China hoopte met deze coronacrisis enkele troeven te kunnen uitspelen. Er was de kordate aanpak van de virusbestrijding zodra het gevaar werd toegegeven, dat moet de efficiëntie van het Chinese model aantonen. En er is de diplomatie van de mondmaskerhulp om aan te tonen hoe solidair de Volksrepubliek is met de rest van de lijdende wereld, terwijl de VS verstek geven. De grootste troef van leider Xi Jinping is echter VS-president Donald Trump die zich weinig gelegen laat aan wat er elders gebeurt. Terwijl Trump van China-bashing een groot verkiezingsthema maakt.

Tegenpropaganda

Na de massale doorbraak van het COVID19 virus in een deel van Europa, haalde China goede punten met zijn lage besmettings- en sterftecijfers, en met zijn leveringen van mondmaskers, medisch materiaal en geneesmiddelen aan de getroffen landen. China dat de lijdende Europeanen ter hulp kwam, terwijl de grote vriend uit Noord-Amerika het liet afweten. Het leek wel alsof de Volksrepubliek zegevierend uit de crisis zou komen.

Daarop is de propagandaoorlog tegen China losgebarsten. Peking heeft het de critici wel makkelijk gemaakt. Er wordt aan herinnerd dat de klokkenluider uit Wuhan, oogarts Li Wenliang, werd opgepakt wegens “het verspreiden van valse geruchten” en dat men nadien zijn dood geheim trachtte te houden. Het staaft de aantijgingen dat Peking lang gewacht heeft om de rest van de wereld te waarschuwen. Dat er mogelijk eind december in Frankrijk al een coronageval zou zijn geweest, lijkt die verwijten te bevestigen.

China spreekt dat allemaal tegen, het was er als de kippen bij om de WHO alle gegevens door te spelen. Wat de WHO bevestigt, wat volgens Washington dan weer bewijst dat China teveel controle heeft over de WHO enz.

Twijfels

Intussen wordt aan de hand van getuigenissen uit Wuhan sterke twijfel gezaaid rond de door China verstrekte cijfers over besmettingen en doden. Die cijfers zijn al een keer aangevuld, maar dat zou slechts een fractie zijn van de werkelijkheid, aldus de wereldwijd verspreide beschuldigingen. Daarmee wordt de efficiëntie van het Chinese stelsel in twijfel getrokken. De Chinese suprematie wordt meer en meer als een mythe voorgesteld.

Het virus terugdringen kan immers ook buiten het Chinese ‘model’. Het lijkt alvast gelukt in Zuid-Korea, in Taiwan, Australië en Nieuw-Zeeland, allemaal landen waarvan het systeem ver af staat van het Chinese. Men kan blijkbaar ook collectieve discipline hebben buiten een éénpartijstelsel.

De Chinese aanpak heeft een ander euvel blootgelegd: de censuur, de strakke controle over wat wel en vooral niet gezegd mag worden. De bekende schrijfster Fang Fang wordt uitgemaakt voor landverraadster omdat ze haar wedervaren tijdens de opsluitingsperiode in Wuhan in het buitenland publiceert.

Campagnethema

De tegenpropaganda wordt aangeblazen met allerlei complottheorieën, zoals dat het virus afkomstig is uit een labo in Wuhan. Trump verkondigt het als een waarheid, terwijl zijn eigen inlichtingendiensten en virusspecialist Anthony Fauci zeggen dat daar geen enkele concrete aanwijzing voor is. Maar er blijft wel altijd iets van hangen. Bij een deel van de publieke opinie is corona gekoppeld aan China’s schuld.

Dat is waar Trump op rekent. Hij heeft er alle belang bij om te blijven spreken over een Chinees virus, om campagne te voeren rond het eisen van herstelbetalingen. China als zondebok wordt een troef in de campagne voor de presidentsverkiezingen. Xi als troef voor Trump. Hij kan er zijn herverkiezing mee halen, nadien zien we wel wat het betekent voor de relaties tussen VS en China. Trouwens, ook indien Joe Biden zou winnen, worden die relaties niet noodzakelijk beter. Democratische presidenten zijn nooit grote sinofielen geweest.

Afwezig

Trump in het Witte Huis is anderzijds een troef voor Xi. In de coronacrisis kwam het contrast naar voren met voorgaande crisissen, zoals die rond ebola, toen de VS wel een grote rol speelden in de internationale aanpak. Nu blinken de VS vooral uit door afwezigheid, hun financiële breuk met het WHO is daar een van de symptomen van. China werpt zich anderzijds op als de grote verdediger van een multilaterale wereld, het vormt diplomaten om plaats te nemen in de VN, de organisaties van de VN en allerlei internationale instellingen en het springt bij met fondsen.

Het China van Xi dient zich aan als een spreekbuis van wat vroeger de “derde wereld” werd genoemd. Het heeft meer en meer vrienden in Latijns Amerika en Afrika. In dat laatste wordt het wel gehinderd door de racistische opflakkering in China tegen Afrikanen. De beelden van Afrikanen die in Guangzhou uit hun woning werden verdreven, doet twijfelen aan de woorden van vriendschap.

Peking voert ook een ideologische strijd: er zijn andere modellen dan die democratische die de vroegere kolonisatoren u willen opdringen. Het is een boodschap die bij veel regimes in goede aarde valt. Het oude principe van niet-inmenging in elkaars aangelegenheden, vindt daar veel bijval. Al kan men niet zeggen dat de VS van Trump zich erg bekommeren om mensenrechten en dergelijke.

Wie wint?

Wordt China de winnaar van deze crisis, is nu al maanden een veelgestelde vraag. De crisis is nog volop bezig, daar is nu geen antwoord op te geven. China rekent wel veel meer dan het Westen op de lange termijn, en een leider als Xi hoeft geen verkiezingscampagne voeren.

Op lange termijn is het vooral Washington zelf dat met een ‘America First’ China’s bedje spreidt. Tenzij Biden president wordt? Democratische presidenten zijn meestal nog sinofober dan Republikeinse, en of Biden staat te springen om internationale solidariteit te promoten, is zeer de vraag.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk op Uitpers