (en die zijn echt!) en in het algemeen al onze problemen zal oplossen. Helaas is dit niet overdreven – het is wat de autoriteiten willen bijbrengen aan “eenvoudige mensen” in Wit-Rusland en niet alleen daar. Het was geen toeval dat Loekasjenko tot voor kort in de volksmond “papa” werd genoemd.

Toch zijn de “eenvoudige” burgers van de post-Sovjet landen verre van eenvoudig. We zijn gegroeid uit de cultuur en de praktijk van de USSR en dertig jaar semi-perifeer kapitalisme hebben ons niet helemaal gedegradeerd. Dit geldt voor de meerderheid van de burgers van Wit-Rusland en niet alleen voor Wit-Rusland, wat er ook gebeurt met de bevoorrechte elites die de neoliberale waarden hebben overgenomen.

Als het bureaucratisch kapitalisme de economische stagnatie en de sociale onrechtvaardigheid bestendigt, of erger nog, versterkt, als het de politieke wetteloosheid waaraan de meerderheid onderworpen is, vergroot, dan zullen de werkende mensen die zogenaamd voor altijd gehypnotiseerd zijn, uit protest in opstand komen.

Hier is inderdaad wel een belangrijk voorbehoud nodig: het werkelijke activisme van de meerderheid van de arbeiders, boeren, gezondheidswerkers, leraren, enzovoorts in Wit-Rusland is nergens zo groot als de leiders van de liberale oppositie het proberen voor te stellen. In de meeste gevallen zijn de acties die worden omschreven als “stakingen” in feite protestbijeenkomsten die worden georganiseerd door politieke activisten. Van de echte stakingen wordt een deel indirect gesteund door ondernemingshoofden die het Loekasjenko-regime niet in hun belang achten, of door topmanagers die, zoals in de USSR aan de vooravond van de ineenstorting, hopen dat deze golf van stakingen hen de kans zal geven om ondernemingen, die momenteel in staatshanden zijn, te privatiseren. In een paar ondernemingen – en dit is het aspect dat voor ons het belangrijkst is – is er een reëel potentieel voor het uitbreken van stakingen. Dergelijke acties zijn echter bijna onmogelijk te organiseren vanwege de draconische wetgeving en de repressie gericht op de leiders van stakingscomités. Waar werknemers in deze omstandigheden zogenaamde “Italiaanse” stakingen (“stiptheidsacties”) hebben kunnen organiseren, is het mogelijk en noodzakelijk om te spreken van echt arbeidsprotest. Maar zelfs hier is er nog geen sprake van een onafhankelijke oppositie, gericht op het verdedigen van de belangen van de arbeiders en niet op het uitvoeren van de overgang van een bureaucratisch naar een neoliberaal model van het kapitalisme.

Les drie: Het gebrek aan een links alternatief drijft de arbeiders naar het kamp van de neoliberalen

De volksmassa’s beginnen in opstand te komen uit protest. Maar hier stelt zich de vraag: wat zal het volk vragen? Wie zullen ze steunen en tegen wie zal hun woede zich richten?

Als er op dit moment geen linkse oppositie in het land is, sterk, georganiseerd en in staat tot constructieve, positieve actie, dan zal het volk eindigen als marionetten, aan de touwtjes waarvan zal worden getrokken door neoliberale politici – door politici die, niet verrassend, zullen worden omschreven als “pro-westers”. (Ik moet erop wijzen dat dit niet een kwestie is van geopolitiek, maar van politieke economie – want achter deze politici staat de economische, politieke, mediatieke en militaire macht van het mondiale kapitaal). Als werkende mensen eindigen als marionetten, onderworpen aan deze controle, zullen ze verliezen (en inderdaad, we zijn bezig te verliezen). De reden is simpel: in de post-Sovjetlanden brengt het neoliberale kapitalisme een nog grotere mate van economische achteruitgang, sociale ongelijkheid en politieke wetteloosheid met zich mee dan de systemen die eraan voorafgingen.

Vandaar de volgende lessen, voor de autoriteiten, voor de burgers en voor de oppositie.

Voor de machthebbers in de post-Sovjetlanden is dit de les (die niet zal worden aangenomen, omdat ze op korte termijn niet zal passen bij de doelen van deze mensen): door de burgers van uw landen in uw toneelvoorstelling tot figuranten te maken, veroordeelt u zichzelf tot isolatie op het “moment van de waarheid” – dat wil zeggen op het moment dat het privékapitaal en de actieve pro-liberale minderheid zich van u afkeren en wanneer de meest actieve elementen binnen uw kamp zich realiseren dat het voor hen voordeliger is om u te verraden. Voeg daarbij de krachtige media, de economische en politieke druk die door het mondiale kapitaal wordt uitgeoefend (ik benadruk: niet alleen Poolse of Litouwse politici, die invloed willen uitoefenen op Wit-Rusland, maar het mondiale kapitaal). Als het volk niet met u meegaat maar tegen u is, ook al is het niet actief, dan komt u er alleen voor te staan. Pogingen om te vertrouwen op dwang zullen nutteloos blijken te zijn. Niet alleen zal dwang het probleem niet kunnen oplossen, maar op het beslissende moment zullen de mensen die het toepassen u gewoon in de steek laten en niet aan de verliezende kant willen eindigen. Dit is wat er gebeurde in de USSR in 1991 en in Oekraïne in 2014…

Voor de massa van de bevolking luidt de les: als u (wij) op het moment van het conflict geen volwassen sociaal en politiek bewustzijn heeft ontwikkeld; als we niet begrijpen wie we zijn, niet begrijpen waar we voor strijden, wie we verdedigen en waar onze strategische belangen liggen; als we ons gedragen als plotseling ontwaakte schapen, dan worden we in het beste geval in een nieuwe schaapskooi gedreven en in het ergste geval afgeslacht. De autoriteiten zullen gebruik maken van ons activisme, ofwel de oude autoriteiten, nadat ze ons ervan hebben overtuigd dat ze een minder kwaad vertegenwoordigen, ofwel de nieuwe machthebbers, die het teken van de neoliberale “vrijheid” uithangen en tegelijkertijd onze onderwerping aan de markt en het kapitaal versterken.

De les voor de linkse oppositie is als volgt: als deze oppositie door het “moment van de waarheid” niet krachtig en constructief is geworden, zal de rol die haar leden uiteindelijk zullen spelen niet eens die van figuranten zijn, maar die van toeschouwers. De toeschouwers van een tragedie.

Nog een les voor de Russische ‘patriotten’: je moet aan meer denken dan de geopolitieke belangen van je land. (Dit gedeelte zal zeer controversieel zijn en relatief kort.)

Vandaag de dag geeft de overgrote meerderheid van de politici, journalisten en deskundige analisten, wanneer ze nadenken over Wit-Rusland en Rusland, voorrang aan kwesties van geopolitiek. Zij spreken een bepaald refrein uit, hardvochtig, zo niet altijd prominent aanwezig: “Wij (Rusland) moeten nadenken over onze belangen, over wat wel en niet in ons voordeel is in het Wit-Russische conflict en over wie wel of niet nuttig kan zijn voor ons.” Tegelijkertijd, en als iets wat niet minder voor de hand ligt, herhalen ze de lijn dat we twee broedervolken zijn, twee landen in het kader van één uniestaat…

Toch komt het bij de meeste Russen niet eens voor dat er sprake is van een diepe tegenstrijdigheid: als we broers zijn, dan moet het Russische volk als echte broeders en kameraden in eerste instantie denken aan de belangen van het Wit-Russische volk en niet aan geopolitieke voordelen voor de Russische staat, voordelen die maar al te duidelijk in het oog worden gehouden door de commerciële belangen van het grote Russische kapitaal.

Ook de Wit-Russen voelen deze zelfzuchtige motieven van de echte eigenaars van Rusland aan.

Het is belangrijk om op te merken dat wij, het multinationale volk van Rusland, een echte, diepe eenheid van belangen hebben met het multinationale volk van Wit-Rusland. Dit vloeit niet alleen voort uit ons gemeenschappelijk historisch verleden en niet alleen uit de heroïsche overwinning in de Grote Patriottische Oorlog (patriottisch, zou ik willen toevoegen, voor de Russen, voor de Wit-Russen en voor alle volkeren die deel uitmaakten van de USSR). Het komt ook voort uit de onbetaalbare ervaring die onze volkeren hebben opgedaan met de opbouw van het socialisme en uit de eenheid van onze culturen. En het allerbelangrijkste: het is gemakkelijker en productiever voor ons als we ons samen ontwikkelen in deze wereld, die vol zit met diepe problemen en tegenstrijdigheden.

Maar!

Het Russische en Wit-Russische kapitaal zijn concurrenten. Ze produceren bijna dezelfde dingen, ze vechten over elke dollar in de prijs van energiedragers en wedijveren met elkaar om “gunstige” investeringen uit het Westen en het Oosten.

In de geopolitiek zijn er echter geen vrienden, alleen rivalen in de strijd om invloedssferen, om territorium, om winst voor het kapitaal.

De ‘patriotten’ (de aanhalingstekens zijn geen toeval) van ons land houden dan weer vol: “Rusland heeft geen vrienden behalve zijn leger en marine…”.

Zo is het. Tot slot wil ik een lesje geven voor de patriotten (zonder aanhalingstekens) en voor die afdelingen (politiek, massamedia, cultuur) van het establishment, die echt nadenken over de toekomst van de volkeren van Rusland en Wit-Rusland, en niet over de voordelen voor het Russische of Wit-Russische kapitaal, de belangen van de bureaucraten van beide landen, enzovoorts. Deze les is eenvoudig: voor de volkeren van Rusland en Wit-Rusland (en voor alle andere) is er maar één strategische weg die een strategische belofte inhoudt. Dat is de weg die leidt naar de transformatie van werkende mensen (niet “fabriekshandlangers”, maar moderne arbeiders – wetenschappers, programmeurs, leraren, medici, kunstenaars) van passieve radertjes in de bureaucratische machine en slaven van geld, trends en merken tot eigenaars van de economie en de politiek, mensen die de vooruitgang van de mensheid boven winst en politiek stellen. Als Rusland Wit-Rusland (en niet alleen Wit-Rusland) een dergelijke weg aanbiedt, eerst van sociale hervormingen en dan van het socialisme (ik heb geen angst voor dit concept, allesbehalve verboden in “serieuze” artikelen), dan zullen de meerderheid van de burgers (niet de kapitaalbezitters, niet de politici, maar wel de burgers) van Wit-Rusland onze vrienden zijn. En niet alleen van Wit-Rusland.

Als we streven naar winst voor ons kapitaal en voordelen voor onze geopolitieke belangen, kunnen we verwachten alles en iedereen te verliezen, net zoals we al bijna al onze vrienden hebben verloren in de post-Sovjet ruimte. Voorlopig staat Wit-Rusland op dit kruispunt…

Dit artikel verscheen oorspronkelijk op Links International Journal of Socialist Renewal . Nederlandse vertaling: Paul Van Pelt.