Surya Anta Ginting (foto), landelijke woordvoerder van het Indonesische Volksfront voor West Papoea is naar verluidt ernstig ziek. Samen met vijf andere Papoea-activisten wordt de woordvoerder van de pro-onafhankelijkheidsorganisatie vastgehouden in de beruchte Salemba-gevangenis in afwachting van een proces op beschuldiging van verraad.
Anta’s vrouw, Lucia Fransisca, vertelde verslaggevers dat ze Anta op 29 november bezocht en zag dat hij en de andere vijf gevangenen ziek waren en geen goede medische behandeling kregen. Ze zei dat, hoewel een arts de toestand van Anta heeft gecontroleerd, er geen lichamelijk onderzoek is uitgevoerd, zoals gewoonlijk het geval is bij gevangenen. Ze zei dat Anta zwak en misselijk is, niet kan staan, koud zweet heeft en die dag dag hoge koorts had. Fransisca zei dat de Papoea gevangenen worden vastgehouden onder ‘onmenselijke omstandigheden’ en merkte op dat de gevangenis van Salemba zwaar overbevolkt is en geen schoon drinkwater en fatsoenlijk voedsel heeft. Naar verluidt worden ze met meer dan 600 anderen vastgehouden. Ze moeten één toilet delen.
Anta is een vooraanstaand lid van de linkse Volksbevrijdings Partij. In 2016 haalde hij zich de woede van de regering op zijn hals door publiek verontschuldigingen voor de Indonesische repressie tegen inheemse Papoea’s te maken. Hij is de eerste niet-Papoea die beschuldigd wordt van verraad wegens het steunen van onafhankelijkheid voor West-Papoea. Anta is een van de acht activisten die opgepakt werden in een golf van arrestaties na een demonstratie op 28 augustus voor het staatspaleis in Centraal Jakarta. De demonstratie keerde zich tegen het racisme tegen etnische Papoea’s. Ook werd de verboden Morning Star onafhankelijkheidsvlag meegedragen.
De politie arresteerde Papoea-studenten Charles Kossay en Dano Tabuni tijdens de bijeenkomst op 30 augustus. De volgende dag werden Ambrosius Mulait en Issay Wenda buiten het hoofdkwartier van de politie in Jakarta gearresteerd omdat ze daar protesteerden tegen de eerdere arrestaties. Later die avond arresteerde de politie drie vrouwelijke activisten. Twee van hen werden vrijgelaten, maar theologiestudente Ariana Lokbere wordt wel vastgehouden. Anta werd die avond tijdens het eten opgepakt in het winkelcentrum Plaza Indonesia.
De arrestaties vonden plaats temidden van een golf van soms gewelddadige protesten en rellen in de provincies Papoea en West-Papoea in augustus en september. Duizenden mensen namen deel aan demonstraties tegen racisme tegen Papoea’s en voor onafhankelijkheid.
De protesten braken uit nadat een video in omloop kwam waarop te zien was hoe rechtse milities en militairen op 17 augustus inheemse Papoea-studenten mishandelden en racistisch bejegenden buiten hun slaapzaal in de oost-Javaanse stad Soerabaja.
Naast enkele bijeenkomsten in Jakarta demonstreerden Papoea’s in minstens 30 steden in het hele land. In Manokwari brandden Papoea’s het lokale parlementsgebouw af, evenals gevangenissen in Sorong in de provincie West Papoea, en Jayapura in de provincie Papoea. Tussen 9 en 17 september arresteerde de politie acht Papoea-activisten in de Papoea-hoofdstad Jayapura, waaronder de twee studentenleiders Alexander Gobay en Ferry Gombo, en zes activisten van het Nationaal Comite van West-Papoea voor onafhnakelijkheid: Buchtar Tabuni, Steven Itlay, Assa Asso, Agus Kossay, Hengki Hilapok en Irwanus Uropmobin.
In Manokwari, West Papoea, arresteerde de politie vier activisten, waaronder Sayang Mandabayan, die op 2 september werd gearresteerd omdat hij 1.500 kleine Morning Star-vlaggen had ingevoerd. Op 19 september werden drie studentenactivisten gearresteerd voor het maken van Morning Star-vlaggen: Erik Aliknoe, Pende Mirin en Yunus Aliknoe. In Sorong hield de politie van West Papoea vier studentenactivisten – Herman Sabo Yosep Laurensius Syufi, Manase Baho, Eteus Paulus en Miwak Karet – vast voor het maken en verspreiden van de Morning Star-vlag.
Net als de gevangenen in Djakarta, zijn de meeste arrestanten die aangeklaagd worden, beschuldigd van ‘verraad’ in het kader van Artikelen 106 en 110 van het Wetboek van Strafrecht. De maximale straf hiervoor is 20 jaar gevangenis. Maar deze straf kan worden verdubbeld als men wordt veroordeeld voor het aanzetten van anderen tot verraad.
De regering heeft ook Veronica Koman – een Indonesische mensenrechtenadvocaat die video’s en foto’s van het Surabaya-incident en de daaropvolgende onrust verspreidde – beschuldigd van het ‘aanzetten tot rellen’. Koman woont in Australië en de Indonesische politie vraagt de hulp van de Australische regering om haar te dwingen terug te keren en voor de rechter te verschijnen.
Dit is niet de eerste keer dat Anta een ‘speciale’ behandeling krijgt. Na hun arrestatie werden de zes activisten in Jakarta vastgehouden in het detentiecentrum van het hoofdkwartier van de Mobiele Brigade in Depok, terwijl de politie de onderzoeksdossiers afrondde. Advocaten die Anta bezochten vertelden verslaggevers dat hij werd vastgehouden in een isoleercel zonder ramen, met slechts een klein ventilatiegat. Hij werd 24 uur per dag gebombardeerd met nationalistische muziek. Dit leidde ertoe dat Anta een binnenoorontsteking ontwikkelde die pas werd behandeld nadat advocaten publiekelijk protesteerden tegen zijn behandeling.
Op 22 oktober hebben advocaten van een Papoea steunorganisatie die de zes vertegenwoordigt bij de Districtsrechtbank van Zuid Jakarta een vooronderzoek ingesteld, waarbij de rechtmatigheid van de arrestaties en invallen werd aangevochten. De advocaten stellen dat ze zonder arrestatiebevel zijn uitgevoerd, niet door de lokale gemeenschapsautoriteiten zijn waargenomen en dat ze hadden moeten worden voorafgegaan door een oproep van de politie voor verhoor – wat allemaal verplicht is volgens het Indonesische wetboek van strafvordering.
De politie kwam niet opdagen tijdens de eerste hoorzitting op 11 november, wat resulteerde in een uitstel van twee weken, en op 18 november werden Anta en de andere vijf verdachten overgedragen aan het openbaar ministerie van Jakarta om in de gevangenis van Cipinang te wachten op hun proces. Advocaten beschuldigen de politie ervan dat zij het vooronderzoek probeerde te vermijden en tijdens de vertraging haastig de onderzoeksprocedure voorbereidden. Toen de politie uiteindelijk op 4 november bij een hoorzitting kwam opdagen, hoorde de rechtbank dat pas de dag na de arrestaties aanhoudingsbevelen werden voorgelegd en dat de lokale autoriteiten niet aanwezig waren bij de arrestatie.
Een getuige vertelde hoe bij een inval in een studentenwoning van de Papoea’s door de politie racistische opmerkingen werden gemaakt: agenten noemden Papoea’s ‘orang-oetans’. Ook werden persoonlijke eigendommen gestolen en werd een pistool op een van de bewoners gericht. De rechter die de zaak behandelt zal op 10 december uitspraak doen.
In een verklaring van 18 november riep Human Rights Watch de Indonesische autoriteiten op om de beschuldigingen van verraad in te trekken en ten minste 22 activisten vrij te laten die sinds augustus worden vastgehouden wegens vreedzame daden van vrije meningsuiting met betrekking tot Papoea. De organisatie verklaarde dat het politie-optreden erop wijst dat de regering van president Joko Widodo niet optreedt tegen mensenrechtenschendingen in de provincies West-Papoea en Papoea.
Op 2 december heeft de politie in de Papoea-hoofdstad Jayapura nog eens 20 Papoea-activisten aangeklaagd wegens verraad. De 20 maken deel uit van een groep van 34 personen die twee dagen eerder werden gearresteerd omdat ze van plan waren de verjaardag van de Papoea Vrij Beweging (OPM) te herdenken, die traditioneel elk jaar op 1 december wordt gehouden.
De laatste reeks aanklachten brengt het aantal mensen dat op dit moment wacht op een proces wegens ‘verraad’ op ten minste 42.
Bezoek voor het laatste Engelstalige nieuws en informatie over Indonesië en West-Papoea de Indoleft website of de Asia Pacific Solidarity Network’s (APSN) Indonesia en East Timor News Digest.
Dit artikel verscheen oorspronkelijk op GreenleftWeekly. Nederlandse vertaling: redactie Grenzeloos.