In het juninummer van haar tijdschrift Down to Earth laat het Nederlandse Milieudefensie David Van Reybrouck uitgebreid aan het woord. Van Reybrouck is bekend van boeken over Congo en Indonesië, meer recent als voorvechter van democratische vernieuwing, en nu ook als woordvoerder van het klimaatproces in België.
In het interview pleit hij voor burgerparlementen als hefboom voor een ambitieuzer klimaatbeleid. Hij zegt: “Stevig klimaatbeleid is niet populair op korte termijn. Als politici in hun eentje onsympathieke maatregelen moeten treffen, vrezen ze daarop afgerekend te worden. Vandaar dat ik er ook voor pleit om onafhankelijke burgerpanels te introduceren die met loting worden samengesteld: die helpen de politici om de hete kastanjes uit het vuur te halen. Als die onsympathieke maatregelen samen met burgers worden genomen, kunnen ze tenminste zeggen dat een burgerparlement, representatief voor België, hiervoor gekozen heeft.”
Impliciet zegt Van Reybrouck hier dat het grote obstakel voor een krachtdadig klimaatbeleid is dat de te nemen maatregelen onpopulair zijn. Is dat wel zo? Konden de grote klimaatmobilisaties (vóór de uitbraak van het coronavirus) niet rekenen op brede steun in de publieke opinie? Zijn het niet eerder gevestigde financiële en economische belangen die een effectief klimaatbeleid in de weg zitten? Om dat verzet te breken heb je een brede mobilisatie van de publieke opinie nodig. Een bij loting samengesteld burgerparlement dat “onpopulaire maatregelen” doordrukt staat hier haaks op, zeker als het gebrek aan populariteit van de maatregelen verband houdt met het onrechtvaardig karakter ervan.
Van Reybrouck rekent ook op de rechterlijke macht. Dat het ondemocratisch is dat een beleid wordt opgelegd door niet verkozen rechters vindt hij “onzin”. “In een democratie zijn er functies die niet verkozen zijn: generaal van het leger, de centrale bankier van de centrale bank, en dus rechters.” Dit vraagt toch wat kanttekeningen. Wanneer een niet verkozen generaal in de plaats van de regering beleid doorduwt spreken we in de regel van een staatsgreep. De onafhankelijkheid van de niet verkozen centrale bankiers was een neoliberale hervorming om het geldbeleid uit handen te halen van de democratisch verkozen instellingen. Ook bij de rol van niet verkozen rechters kunnen vraagtekens worden geplaatst. Zij worden weliswaar niet verkozen, maar wel benoemd, en de kranten staan vol met verhalen hoe dat mis kan gaan.
Met het Urgenda-vonnis en de zaak van Milieudefensie tegen Shell heeft de Nederlandse klimaatbeweging politiek punten gescoord (1)Ook het Belgische Klimaatzaak waarvan Van Reybrouck woordvoerder is, kon recent de Belgische overheden laten veroordelen voor hun gebrekkig klimaatbeleid, n.v.d.r.. Maar de rechterlijke macht speelt niet altijd een positieve rol, om het zacht uit te drukken. Neem bijvoorbeeld de rol van het Europees Hof van Justitie, dat volledig eigenmachtig bepaald heeft dat Europees recht boven het recht van de lidstaten gaat, en vanuit die positie de neoliberale fundamenten van de Europese Unie in juridisch beton heeft gegoten. Of de rol van het niet verkozen Hooggerechtshof in de VS.
Van Reybrouck haalt er zelfs de beroemde Franse verlichte filosoof Montesquieu (1689-1755) bij, en diens theorie van de scheiding der machten. Montesquieu was de telg van een adellijke familie die veel leden telde van ‘parlementen’, een soort adellijke rechtbanken die een juridische tegenmacht vormden tegen de koning. In de achttiende eeuw waren de zetels in deze ‘parlementen’ erfelijk. Zelf zetelde Montesquieu een tijd in het Parlement van Bordeaux. Hij betreurde dat deze adellijke rechtbanken aan invloed verloren ten voordele van de monarchie, die steunde op de opkomende klasse van kooplieden. De ‘parlementen’ moesten in ere hersteld worden om een dam op te werpen tegen het koninklijk absolutisme. De ‘scheiding der machten’ sluit zo aan bij modern libertair wantrouwen tegen een te sterke overheid. Van Reybrouck lijkt deze scheiding der machten als enige mogelijke vorm van een moderne rechtstaat te beschouwen.
De Franse revolutie (1789) maakte komaf met de ‘parlementen’. Sinds Montesquieu heeft het debat dus niet stilgestaan. Enkele fijne vonnissen maken een gezonde kritische instelling ten opzichte van de rechterlijke macht niet overbodig.
Voetnoten
↑1 | Ook het Belgische Klimaatzaak waarvan Van Reybrouck woordvoerder is, kon recent de Belgische overheden laten veroordelen voor hun gebrekkig klimaatbeleid, n.v.d.r. |
---|